Azië en Oceanië

  1. Zuletzt aktualisiert am

Pragmatisme inruilen voor samenhang

België onderhoudt al lang politieke, commerciële en culturele betrekkingen met de Aziatische landen. Zo reiken sporen van wederzijds verrijkende contacten terug tot de 18de eeuw toen de Oostendse Compagnie voor anker ging in de Indiase havens van Banquibazar of Cossimbazar. 

Ondertussen zijn de aard van de Belgische belangen en de banden met Azië sterk geëvolueerd. Het ontstaan van België als natiestaat in de 19de eeuw heeft geleid tot het aanknopen van bevoorrechte betrekkingen. Met Japan en Thailand zijn er nauwe betrekkingen ontstaan dankzij de bevoorrechte banden tussen de respectievelijke dynastieën. In China groeide de Belgische economische aanwezigheid gestaag in de 19de eeuw en sinds het opnieuw aanknopen van diplomatieke betrekkingen in 1971. De bijzondere belangstelling om de betrekkingen met India te versterken, dat een economische grootmacht is geworden, is steeds toegenomen. Sinds er ongeveer 3.500 Belgische vrijwilligers hebben meegevochten in de Koreaanse Oorlog (1950-1953) zijn er speciale banden ontstaan met Zuid-Korea, zowel op politiek als op economisch gebied. 

In het kader van zijn Aziëbeleid verliest België zijn gekoesterde waarden niet uit het oog, namelijk vrede, de naleving van mensenrechten en de rechtsstaat alsook de vrijheid van scheepvaart en handel. 

Daarnaast is het Belgische beleid in Azië altijd doordrongen geweest van een geest van samenwerking, en van pragmatisme, namelijk zowel politieke als economische kansen grijpen. Het beleid biedt aldus een zeer gevarieerd beeld, net zoals de Aziatische landen een gevarieerd beeld bieden met elk hun bijzonderheden. 

Naast de bilaterale betrekkingen die België met de Aziatische landen onderhoudt, hebben de betrekkingen zich gaandeweg ontwikkeld via de internationale instellingen en eerst via de Europese constructie. België heeft immers steeds de wens uitgedrukt dat de Europese Unie een belangrijkere rol zou spelen in het kader van het buitenlandse beleid en het gemeenschappelijke veiligheidsbeleid. Ten aanzien van Aziatische reuzen zoals China en India die elk meer dan één miljard inwoners tellen, moeten de Europeanen immers hun krachten bundelen om als geloofwaardige partners te worden erkend.

België zet zich ook in Azië in via andere internationale organisaties. België draagt actief bij aan programma’s van de Verenigde Naties en hun gespecialiseerde agentschappen. In het kader van de Belgische activiteiten binnen de NAVO heeft België na zijn deelname aan de ‘International Security Assistance Force’ (ISAF) deelgenomen aan de follow-upmissie die ‘Resolute Support’ werd gedoopt. Die missie heeft als doel om de Afghaanse veiligheidstroepen op te leiden, te adviseren en bij te staan. De gebeurtenissen in dat deel van Azië hebben de interesse van België voor Pakistan doen toenemen. 

België onderhoudt ook goede betrekkingen met de Zuidoost-Aziatische landen en volgt met veel interesse hun proces van regionale integratie in het kader van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN). Zowel op politiek (regionale veiligheid, mensenrechten, goed bestuur) als op economisch gebied (oprichting van een regionale economische gemeenschap) vormt de ASEAN een factor van stabiliteit en ontwikkeling in de regio. 

België is ook actief in de Asia-European Meeting (ASEM) waarvan de achtste Top van Staatshoofden en Regeringsleiders in 2010 in Brussel plaatsvond. De Top wordt gezien als de belangrijkste Euro-Aziatische afspraak in het huidige internationale landschap. Azië en Europa maken samen 58% van de wereldbevolking uit en meer dan 60% van de wereldhandel. Ter gelegenheid van de verschillende ASEM-toppen blijft België zich actief inzetten voor een intensievere Europese samenwerking met het Aziatische continent.

Onze banden met Oceanië vinden hun oorsprong in de onvoorwaardelijke inzet van Australië en Nieuw-Zeeland tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarvoor we zeer dankbaar blijven. Sindsdien zijn ze in verschillende domeinen steeds verder gegroeid. 

Sinds de jaren ’60 zijn verschillende staten in de zuidelijke Stille Oceaan onafhankelijk geworden. De banden met die eilandstaten lopen meestal via samenwerkingsprogramma’s van de EU die voortvloeien uit de ACP-akkoorden (Azië, Caraïben, Pacifische regio). De meeste staten hebben bijgevolg een bilaterale ambassade in Brussel.