2,5 miljoen euro voor COVID-noodhulp

Naar schatting 183 miljoen mensen die al in precaire omstandigheden leven, zouden door COVID-19 acute honger kunnen lijden. Om deze ‘covidnoden’ te lenigen zoekt de FAO zo’n 295 miljoen euro. Deze som zal besteed worden in 34 landen, vooral in Afrika, Azië en het Midden-Oosten. België zegt alvast 2,5 miljoen euro toe, bestemd voor Colombia, DR Congo, Irak, Soedan, Niger en Mali.

De maatregelen om COVID-19 in te perken – lockdown, afstand houden… - leiden er immers toe dat veel kleine boeren hun oogst niet meer kunnen verkopen op de markt. Ze lijden tevens onder een tekort aan seizoenarbeiders of kunnen zich geen zaden of meststoffen meer aanschaffen. Velen moeten het stellen met een pak minder inkomsten.

De FAO zal de fondsen benutten om op allerlei manieren de voedselzekerheid in stand te houden. Dat kan bijvoorbeeld door allerlei input te voorzien zoals zaden, werktuigen, en diervoeder, of ook groentezaden om te tuinieren. Om voedselverspilling tegen te gaan, kan gezorgd worden voor stockeringsmogelijkheden, transport naar markten of materiaal om voedsel te verwerken. Daarnaast kan de koopkracht verhoogd worden met cash geld. De betrokkenen zullen ook voorgelicht worden over de risico’s van COVID-19.

De ‘Belgische  projecten’ zullen alle tussen de 200.000 en 500.000 euro kosten. Zo zal in Niger 500.000 euro vloeien naar 23.600 boeren- en herdergezinnen. Ze krijgen onder meer allerlei zaden (maïs, gierst, sla, tomaat, wortel, kool…), diervoeder en diergeneesmiddelen. 1000 gezinnen leren voedsel verwerken terwijl er 300 planttechnieken aanleren die aangepast zijn aan de droogte.

In Irak zal eveneens 500.000 euro benut worden om 750 gezinnen (4350 personen) te helpen. Het gaat over interne ontheemden en ontheemden die naar huis teruggekeerd zijn. Onvoorwaardelijke cashtransfer, samen met allerlei input (zaden, meststoffen…) en voorlichting, moeten hen er weer bovenop helpen.