“Belgen persoonlijk begeleiden op de luchthaven, dat geeft voldoening”

Door de coronacrisis was het op onze ambassades plots alle hens aan dek: vele nationale luchtruimen werden gesloten terwijl duizenden Belgen in het buitenland nog naar huis moesten terugkeren. Hoe zorgden onze ambassades ervoor dat ze toch thuis raakten? Thomas Hiergens, politiek en economisch adviseur op de ambassade in Dakar, doet zijn verhaal.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Medewerkers op luchthaven Dakar na repatriëringsvlucht

Luchthaven Dakar: tevreden na een geslaagde repatriëringsvlucht

Dakar, de hoofdstad van Senegal, ligt aan de Atlantische Oceaan, op het meest Westelijke punt van continentaal Afrika. Ook de Belgische ambassade bevindt zich vlakbij de zee, in de vrij rustige maar centraal gelegen wijk “Plateau”. Vandaaruit verrichten we het werk om de gestrande Belgen in Senegal, maar ook in Kaapverdië, Gambia en Guinee-Bissau, terug naar België te begeleiden.

Image
Dakar aan de Atlantische Oceaan

Zicht op Dakar aan de Atlantische Oceaan. © iStock

Travellers Online

Het eerste instrument om de Belgen op te sporen is Travellers Online: een databank waarin landgenoten hun reis in het buitenland kunnen registreren. Op die manier is de ambassade op de hoogte van je aanwezigheid en kan men je bereiken. Travellers Online heeft in deze crisis in elk geval zijn nut bewezen: dankzij de mailadressen konden we berichten sturen naar alle reizende Belgen geregistreerd in de databank. Op basis van de reacties - “ik ben hier nog en wens te worden gerepatrieerd” - maakten we een lijst op van Belgen die wensten terug te keren.

Natuurlijk is het niet zo eenvoudig. Veel reizigers hebben zich niet geregistreerd op Travellers Online, anderen kijken niet naar hun mail, nog anderen brengen ons niet op de hoogte als ze al vertrokken zijn. De lijstjes “reizende Belgen die wensen terug te keren” zijn dus nooit sluitend. Heel wat reizigers staan niet op onze radar omdat ze zich niet aanmelden of kenbaar maken, terwijl sommigen wel op de lijst staan maar al lang weg zijn. Er zijn er ook die eigenlijk niet weg willen of kunnen. Vanzelfsprekend zijn er ook mensen die ons spontaan mailen of bellen, ook zij komen op de terugkeerlijsten terecht.

Een ambassade is geen reisagentschap

Eens we een beter zicht hadden op de aanwezige reizende Belgen in ons ambtsgebied, besliste België om ook zelf repatriëringsvluchten te organiseren: twee op Dakar en een op Banjul. Daarmee konden de meest dringende gevallen - toeristen zonder lokaal netwerk - naar huis. In totaal ruim 450 Belgen, samen met een kleine 250 andere Europeanen.

Als het aantal Belgen te laag is, is het niet nuttig om zelf repatriëringsvluchten te organiseren. In dat geval proberen we om Belgen te laten meereizen met vluchten van andere Europese landen, meestal dankzij intens overleg met onze buurlanden Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Luxemburg. We hebben zelfs twee Belgen uit Gambia via Spanje laten reizen: vertrek uit Banjul, met tussenlanding in Kaapverdië, en zo naar Madrid. Dan naar Barcelona, en uiteindelijk naar Amsterdam. Een complexe klus waarbij je helder en snel moet communiceren, zowel met de ambassades als met de potentiële reizigers. Uiteindelijk zijn we erin geslaagd om telkens enkele tientallen Belgen op die “buitenlandse” vluchten te laten meereizen.

Het voorbeeld van Kaapverdië is sprekend: vanuit deze archipel bestaande uit 10 eilanden, zijn al 76 Belgische toeristen vertrokken via 6 verschillende vluchten van Europese landen. Niet op alle eilanden bevinden zich luchthavens, dus moesten mensen eerst een binnenlandse bootreis maken. Andere eilanden zaten in strikte quarantaine en onder “noodtoestand”, daar kon men slechts heel moeilijk weg. Elke vlucht heeft ook z’n eigen criteria en prijzen: sommige gratis, andere peperduur. Leg dat maar eens uit aan toeristen van wie de al betaalde terugvlucht voor onbepaalde duur geannuleerd werd. Een ambassade is geen reisagentschap.

Kalme Belgen

Het overgrote deel van de Belgen die willen terugkeren, zijn toeristen. Zij planden sowieso een kort verblijf en hebben ter plaatse geen familie noch netwerk. Onder hen waren sommigen in paniek, maar over het algemeen viel dat goed mee. Zeker de Belgen die hier halftijds verblijven (“saisoniers” en “overwinteraars”), blijven kalm. Zij hebben hier immers een huis, familie of vrienden waar ze voor langere tijd terecht kunnen.

Niet iedereen wil terug naar België, en daar hebben ze ook het recht toe. Sommigen hebben geen geld voor de repatriëringsvluchten, anderen voelen zich hier veiliger. Het niveau van de gezondheidszorg mag hier dan niet zo hoog zijn, de dramatische cijfers van het aantal COVID-19-besmettingen en –doden in Europa ogen best schrikwekkend. Maar in fine wil iedereen naar huis.

Geen quarantaine zoals in Europa

Vooralsnog laat Senegal, en bij uitbreiding Afrika, betrekkelijk lage cijfers optekenen. Toch stellen we nu (20 mei 2020) duidelijk een versnelling vast met tussen 50 à 100 nieuwe besmettingen per dag. Die lage cijfers zijn een onderschatting, alleen al omwille van de lagere testcapaciteit en de beperkte ziekenhuisinfrastructuur.

Er zouden ook een aantal ”remmende factoren” spelen. De Afrikaanse bevolking is een pak jonger dan de Europese, en dus minder levensbedreigend vatbaar. Dan zijn er nog de “minder wetenschappelijke argumenten”: veel mensen nemen medicatie die remmend kan werken (zoals antimalariamiddelen). Het virus zou ook minder lang overleven in warm klimaat waardoor het minder snel zou verspreiden.

Ondanks deze remmende factoren verspreidt het virus zich wel degelijk ook in Afrika. Een recent rapport van de WHO heeft het zelfs over een potentieel van een kwart miljard besmettingen over een periode van ruim een jaar tot meerdere jaren. Behoorlijk hallucinante cijfers, waar we op termijn onze realiteit en levensstijl zullen moeten aan aanpassen.

Een strikte quarantaine thuis is hier sowieso onmogelijk. Straatventers, marktkramers, schoenpoetsers, landbouwers… móeten de straat op, of ze hebben simpelweg geen inkomen. Dat is in gans Afrika het geval: een strikte quarantaine zoals in Europa is er niet haalbaar. Erger nog, ze kan zelfs ronduit “moordend” zijn. Door de lockdown-maatregelen wereldwijd tekenen we nu reeds alarmerende signalen op, zoals stijgende voedselonzekerheid (een verdubbeling in West-Afrika) en uitblijvende vaccinatiecampagnes.

Ook als ambassademedewerker kunnen we niet van thuis uit werken. Maar onze post heeft wel degelijk maatregelen genomen: beperkte werkuren, geen vergaderingen, geen externe contacten binnen de ambassade, afstand houden van elkaar, handen regelmatig wassen en mondmasker dragen bij een onvermijdelijke ontmoeting met externen.

Tevreden Belgen

Het is al best zwaar geweest. Aan het begin van de repatriëringsgolf hebben we 21 dagen doorlopend gewerkt, soms wel tot 15 uur per dag. Dat was niet vol te houden. Enkele collega’s kregen hoofd- en keelpijn van vermoeidheid, het ultieme signaal om het rustiger aan te doen. Nu werken we opnieuw aan een meer leefbaar tempo.

En het is natuurlijk rustiger geworden: ruim 85% van de reizende Belgen is vertrokken. Zij die wel nog in Senegal toeven, zijn niet allen even gehaast om terug te keren. Sommigen hebben geen financiële middelen om een repatriëringsvlucht te betalen. Anderen wachten liever tot het luchtruim weer open gaat en ze een commerciële vlucht met Brussels Airlines kunnen nemen.

Al bij al geeft dit werk veel voldoening. Vooral bij de eigen repatriëringsvluchten: we hebben toen alle Belgen persoonlijk begeleid op de luchthaven. Maar we krijgen ook dankmailtjes eenmaal ze terug thuis zijn. Natuurlijk zijn er ook klagers, die heb je overal. Maar over het algemeen heb ik de indruk dat België het vrij goed doet en dat de burgers tevreden zijn met onze service.