België timmert mee aan respect voor mensenrechten wereldwijd

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Zicht op de grote zaal tijdens een speciale sessie over de verslechterende mensenrechtensituatie in Oekraïne door de Russische agressie.

Zicht op de grote zaal tijdens een speciale sessie over de verslechterende mensenrechtensituatie in Oekraïne door de Russische agressie. © UN Photo/Jean Marc Ferré

Op 1 januari 2023 wordt België gedurende 3 jaar lid van de VN-Mensenrechtenraad. Maar wat doet de Mensenrechtenraad precies? En wat zullen de prioriteiten van ons land zijn?

De Verenigde Naties (VN) – opgericht in 1945 vlak na WOII – zijn gebouwd op 3 pijlers die sterk met elkaar verweven zijn: (1) vrede en veiligheid in de wereld, (2) duurzame ontwikkeling voor allen en (3) bescherming van mensenrechten.

In 1948 volgde de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het eerste document in de geschiedenis dat helder omschrijft wat fundamentele mensenrechten precies inhouden. Talloze internationale verdragen, verklaringen en andere instrumenten rond mensenrechten werden erdoor geïnspireerd.

De Universele Verklaring drukt vanzelfsprekend een ideaalbeeld uit. De erin opgesomde rechten – zoals recht op arbeid, rust, onderwijs, een nationaliteit, eigendom, vrijheid van godsdienst… - worden niet altijd gerespecteerd. Daarom beschikt de VN over organen die die mensenrechten moeten promoten en beschermen.

De VN-Mensenrechtenraad (HRC) speelt een sleutelrol in dit verband. Het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR) neemt het secretariaat van de HRC op zich. Beide instanties bevinden zich in Genève (Zwitserland).

Een instelling met legitimiteit in de hele wereld

Sinds zijn oprichting in 2006 is de HRC uitgegroeid tot een stevige structuur met diverse procedures, werkgroepen en commissies. Fundamenteel daarbij is dat de werking van de HRC de diversiteit van de VN weerspiegelt en dat elk VN-lidstaat aldus de legitimiteit van de HRC kan onderschrijven.

Zo is de HRC samengesteld uit 47 lidstaten die bij simpele meerderheid verkozen worden door de Algemene Vergadering van de VN, dus door alle andere lidstaten. Om de geografische spreiding te garanderen kreeg elke regio een bepaald aantal zitjes toegewezen. In de HRC zetelen 13 landen van Afrika, 13 van Azië en de Stille Oceaan, 8 van Latijns-Amerika en de Caraïben, 6 van oostelijk Europa en 7 van westelijk Europa en andere landen. Deze laatste groep omvat ook landen als Canada, de VS en Australië.

Elk lid krijgt een mandaat van 3 jaar. Dat betekent dat jaarlijks een derde van de leden wordt vernieuwd. België zetelde al 2 keer in de HRC en begint op 1 januari 2023 aan een derde termijn.

Sinds zijn ontstaan zetelden al 117 VN-lidstaten – van de 193 – in de HRC, een mooie weerspiegeling van de diversiteit binnen de VN. Bovendien worden landen die geen permanente vertegenwoordiging hebben in Genève – de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten – ondersteund om aan de werking van de HRC deel te nemen, via beurzen en opleidingen.

Ook het dagelijks bestuur – een Bureau – kent een beurtrol. Daarin zetelen een president en 4 vicepresidenten die elk een van de 5 regio’s vertegenwoordigen. Ze worden jaarlijks vernieuwd.

Overigens kunnen ook waarnemers actief deelnemen aan de zittingen van de HRC. Denk aan landen die geen lid zijn, ngo’s, nationale mensenrechteninstituten en intergouvernementele organisaties.

Image
Tetiana Lomokina (scherm), adviseur van de president van Oekraïne, spreekt een meeting toe over de humanitaire en mensenrechtensituatie in Mariopol (Oekraïne) op de 50Ste sessie van de Mensenrechtenraad (juni 2022).

Tetiana Lomokina (scherm), adviseur van de president van Oekraïne, spreekt een meeting toe over de humanitaire en mensenrechtensituatie in Mariopol (Oekraïne) op de 50Ste sessie van de Mensenrechtenraad (juni 2022). © UN Photo/Jean Marc Ferré

Kerntaken

De HRC vaardigt resoluties en besluiten uit die niet wettelijk bindend zijn. Toch vertolken deze wel degelijk sterke politieke engagementen. Daarnaast ontwikkelt hij wettelijk bindende instrumenten zoals een klachtprocedure voor de Conventie over de Rechten van het Kind. Hij stelt tevens internationale standaarden op zoals rond ‘mensenrechten en private ondernemingen’.

Verder gaat de HRC na of mensen hun rechten kunnen gebruiken. Hij controleert wat overheden doen om de mensenrechten in hun land te beschermen en of ze ook uitvoeren wat ze binnen de VN beloofd hebben. Soms moet hij daarbij grove schendingen van mensenrechten aankaarten. De HRC ziet er ook op toe dat de mensenrechten voldoende aandacht krijgen binnen het volledige VN-stelsel.

De HRC kan landen technisch bijstaan en er expertise helpen opbouwen om de mensenrechten op hun territorium te promoten zoals eerder gebeurde in Zuid-Soedan en Libië.

Mensenrechten vormen een werk van lange adem, maar de HRC kan zeker al successen voorleggen. Door vroeg de alarmbel te luiden kan de HRC ontluikende mensenrechtencatastrofes voorkomen en verhinderen dat langdurige crisissen zich verspreiden.

Algemene werking

De HRC vergadert minstens 10 weken per jaar in Genève, verspreid over maart, juni en september. De 4 weken durende sessie in maart wordt geopend met een ministeriële zitting.

Tijdens een reguliere sessie worden de jaarverslagen besproken van de HRC en de OHCHR, staan de toestand in de Palestijnse gebieden en de opvolging van de Durban Verklaring rond discriminatie op de agenda en zo meer. Ook technische bijstand en opbouw van expertise komen steevast aan bod.

Op verzoek van minstens een derde van de leden kunnen spoedsessies (of crisisvergaderingen) bijeengeroepen worden. Zo werden in 2010, naar aanleiding van de Arabische Lente, spoedsessies gehouden over de wreedheden in Syrië en Libië. Dit jaar vond er een plaats over Iran.

Resoluties

De reguliere bijeenkomsten zijn dé plek om de resoluties te bespreken. Deze drukken de visie uit van de leden van de HRC of een meerderheid ervan over een specifiek mensenrechtenthema. Ze kunnen zowel over een land gaan als over een thema.

De resoluties zijn niet wettelijk bindend, maar hebben wel een indirecte impact op lange termijn. Zij sturen immers aan op wijzigingen in wetgeving of op beste praktijken op nationaal niveau. Resoluties trekken ook de aandacht van de internationale gemeenschap op specifieke thema’s en kunnen andere instellingen zoals de VN-Veiligheidsraad aansporen tot actie.

In 2020 had de HRC al 1779 resoluties aangenomen, waarvan 80% bij consensus. Ongeveer de helft was thematisch. Denk aan onderwerpen als democratie, mensenhandel, terrorisme, vrouwenrechten, migratie, personen met een handicap, LGBTQ+-rechten en zo meer.

Universeel Periodiek Onderzoek

Met het Universeel Periodiek Onderzoek (UPO) onderwerpt de HRC elke VN-lidstaat aan een evaluatie van de mensenrechtentoestand in het land, en dat op volledige voet van gelijkheid. Het UPO is immers een peer review (toetsing door gelijken) waarbij elk land door andere landen wordt doorgelicht.

Op 4,5 jaar tijd worden alle VN-lidstaten geëvalueerd. Dat houdt in dat er jaarlijks 42 landen aan bod komen. Het UPO wordt uitgevoerd door een werkgroep waarin alle 47 leden van de HRC vertegenwoordigd zijn. Daarvan leveren 3 landen de rapporteurs, de zogenaamde ‘troika’. Ook landen die geen lid zijn, kunnen als waarnemer optreden.

Het UPO begint met een algemene beoordeling van de mensenrechtentoestand in een land. Daarna krijgt het land 4,5 jaar om de aanbevelingen uit te voeren die de situatie moeten verbeteren. Na die periode wordt nagegaan in hoeverre de toestand daadwerkelijk verbeterd is.

De finale beoordeling wordt gebaseerd op een drietal rapporten. Zo stelt het land dat geëvalueerd wordt zelf een rapport op. Daarnaast compileert de werkgroep alle informatie over dat land waar de VN over beschikt via zijn eigen instanties zoals het VN-Kinderfonds (UNICEF) of de organen die een verdrag opvolgen. Ook de informatie geleverd door de civiele samenleving wordt gebundeld. Dat betreft input van ngo’s, academische instellingen, verdedigers van mensenrechten, nationale mensenrechteninstellingen en zo meer.

Gemiddeld krijgt een land zo’n 180 aanbevelingen waarvan het er ook kan weigeren. Ongeveer 75% van de aanbevelingen worden aanvaard.

Voor België is een UPO steeds een belangrijke oefening. Vorig jaar sloot ons land de derde cyclus af. Het kon verbeteringen voorleggen zoals de daling van de overbevolking in de gevangenissen, en de bekrachtiging van de Conventie van Istanbul over de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

Het unieke aan het UPO is dat elk land gelijk behandeld wordt en dat het onderzoek ernstig en met open vizier gevoerd wordt. Elk land erkent daarbij dat de situatie op vlak van mensenrechten nergens perfect is en dat er steeds ruimte is voor verbetering. Het is niet altijd eenvoudig voor een land om dat zelf correct in te schatten. De blik door andere landen tijdens het UPO is dan ook zeer leerrijk.

Het UPO leidde al tot opmerkelijke verbeteringen in de diverse landen: nieuwe wetten en praktijken rond mensenrechten, betere bescherming van slachtoffers, versterking van de rechtsstaat en justitie, en aansprakelijkheid bij misbruiken.

Image
Olivier De Schutter

De Belg Olivier De Schutter, speciaal rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten, brieft verslaggevers op het VN-hoofdkwartier (oktober 2022). © UN Photo/Loey Felipe

Speciale rapporteurs

Geregeld horen we spreken over speciale rapporteurs van de VN. Bijvoorbeeld over het recht op onderwijs, recht op vrijheid van meningsuiting, recht op voeding en zo meer. Maar ook over landen als Belarus, Cambodja en Afghanistan. Momenteel is de Belg Olivier De Schutter speciaal rapporteur over extreme armoede en mensenrechten.

Deze rapporteurs zijn experten die door de HRC worden benoemd om onbezoldigd en onafhankelijk een thema uit te spitten. Ze zijn de ogen en oren van de HRC en kunnen terreinbezoeken uitvoeren en mensenrechtenschendingen aanklagen. Op die manier kunnen ze bijdragen tot nieuwe standaarden rond mensenrechten, het publiek sensibiliseren en advies verlenen over technische bijstand. Thematische rapporteurs hebben een mandaat van 3 jaar, landenrapporteurs worden elk jaar geëvalueerd.

Daarnaast bestaan er ook werkgroepen waarin 5 experten – een per regio - zetelen. Zo zijn er werkgroepen die zich wijden aan mensen van Afrikaanse afkomst, aan multinationals en aan discriminatie tegen meisjes en vrouwen.

Ten slotte stelt de HRC soms onafhankelijke onderzoekscommissies en internationale missies voor feitenonderzoek aan. Deze krijgen een mandaat om specifieke gebeurtenissen te onderzoeken zoals oorlogsmisdaden of misdaden tegen de mensheid. Momenteel zijn er 7 actief, onder andere rond Myanmar, Venezuela en Yemen.

Adviescomité

Het adviescomité is de ‘reflectiegroep’ van de HRC, een soort denktank die op vraag van de HRC studies uitvoert en adviezen formuleert. 18 onafhankelijke experten zijn er lid van, evenredig verdeeld volgens de regio’s. Zij bogen zich tot nu toe over thema’s als post-conflictsituaties, recht op voeding, rechten van albino’s en dergelijke.

Klachtprocedure

Individuen, groepen en organisaties kunnen klacht indienen over grove en bewezen schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden. De klacht moet wel door meerdere personen of entiteiten worden ingediend en in het betrokken land moeten alle gerechtelijke procedures uitgeput zijn.

De klachtprocedure is de enige universele procedure die alle mensenrechten en fundamentele vrijheden omspant in alle VN-lidstaten. Jaarlijks worden ongeveer 4000 klachten ingediend.

Diverse fora, mechanismen en werkgroepen

Ten slotte zijn er nog diverse organen die met specifieke thema’s bezig zijn. Zo bestaat er een ‘expertenmechanisme’ dat zich wijdt aan de rechten van de inheemse volkeren en een ander aan het recht op ontwikkeling. In de laatste zetelt de Belg Koen De Feyter.

Daarnaast zijn er fora voor minderheden, voor ondernemingen & mensenrechten, en voor mensenrechten, democratie & de rechtsstaat. Eens per jaar komt het sociaal forum bijeen om te debatteren over een bepaald thema. Het vormt een unieke plaats voor een open dialoog tussen de civiele samenleving, vertegenwoordigers van de lidstaten en intergouvernementele organisaties. In het verleden kwamen onder meer de impact van de economische en financiële crisis op de mensenrechten aan bod, naast rechten van ouderlingen en zo meer.

Ten slotte bestaan er een aantal werkgroepen die zich wijden aan raciale discriminatie, onderwijs en opleiding, recht op vrede en zo meer.

Prioriteiten van België tijdens lidmaatschap

Mensenrechten vormen een hoeksteen van het Belgisch buitenlands beleid. Ze zijn immers een essentiële voorwaarde om vrede, veiligheid en ontwikkeling mogelijk te maken. Mensenrechten zijn geen gunst vanwege de staten, maar een verplichting, voor iedereen en altijd. Ons land zal zich dan ook voluit inzetten tijdens zijn lidmaatschap van 2023 tot 2025.

Voor België zijn alle mensenrechten even belangrijk, zowel de burgerlijke en politieke rechten als de economische, sociale en culturele rechten, in hun ondeelbaarheid en met hun onderlinge afhankelijkheid. Speciale aandacht zal wel gaan naar de rechtsstaat en de strijd tegen straffeloosheid, de afschaffing van de doodstraf, de bescherming van de burgerlijke ruimte en mensenrechtenverdedigers, en vanzelfsprekend ook gendergelijkheid en de strijd tegen discriminatie, met bijzondere focus op vrouwen en meisjes. Als loyale EU-lidstaat en voorstander van het gezamenlijk optreden van de EU-lidstaten, zal ons land ook blijven ijveren voor de uitvoering van een Europese mensenrechtendiplomatie.

Conclusie

De VN-Mensenrechtenraad is uitgegroeid tot een solied orgaan dat waakt over een hoeksteen van de VN. Zonder respect voor mensenrechten kunnen we onmogelijk een veilige wereld bekomen waarin iedereen een menswaardig leven kan leiden. Het is een moeizame weg maar de HRC beschikt over doeltreffende mechanismen om heel geleidelijk aan de weg te timmeren, en dat ten bate van alle landen en iedereen, in een geest van gelijkwaardigheid en openheid. De HRC is voor ons land een cruciale instelling waarvoor het zich ten volle wil inzetten.