Ondernemen in Afrika: meer dan ooit boeiend!

  1. Zuletzt aktualisiert am
Image
Werf drinkwaterleiding in Bamako

Aanleg van drinkwaterleiding in Bamako (Mali)

Veel Belgische bedrijven staan niet te springen om in Afrika actief te zijn. Het continent torst immers een imago van corruptie, zwakke opleidingen en gebrekkige infrastructuur. Toch broeit er heel wat in Afrika, zeker bij jongeren. Ook succesverhalen van Belgische ondernemingen bestaan wel degelijk. Denk maar aan de haven van Antwerpen.

Het valt ook op dat de private sector wel degelijk sterk kan bijdragen tot de ontwikkeling van Afrika. Ze zijn daarbij complementair aan de ngo’s. Het Belgische Denys is zo’n bedrijf dat heel actief is in Afrika. Daarom klopten we aan bij Bruno Geltmeyer, Algemeen Directeur van Denys nv in Gent (zie kader).

Geltmeyer heeft er al een lange carrière opzitten bij het bedrijf. In de jaren 1980 werkte hij 3 jaar als ingenieur in Tanzania, om zijn legerdienst te vervangen. Daaraan breide hij nog 2 jaar in Kameroen.

Wat doet uw bedrijf precies in Afrika?

80% van onze activiteiten in Afrika zijn waterwerken. De rest zijn pijpleidingen voor gas en olie en infrastructuur. We gaan vooral in op openbare aanbestedingen voor grote infrastructuurwerken die uitgevaardigd worden door instellingen zoals de Wereldbank, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank of de Millennium Challenge Account.

Omdat we met projecten werken, schommelt onze omzet jaarlijks. Vorig jaar bedroeg de totale omzet van Denys 400 miljoen euro waarvan 20 à 25% in Afrika. Van onze 2500 medewerkers zijn er 1/3 Europeanen, 1/3 Afrikanen en 1/3 uit het Midden- en Verre-Oosten. Zeker in Afrika zijn dat vooral jongeren.

We hebben ervaring in een hele reeks Afrikaanse landen zoals Ethiopië, Mozambique, Marokko, Algerije en DR Congo. Vandaag zijn we vooral actief in Niger, Mali, Ivoorkust, Ghana en Liberia.

Image
Bruno Geltmeyer

Bruno Geltmeyer: ‘In Afrika kunnen we als bedrijf nog echt een rol van betekenis spelen.’

Wat is er eigen aan werken in Afrika?

Het is in elk geval essentieel dat je je beste mensen naar Afrika stuurt, deze waarop je echt kunt vertrouwen. Want ze moeten in moeilijke omstandigheden werken, vaak in afgelegen gebieden. Het mogen best wat individualistische personen zijn, maar ze dienen wel de regels te volgen. In Mali mag je ’s nachts bijvoorbeeld niet buitenkomen of de hoofdstad verlaten.

Verder moet je ermee rekening houden dat het logistiek niet altijd van een leien dakje loopt. In Europa krijg je bestelde goederen om zo te zeggen binnen een dag. Maar in Afrika, zeker in de heel afgelegen gebieden, zijn goederen soms maanden onderweg. Je moet je dus stevig organiseren.

Ten slotte is corruptie een valkuil. Je dient je personeel daartegen te wapenen. Daarom werken we het liefst met internationale instellingen zoals de Wereldbank. Zij beschikken over strikte richtlijnen. Ook Finexpo helpt ons deze doelstellingen te bereiken.

In welke mate verschillen Afrikaanse landen van elkaar?

Je merkt zeker nog de Franse, Belgische, Portugese of Engelse invloeden. Dat kan aanleiding geven tot een verschillende regelgeving, bijvoorbeeld rond fiscaliteit. Zijn er dubbele belastingverdragen of niet? Worden er taksen geheven op expats? Je moet je daar goed over inlichten.

Als bedrijf zijn we wel gewoon om in een interculturele context te werken. We hebben onder onze werknemers 45 nationaliteiten die nog een pak meer culturen vertegenwoordigen.

Hoe gaat u om met de belastingen in Afrika?

Zoals elk bedrijf willen we zoveel mogelijk winst maken, en dus zo weinig mogelijk belastingen betalen. Maar dan wel op een correcte manier. Vrijstelling van belastingen krijgen we zelden. We zijn niet bepaald een megabedrijf die speciale rulings krijgen. Dergelijke bedrijven kunnen soms inventiever met belastingen omgaan.

Is er voldoende expertise in Afrika?

Het opleidingsniveau verschilt enorm van land tot land. In landen als Ghana en Ethiopië valt dat goed mee, in sommige andere landen is het een pak minder. Daarom organiseer je beter zelf opleidingen. Het gros van onze mensen hebben we in elk geval zelf opgeleid. We dragen daarmee meteen bij aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).

Ondertussen hebben we een groot aantal heel degelijke Afrikaanse werkkrachten. Ze vertonen sterke competenties en daarbij gaat het niet alleen om kennis. Zo zijn ze loyaal en ondernemend, ze hebben een stevige werklust… Daarin zijn de Afrikaanse werknemers vaak beter dan de Westerse.

Onze beste Afrikaanse werkkrachten verhuizen soms mee van land naar land, als we er nieuwe projecten beginnen. Ik ben van mening dat het systeem van Belgische expats stilaan moet verdwijnen. Alle projecten in Afrika moeten in handen komen van Afrikaanse managers. We zijn daar volop mee bezig. Tevens ben ik er van overtuigd dat we binnen 10 à 20 jaar zelfs in België topmanagers uit Afrika zullen hebben.

Waarom is het voor u belangrijk om in Afrika actief te zijn?

Op persoonlijk vlak is het een continent waar ik me thuis voel. Ik ben al 35 jaar in het vak, welnu, mijn mooiste jaren waren die in Afrika.

Maar België is ook veel te klein voor Denys. Er is onvoldoende boeiend werk voor onze ingenieurs en technisch geschoolden in onze specialiteiten. En dan is Afrika interessant voor ons omdat het het enige continent is waar nog grote stappen vooruit moeten gezet worden: op vlak van water, energie, infrastructuur.

We kunnen daar als bedrijf nog echt een rol van betekenis spelen. Als je een regio of stad van drinkwater kunt voorzien, dan is dat echt meer dan een druppel water op een hete plaat. In Europa kan je een steentje verleggen, in Afrika nog een hele rivier.

Image
Arbeiders werken aan pijpleiding voor watervoorziening

Uitbreiding van watervoorziening in Maputo (Mozambique)

Welke tips hebt u voor bedrijven die in Afrika actief willen zijn?

Eerst en vooral, wees selectief. Kies je contracten goed uit en bereid je goed voor op alle vlakken: cultureel, fiscaal, logistiek, personeel.

Verder dien je op alle vlakken het beste na te streven: het beste materieel en het beste personeel. Stuur geen oude rommel naar Afrika!

Je moet ook je mensen goed coachen en ze niet aan hun lot overlaten. Al je mensen moeten er tegen veel opboksen omwille van de trage systemen en zo.

Je mensen moeten ook geschikt zijn om vlot om te gaan met de interculturele spanningen die er onvermijdelijk ontstaan. Ze moeten die op een correcte manier aanpakken zonder te vervallen in clichés.

Je moet er natuurlijk ook voor zorgen dat je een kredietwaardige klant hebt en een kredietverzekering tegen risico’s afsluit. In België gebeurt dankzij Credendo.

Hoe staat u tegenover ontwikkelingssamenwerking in Afrika?

Ontwikkelingssamenwerking heeft zeker zijn rol te spelen, er bestaat geen allesomvattende eenheidsoplossing. De private sector neemt eerder de grootschalige projecten op zich, ngo’s en het Belgisch Ontwikkelingsagentschap (Enabel) de kleinschaliger projecten, maar dat is zeker niet minder waardevol. We steunen dan ook verschillende ngo’s via Ondernemers voor Ondernemers en werken regelmatig samen met ngo’s.

U draagt klimaat en milieu hoog in het vaandel. Hoe past u dat toe in Afrika?

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen vormen nu het jaarthema bij ons. In Afrika hebben we onder meer een actieplan rond afval, een enorm probleem in steden. We proberen daarom een voorbeeld te geven door ons afval te sorteren. Iedereen moet leren dat je geen afval op de grond gooit en dat het eerder een grondstof is.

Image
Tunnel met rails en buizen

Bouw van een collector voor waterafvoer Oued Ouchaiah in Alger (Algerije)

Hoe zag je Afrika veranderen op 35 jaar tijd?

35 jaar geleden zaten er op het vliegtuig naar Afrika 95% witte mensen en 5% Afrikanen, vandaag is dat het omgekeerde. Een opvallend verschil dus.

Toen kenden de Afrikanen de Europese wereld eigenlijk niet. Vandaag is hun blik op de wereld enorm verruimd, dankzij de smartphone en de sociale media. Ze hebben nu een idee van wat er kan en hoe het er bij ons aan toegaat. Dat heeft ontegensprekelijk ook tot meer vluchtelingen geleid.

De vooruitgang is vooral merkbaar in de stedelijke omgeving. Met als nadeel dat veel mensen naar de stad trekken.

Een mooie indicatie van de vooruitgang zijn de lonen en wedden. Vandaag hebben de zeer goede werknemers in Afrika hetzelfde loon als gelijkaardige werknemers bij ons. Ze zijn enkel goedkoper omdat zij geen huisvestingsvergoeding krijgen en we voor hen geen tickets moeten betalen.

Hoe zie je de toekomst voor Afrika?

Ik zie de toekomst positief. Afrikanen zijn van nature positieve mensen. Ze zien altijd positieve opportuniteiten, zelfs in erbarmelijke omstandigheden. Westerlingen zijn zo verwend dat ze vaak enkel de negatieve kant zien.

Er is nog een lange weg te gaan, maar de wereld zal hoe dan ook evolueren naar gelijkaardige omstandigheden voor iedereen, hoop ik.

Wat doet Denys Group?

Denys is van oorsprong (1923) een Belgisch familiebedrijf gespecialiseerd in de aanleg van waterleidingen en brandweerinstallaties. Geleidelijk komen er allerlei activiteiten bij zoals gas- en olieleidingen, spoorwegen, tunnels en burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Dat laatste omvat onder meer grootschalige restauratie en renovatie, maar ook nieuwbouwprojecten.

Vooral sinds 2001 profileert Denys zich volop in het buitenland: Europa, Afrika en het Midden-Oosten (Saoedi-Arabië, Qatar…). Het bedrijf voert er voornamelijk waterwerken uit (“complexe projecten in drinkwatervoorziening en waterzuivering”) en bouwt er olie- en gasinfrastructuur.

Een greep uit de talloze realisaties: de renovatie van het AfricaMuseum in Tervuren, de Handelsbeurs in Antwerpen en het Gentse stadstheater NTG; gaspijplijnen in de Frankrijk, Duitsland en Polen; watervoorziening voor hoofdsteden Bamako (Mali) en Niamey (Niger); een grote afvalwatercollector in Addis-Ababa (Ethiopië); versterking en verdieping van de kade in de haven van Abidjan (Ivoorkust)…