België reageert snel op Mpox-uitbraak in Afrika

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Foto van het Mpox-virus

Zo ziet het Mpox-virus eruit (© Getty Images).

België schonk 20.000 vaccindosissen en investeert 2 miljoen euro om een uitbraak van Mpox in Centraal-Afrika in te dammen. En het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel zal bijna 2 miljoen euro heroriënteren naar respons op Mpox. Want niemand is veilig tot iedereen veilig is.

Op 13 augustus 2024 kondigde Africa CDC – het Africa Centres for Disease Control and Prevention – een noodtoestand af voor ‘continentale veiligheid’. Het betrof een uitbraak met Mpox (zie kader) die zich vanuit DR Congo – zowel centrale provincies als steden in de oostelijke provincie Kivu zoals Kamituga en Goma - uitbreidde naar omliggende landen zoals Burundi, Rwanda, Kenia en Oeganda. Een dag later verklaarde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) het een gezondheidsnoodsituatie van ‘internationaal belang’. Reden: de hoge besmettelijkheid van de ziekte en het gevaar voor de volksgezondheid wereldwijd.

Wat is Mpox?


Mpox wordt veroorzaakt door een eerder zeldzaam virus dat verwant is aan het virus dat de door ons gekende ’gewone’ pokken veroorzaakt. Het ziekteverloop is wel minder dramatisch en gaat gepaard met koorts en huidletsels zoals rode vlekjes en pukkeltjes. Normaal geneest Mpox vanzelf. Toch kan het in sommige gevallen dodelijk zijn, voornamelijk bij kinderen jonger dan 5 jaar oud.

Net zoals COVID-19 is Mpox een zoönose, een ziekte die oorspronkelijk wordt overgedragen van dier op mens. Het is nog onduidelijk welke dieren een reservoir vormen voor het Mpox-virus, maar apen en eekhoorns zijn er zeker vatbaar voor.

Overdracht kan gebeuren van dier op mens of van mens op mens. Denk aan contact met lichaamsvochten (wondvocht…) of slijmvliezen, en besmet beddengoed.

De ziekte is endemisch in veelal bosrijke gebieden in Centraal- en West-Afrika, die respectievelijk de clade I en clade II-variant huisvesten (clade = grote groep verwante organismen). In 2022 was er een eerste mondiale uitbraak met clade II, met tientallen gevallen in Europa – waaronder ook België – en andere delen van de wereld. De huidige nieuwe variant clade Ib lijkt hoofdzakelijk verspreid te worden via contacten tussen mannen die seks hebben met mannen.

Het risico blijft laag voor de meeste reizigers.

Nieuwe variant


Het verontrustende nieuws was dat een nieuwe variant – clade Ib – zich snel verspreidde in onder andere Oost-Congo. Via sekswerkers en hun klanten was hij makkelijker van mens op mens overdraagbaar en daardoor besmettelijker. Deze clade Ib was al in januari 2024 in het wetenschappelijk tijdschrift Nature beschreven door ons eigen Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG), samen met het Congolese Institut National de Recherches Biomédicales (INRB). De Belgische Ontwikkelingssamenwerking – beheerd door onze FOD – financierde het onderzoek.

Op 17 oktober 2024 – na 40 weken epidemie – telden we 42.438 gevallen – waarvan 8.113 bevestigd en 1.100 dodelijk – over alle vijf Afrikaanse regio’s, maar vooral in Congo. Zo waren er ondertussen ook gevallen bekend in Kameroen, Nigeria, Ivoorkust, Marokko en Zuid-Afrika. Veel gevallen raken echter niet bevestigd bij gebrek aan testen en testcapaciteit ter plekke.
 

Snelle respons


Ons land heeft dan ook snel maatregelen genomen. Op vraag van het EU-gezondheidsagentschap HERA – Health Emergency Preparedness and Response – heeft België een formele aanvraag ingediend waardoor de EU 215.000 Mpox-vaccindosissen kon vrijmaken voor Afrika (15 augustus 2024).  

Maar ons land tastte ook zelf in de buidel. Op 6 september 2024 schonk het 20.000 vaccindosissen uit eigen stock aan Congo. Dat was mogelijk omdat de toestand bij ons voldoende geruststellend was. Natuurlijk werd die stock ondertussen weer aangevuld.

Voorts besteden we 2 miljoen euro voor een vaccinatiecampagne en onderzoeksproject in Zuid-Kivu (Congo). Dat project wordt uitgevoerd door een consortium van het ITG, het INRB en de lokale ngo ALIMA. ALIMA zal instaan voor vaccinatie tegen Mpox terwijl het ITG en het INRB zullen nagaan hoe het zit met de acceptatie van het vaccin bij de bevolking. Beide onderzoeksinstellingen zullen ook onderzoeken in hoeverre de vaccinatiecampagne het aantal Mpox-gevallen doet afnemen.

Ook het Belgische ontwikkelingsagentschap (Enabel) doet een duit in het zakje. Het zal een kleine 2 miljoen euro van zijn gezondheidsluik heroriënteren naar de respons op Mpox in Congo (circa 800.000 euro) en Burundi (circa 1,1 miljoen euro). De heroriëntatie omvat onder meer de opsporing en behandeling van Mpox-patiënten naast een gerichtere sensibilisering van de bevolking. Enabel neemt ook de coördinatie op zich van de Belgische medische ngo’s (Memisa, Rode Kruis…) die in beide landen werkzaam zijn.
 

Solide gezondheidssystemen


Deze snelle reactie op de epidemie bewijst opnieuw de voortrekkersrol die ons land speelt in de internationale samenwerking op vlak van gezondheid. Ook het Belgische EU-voorzitterschap plaatste gezondheid centraal. We steunden voluit Africa CDC om een degelijk gezondheidsbeleid voor Afrika uit te werken. Dat Afrika CDC de Mpox-epidemie zo goed opvolgt, toont aan dat onze steun vruchten afwerpt. Internationale solidariteit werkt!

Sinds de coronapandemie zet ons land voluit in op de versterking van gezondheidssystemen in veel partnerlanden. De redenering is dat het veel efficiënter is om in te zetten op goed werkende gezondheidssystemen die dan zelf mogelijke epidemieën kunnen opvangen, dan zich te focussen op bepaalde ziektes.

Deze Mpox-uitbraak bevestigt dat de redenering klopt. Mpox slaat vooral toe in gebieden waar de gezondheidszorg niet voldoende toegankelijk of weerbaar is en mensen moeilijker bij een dokter of gezondheidscentrum geraken. Het blijft dus broodnodig om de gezondheidssystemen – en ook de toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg – stevig te ondersteunen.

Zoals we vroeger al meldden: “Mondiale gezondheid is niet meer uitsluitend een kwestie van ontwikkelingssamenwerking, maar is veeleer een thema in het gemeenschappelijk belang van alle mensen en landen. Daarbij is niemand veilig totdat iedereen veilig is. Hoe meer we de gezondheidsproblemen wereldwijd kunnen aanpakken, hoe beter ons welzijn en onze welvaart ervoor zullen staan.