België op de bres voor een mijnenvrije wereld

België doet grote inspanningen om de gruwel van antipersoonsmijnen uit de wereld te helpen. Toch is een mijnenvrije wereld nog niet voor morgen. Innovaties zoals het gebruik van drones en getrainde ratten kunnen het proces bespoedigen.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
HeroRat in actie in mijnenveld

Een ontmijner van APOPO in Angola aan het werk met een HeroRAT. © APOPO

Doeltreffende ratten en honden

‘Ik ben oprecht gelukkig en opgetogen’, zegt História da Cunha (Angola). ‘Sedert de Belgische ngo APOPO langs kwam met haar speurratten werd een groot stuk land in mijn dorp Quitexe mijnenvrij verklaard. Eindelijk kon ik terugkeren en er een lap grond bekomen. Ik kweek er nu gewassen om mijn kinderen te voeden. De gemeenschap is weer veilig, het leven in Quitexe wordt stilaan weer normaal!’

História da Cunha is één van de begunstigden van een ontmijningsproject van APOPO in Angola dat gefinancierd wordt door de dienst Vredesopbouw van de FOD Buitenlandse Zaken. De ngo heeft een wel heel opvallende manier om die landmijnen te vinden: ze zet ratten in. Meer bepaald leert ze de “reuze Afrikaanse hamsterrat” de geur aan van TNT, de explosieve stof eigen aan landmijnen. De getrainde ratten – zogenaamde HeroRATS - vinden quasi onfeilbaar elke landmijn.

En ze doen dat buitengewoon snel. Eén enkele HeroRAT kan een oppervlakte ter grootte van een tennisveld afsnuffelen in 30 minuten. Een ontmijner met metaaldetector zou daar tot 4 dagen over doen, afhankelijk van hoeveel metaalresten er verborgen liggen.

Voorts zijn de ratten heel intelligent en rustig en kunnen ze makkelijk getraind worden. Met hun 1 kg wegen ze bovendien te licht om een mijn te laten ontploffen. Het is ook goedkoop om de ratten te houden.

De HeroRATS hebben één nadeel: alvorens ze aan de slag kunnen, moet de begroeiing op het terrein verwijderd worden. Daarom gebruikt APOPO tegenwoordig ook getrainde honden. Dergelijke speurhonden kunnen ook op dichtbegroeid terrein mijnen opsporen. Een combinatie met HeroRATS is ideaal en die past APOPO ook toe in Angola. Eerder lukte dat ook al met succes – en met Belgische financiering – in Cambodja.

Image
Tijdelijke opslag mijnen

De door APOPO gevonden mijnen worden tijdelijk opgeslagen. © APOPO

Een obstakel voor stabilisatie en economisch herstel

In Angola bevinden zich miljoenen landmijnen, een restant van een hevige burgeroorlog die nochtans al in 1992 werd beëindigd. Andere zwaar geplaagde landen zijn onder meer Afghanistan, Irak, Cambodja, Yemen, Oekraïne en Bosnië-Herzegovina.

Dat betekent dat enorme oppervlakten aan land niet bruikbaar zijn voor landbouw of andere vormen van ontwikkeling. In Angola bijvoorbeeld is dat 88 miljoen m². Soms wordt het land uit pure nood toch gebruikt. Jaarlijks vallen er zo duizenden doden en gewonden. Ook spelende kinderen zijn vaak slachtoffer.

Contaminatie van land door explosieven brengt dus het levensonderhoud en het welzijn van de burgerbevolking in gevaar. Het belemmert de toegang van humanitaire helpers tijdens en na conflicten. En als het conflict voorbij is, vormt het een ernstig obstakel voor stabilisatie en economisch herstel. Het houdt immers vluchtelingen en ontheemden tegen om naar huis terug te keren.

Het Ottawa Verdrag

Om een eind te maken aan de gruwel ondertekenden 122 landen in 1997 het Ottawa Verdrag. Sindsdien groeide de lijst van verdragspartijen nog aan. Momenteel zijn in totaal 164 landen toegetreden, waaronder alle lidstaten van de EU. Alle verdragspartijen verbinden er zich toe geen antipersoonsmijnen in te zetten en alle voorraden ervan te vernietigen. Ze beloven slachtoffers bijstand te bieden en mijnenvelden te ontruimen.

Van de 63 landen met mijnen op hun territorium zijn er tot nu toe 31 mijnenvrij verklaard. Elke verdragspartij heeft het recht verdragsgenoten om bijstand te verzoeken. Het hoger vermeld ontmijningsproject van APOPO illustreert hoe België verdragspartij Angola helpt om zijn verbindingen na te komen.

Image
Man bestuurt ontmijningsdrone in Tsjaad

Handicap International zette in Tsjaad met succes drones in bij ontmijning. © HI

Voortrekker België

Ons land is een overtuigd voorstander van mijnbestrijding. Zo was het in 1995 het eerste land dat antipersoonsmijnen verbood. België speelde dan ook een voortrekkersrol in de internationale strijd om deze wapens te bannen, wat resulteerde in het verdrag van Ottawa. HKH Prinses Astrid is Speciaal Gezant van dit verdrag. Zij spreekt wereldwijd gezaghebbers aan om hen te overtuigen toe te treden tot het verdrag.

Ons land ondersteunt innovatie op vlak van mijnbestrijding. Het gebruik van ratten en honden door APOPO is daar een voorbeeld van. België financierde tevens een project van Handicap International in Tsjaad dat drones inzet om veiliger, sneller en goedkoper mijnen op te sporen.

Ook empowerment van mijnslachtoffers vormt een aandachtspunt. Zo was ons land 4 jaar lid van het Comité voor slachtofferhulp van het Ottawa Verdrag, onder meer als voorzitter. Het schonk 2,5 miljoen euro (2018-2020) voor een “handicap & mijnactie” door het Internationale Rode Kruis.

Image
Ontmijningsteam in busje

UNMAS zet gemengde ontmijningsteams in in Yezidi-gebied in Irak. © UNMAS

Mijnbestrijding in Irak en Syrië tegen IS

België ziet mijnbestrijding als onderdeel van een “alomvattende aanpak” waarbij buitenlands beleid, humanitair beleid, vredesopbouw en duurzame ontwikkeling samengaan. Zo speelt mijnopruiming een belangrijke rol in de stabilisatie van Irak en Syrië. Het laat immers toe dat ontheemden terugkeren en landbouw en andere economische activiteiten heropstarten. Dergelijke “post-conflict”-stabilisering is noodzakelijk om de terugkeer van de moslimextremistische groepering IS te voorkomen.

Ons land schonk 4 miljoen euro (2020-2021) aan UNMAS – United Nations Mine Action Service, de belangrijkste coördinerende instantie voor mijnbestrijding wereldwijd – voor hun activiteiten in Irak en Syrië. In Syrië ligt de nadruk vooralsnog op “risico-educatie”. In 2020 alleen al werden 2 miljoen mensen bewust gemaakt hoe ze ongelukken met mijnen kunnen vermijden. Ruim 1000 humanitaire werkers werden opgeleid om risico-educatie te geven. De contaminatie met mijnen wordt in kaart gebracht om geleidelijk ook mijnopruiming mogelijk te maken.

In Irak worden de lokale spelers in mijnopruiming versterkt. Bedoeling is dat Irak op termijn volledig zelf kan instaan voor zijn mijnbestrijding. UNMAS is er ook actief in een regio waar IS massamoorden pleegde tegen de Yezidi-bevolking en een campagne van seksueel geweld voerde tegen vrouwen. De organisatie zet er gemengde ontmijningsteams in: man-vrouw, moslim-yezidi. Op die manier toont UNMAS aan de lokale gemeenschappen hoe genderbarrières en religieuze verschillen kunnen doorbroken worden. Ook de ngo Halo Trust is in Irak actief met Belgische financiering.

Image
Lezende kinderen (samenwerking) Kinderen leren lezen in Irak

Halo Trust leert Iraakse kinderen aan hoe ze problemen met mijnen kunnen vermijden. © Halo Trust

Een wereld zonder mijnen?

Het Ottawa Verdrag heeft duidelijk al voor een veiliger wereld gezorgd. Toch zitten er nog miljoenen landmijnen in de grond. Het is dan ook essentieel dat zoveel mogelijk landen zich bij dit verdrag aansluiten en de verdragsverplichtingen nakomen. België zal daar actief blijven voor ijveren.

De verdragspartijen streven naar een wereld zonder mijnen tegen 2025, een bijzonder uitdagende doelstelling. Blijvende inspanningen en extra investeringen zijn des te meer nodig. Opmerkelijke innovaties zoals getrainde ratten en honden (APOPO) en drones (Handicap International) kunnen het proces bespoedigen.