Arolsen Archieven houden herinnering aan Shoah levend

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Kinderen bekijken de panelen van de expo #Stolenmemory.

Kinderen bekijken de panelen van de expo #Stolenmemory. © FOD Buitenlandse Zaken

Aan het einde van WOII begonnen de geallieerden samen met het Rode Kruis vermiste personen op te sporen. Daartoe creëerden ze een Internationale Opsporingsdienst onder supervisie van een internationale commissie van 11 lidstaten waaronder België. De dienst was gevestigd in Bad Arolsen, centraal gelegen tussen de 4 bezette zones van Duitsland.

Toen het Rode Kruis er in 2012 mee ophield, werd de organisatie hervormd. In 2019 kreeg ze de naam mee van Arolsen Archieven. Vandaag is ze ’s werelds grootste archiefcentrum voor ontheemde en vermiste personen, met maar liefst 30 miljoen documenten over 17,5 miljoen mensen.

Jaarlijks 20.000 aanvragen

Bijna 80 jaar na WOII blijven de Arolsen Archieven een zeer waardevolle organisatie. Dat bewijzen de 20.000 aanvragen naar vermiste personen die jaarlijks ontvangen worden. Naast documenten beschikken de archieven ook over enkele duizenden persoonlijke voorwerpen die ze aan verwanten proberen terug te geven. Ze ambiëren tevens om het lot van de slachtoffers van het nazisme op te helderen en informatie te verstrekken aan overlevenden en families.

Terzelfder tijd groeide de organisatie uit tot een wetenschappelijk onderzoekscentrum over de vervolgingen door het naziregime, dwangarbeid en de Shoah (= de systematische uitroeiing van de Joden door de nazi’s). Ze verzorgt ook educatief werk. Het blijft immers uitermate belangrijk om de getuigenissen uit dat tijdperk te bewaren en niet te vergeten wat er toen gebeurd is. Zeker de jongere generatie moet daar bewust van blijven.

Image
De expo #Stolenmemory op de erekoer van het Egmontpaleis in Brussel.

De expo #Stolenmemory op de erekoer van het Egmontpaleis in Brussel. © FOD Buitenlandse Zaken

#StolenMemory

Van juni 2021 tot juni 2022 verzorgde de FOD Buitenlandse Zaken het voorzitterschap. Dat verloopt volgens een beurtrol onder de 11 lidstaten. Naast België zijn dat Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Israël, Italië, Luxemburg, Nederland, Polen, het Verenigd Koninkrijk en de VS.

Tijdens het voorzitterschap werd onder meer een reizende expo in containers uitgewerkt onder het motto #StolenMemory. België trok daar 200.000 euro voor uit. De tentoonstelling toont korte biografieën van verdwenen personen met foto’s van hun persoonlijke voorwerpen zoals horloges, armbanden, ringen, brieven en kogelpennen. Bedoeling is om nabestaanden toe te laten om die voorwerpen te recupereren.

De expo stond al in Lier, Mechelen (Dossinkazerne) en Brussel (Jubelpark en erekoer van het Egmontpaleis), en vervolgt haar weg doorheen België. Zo is ze tegenwoordig te zien in Bastenaken, en vervolgens onder meer in het fort van Breendonk, Luik, Eupen, Gembloux en Doornik. Daarna doet ze mogelijk ook Nederland en Luxemburg aan.

Image
Computer scherm archieven Arolsen

Ruim 13 miljoen documenten van de Arolsen Archieven werden al gedigitaliseerd. © Arolsen Archives

Digitalisering

België wijdde zijn voorzitterschap onder meer aan de digitalisering van zo’n 3500 Belgische dossiers. De Arolsen Archieven streven er immers naar om zowat alle documenten digitaal ter beschikking te hebben tegen 2025.

Maar als veel documenten online publiek toegankelijk zijn, stelt zich natuurlijk de vraag van de privacy. Tijdens de afsluitende plenaire conferentie in het Egmontpaleis werd daarom een reglement goedgekeurd voor de bescherming van persoonsgegevens, een werk dat al enkele jaren gaande was. Die goedkeuring was essentieel voor het verdere optreden van de organisatie.

België heeft zich met toewijding gekweten van zijn voorzitterstaak. Ons land vindt het immers essentieel dat alle slachtoffers van het nazisme, waaronder de slachtoffers van de Shoah, herinnerd worden en dat we blijven strijden tegen antisemitisme. Daarom neemt België ook deel aan de International Holocaust Remembrance Alliance die als motto heeft: ‘Een wereld die zich de holocaust herinnert. Een wereld zonder genocides.’