-
Laatst bijgewerkt op

Een muurschildering in een school in Senegal: onderwijs is de sleutel tot succes (© Getty Images).
Tijdens het Belgische EU-voorzitterschap organiseerden we 2 events rond onderwijs in het Zuiden. Want hoe cruciaal onderwijs ook is, de vooruitgang blijft slabakken. Met nieuwe initiatieven, innovatieve financiering en frisse ideeën hopen we het tij te keren.
Waar zouden we staan zonder onderwijs? Het brengt ons de kennis en vaardigheden bij die we nodig hebben om onze plek te vinden in de maatschappij en een toekomst uit te bouwen. Het leert ons de wereld waarin we leven, beter te begrijpen en het helpt ons een identiteit smeden met bepaalde waarden zoals burgerzin, gelijkwaardigheid en solidariteit. Onderwijs is dan ook een universeel mensenrecht.
Meer dan alleen maar leren
In de armere landen vormt onderwijs een krachtige hefboom voor economische ontwikkeling. De impact is vooral opvallend bij onderwijs voor meisjes. Zo zou elke dollar geïnvesteerd in onderwijs voor meisjes 2,8 dollar opbrengen. En elk jaar bijkomend onderwijs doet het bruto binnenlands product met 10% stijgen. Dat effect is meer uitgesproken bij meisjes dan bij jongens.
Als meisjes naar school kunnen gaan, leren ze niet alleen hun rechten kennen maar staan ze ook steviger in hun schoenen als ze een onderneming willen opstarten bijvoorbeeld. En als alle vrouwen secundair onderwijs zouden genieten, zou de kindersterfte met 49% afnemen. In Sub-Saharaans Afrika en West- en Zuid-Azië zou bovendien het aantal kindhuwelijken met 64% dalen.
Overigens, op een school gebeurt er meer dan alleen maar leren. De kinderen kunnen er ook een maaltijd krijgen of gevaccineerd worden. Of ze worden warmgemaakt voor de democratische waarden en worden minder vatbaar voor nepnieuws – zoals bij de staatsgreep in Niger.
Verboden in Afghanistan
Voordelen te over. Toch worstelt het onderwijs in het Zuiden nog steeds met grote problemen. De toegang tot lager onderwijs zit vrij goed, maar voor het secundair onderwijs oogt het plaatje veel minder rooskleurig. Want tijdens hun puberteit houden veel meisjes op met naar school te gaan (zie verder).
Een extreem geval is Afghanistan waar het verboden is voor meisjes om naar een middelbare en hogeschool te gaan. Vrouwelijke leerkrachten mogen er geen les geven. In 2021 waren er naar schatting 2,5 miljoen meisjes ongeschoold.
Bovendien heeft de coronacrisis veel van de geboekte vooruitgang in het onderwijs ongedaan gemaakt. In meer dan 180 landen werden scholen gesloten. Het leerproces werd onderbroken waardoor naar schatting 24 miljoen kinderen wellicht niet meer naar school zullen terugkeren. Afstandsonderwijs bood maar een gedeeltelijke oplossing want velen hebben de middelen niet daarvoor.
Gebrekkige toegang en kwaliteit
Dat het onderwijs zo ondermaats presteert in het Zuiden, is vooral te wijten aan 2 oorzaken. Vooreerst blijft de deelname van meisjes gebrekkig. Waarom? Ze huwen, raken zwanger of ze staan in voor huishoudelijke taken of moeten werken op het veld. Een belangrijke drempel vormen soms ook het tekort aan sanitaire voorzieningen op school – aparte toiletten voor meisjes – naast het geweld dat ze op school of onderweg naar school kunnen ondervinden.
Daarnaast blijft de kwaliteit bedroevend laag. In veel landen leren de leerlingen nauwelijks iets bij. Zo kunnen ze op het einde van het lager onderwijs vrijwel niet lezen of tellen. Dat kan te maken hebben met een gebrek aan boeken en apparatuur (laptops…), maar de hoofdreden ligt bij de leerkrachten die niet goed opgeleid zijn.

Een onderwijsevenement op hoog niveau. Van links naar rechts: Amina Mohammed, adjunct-secretaris-generaal van de VN, Caroline Gennez, minister van Ontwikkelingssamenwerking, en Jutta Urpilainen, EU-commissaris voor internationale partnerschappen (© FOD Buitenlandse Zaken).
2 Team Europe-initiatieven
Tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU organiseerde de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking van onze FOD 2 evenementen rond onderwijs. Op 31 januari 2024 werd van gedachten gewisseld over hoe we meisjes op school kunnen houden terwijl het event op hoog niveau van 11 april 2 Team Europe-initiatieven (TEI) lanceerde (TEI = samenwerking tussen de EU en een aantal lidstaten).
Een eerste TEI spitst zich toe op verbeterd beroepsonderwijs in Afrika dat opleidingen aanbiedt die gelinkt zijn aan concrete tewerkstelling achteraf. Daarbij gaat veel aandacht naar jobopportuniteiten voor vrouwen.
Het Regional Teachers Initiative for Africa (RTIA) – een TEI van de EU met België, Finland, Frankrijk en UNESCO – wil de competenties van de leerkrachten in Afrika opkrikken. België doet daar nog 4 miljoen euro bovenop voor het Teach2Empower-programma. Daarmee zullen jaarlijks 25.000 leraren opgeleid worden. Teach2Empower wordt uitgevoerd door het Belgisch Ontwikkelingsagentschap Enabel samen met VVOB en APEFE, beide gespecialiseerd in onderwijs.
Nieuwe uitdagingen
Extra steun is broodnodig. Want naast gebrekkige toegang en kwaliteit bemoeilijken een aantal nieuwe uitdagingen de vooruitgang. Zo bevinden veel scholen zich in conflictgebieden. Denk aan Oost-Congo, Yemen, Palestina, Soedan, de Sahel of Oekraïne. De schoolgebouwen zijn doelwit van aanvallen of ze worden ingepalmd door militairen. In sommige gevallen zijn ze omgeven door mijnenvelden.
Ook de klimaatverstoring is een toenemende zorg. Noodweer kan de gebouwen vernietigen of ze zijn onvoldoende aangepast aan grote hitte en zo meer.
Zowel conflicten als klimaatrampen kunnen de bevolking op de vlucht jagen. Voor de kinderen betekent dat meteen het einde van hun schooltijd. Vandaar dat het meer en meer noodzakelijk wordt dat humanitaire hulp ook in onderwijs voorziet. Het leven in een vluchtelingenkamp is zwaar. Door onderwijs aan te bieden, hebben de families toch een beetje het gevoel dat het gewone leven herneemt. De schoolgang beschermt de kinderen en bereidt hen voor op een rustiger leven na het kamp.
Een groot probleem is tevens het gebrek aan financiering van de onderwijssector. Dat het onderwijs onmisbaar is, daar lijkt iedereen het wel over eens. Maar de resultaten laten veel langer op zich wachten dan bijvoorbeeld bij gezondheidszorg. De ondersteuning van het onderwijs is veeleer een langetermijninvestering. Vandaar dat het makkelijk over het hoofd wordt gezien, zowel door de landen zelf als door de internationale gemeenschap.
Krachtigste wapen
Voor België heeft onderwijs altijd op het voorplan gestaan én het is een topprioriteit voor minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez. Tijdens het event op hoog niveau werd ijverig gezocht naar vernieuwende financiering zoals schulden omzetten in financiering van projecten. Of door het betrekken van de private sector. De aanwezige ontwikkelingsbanken – waaronder de Islamic Development Bank – en de Wereldbank engageerden zich om meer aandacht te besteden aan onderwijs.
De beide events slaagden erin om de hele onderwijssector bijeen te brengen – inclusief de private sector en de partnerlanden in het Zuiden – om constructief van gedachten te wisselen. Alle betrokken spelers werden gemobiliseerd om onderwijs niet uit het oog te verliezen en de debatten reikten oplossingen aan voor de vele uitdagingen.
Want zoals Nelson Mandela ooit zei: “Onderwijs is het krachtigste wapen dat we kunnen inzetten om de wereld te veranderen.” In de 7de eeuw voor Christus al opperde Kuang Chung: “Als je binnen het jaar resultaten wilt, zaai dan zaden. Wil je over 10 jaar resultaten, plant een boom. Wil je resultaten die een leven lang duren, ontwikkel de mensen.”
België zet zich in voor onderwijs
In 2021 investeerde de Belgische Ontwikkelingssamenwerking 124,2 miljoen euro in onderwijs via uiteenlopende kanalen.
In de gouvernementele samenwerking – tussen overheden – ondersteunen we in diverse partnerlanden het basisonderwijs. Onder andere in Burkina Faso, Burundi, DR Congo, Niger, Palestina en Oekraïne. Het beroepsonderwijs krijgt steun in onder meer Benin, Oeganda, Tanzania en Senegal.
Wat multilaterale samenwerking betreft – via internationale instellingen – zijn we van bij het begin een trouwe financier van het Global Partnership for Education (GPE). Voor de periode 2020-2024 gaf ons land 26 miljoen euro. De Europese Commissie voorziet 20,4% van het GPE-budget of 700 miljoen euro voor de periode 2020-2025.
Verder dragen we bij aan de in de tekst vermelde TEI’s. Ook UNICEF – het VN-kinderfonds – krijgt steun van België en voor UNESCO – de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur – betalen we de verplichte bijdrage.
Ook de civiele samenleving ontvangt steun voor onderwijsprojecten. Denk aan VVOB, APEFE, Plan, ACTEC, Broederlijk Delen en zo meer. Het hoger onderwijs wordt ondersteund via de koepels VLIR (Vlaams) en ARES (Franstalig).
Ten slotte kunnen ook onze humanitaire programma’s onderwijs ondersteunen in crisissituaties.
Meer over Mens

‘We kunnen in Europa enkel gezond zijn als iedereen gezond is’
Het Belgische EU-voorzitterschap plaatste gezondheid centraal en bouwde verder aan solide gezondheidssystemen in Afrika. Ons lan...

België laat Afghaanse vrouwen niet in de steek
Nadat de taliban in 2021 het bestuur van Afghanistan overnamen, hebben de Afghaanse vrouwen het hard te verduren. Ons land onder...

Laten we de volgende pandemie vandaag een halt toeroepen
‘Mondiale gezondheid is niet meer uitsluitend een kwestie van ontwikkelingshulp, maar is veeleer een thema in het gemeenschappel...