België wil wereldwijd meer klimaatambitie

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Nationaal park Odzala in DR Congo

Een deel van de Belgische klimaatfinanciering gaat naar de bescherming van het Congobekken.
Foto: het nationaal park Odzala in DR Congo. © iStock

In het klimaatakkoord van Parijs staat dat de rijke landen vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar ter beschikking stellen van de armere landen. Bovendien zou dat bedrag in 2025 bijgesteld worden. Deze zogenaamde ‘klimaatfinanciering’ kan gebruikt worden om zich aan te passen aan de klimaatverandering (adaptatie) en om minder broeikasgassen uit te stoten of ze op te slaan in bodem, bossen en dergelijke (mitigatie).

Jaarlijks minstens 135 miljoen euro

Aan deze belofte werd nog altijd niet voldaan. In 2019 kwamen de rijke landen uit op iets minder dan 80 miljard dollar. Ook de recente klimaattop in Glasgow (COP26) leverde geen concreet pad op om de 100 miljard dollar te halen. Wel hebben verschillende landen waaronder België aangekondigd hun klimaatfinanciering te verhogen.

België schonk tot nu toe jaarlijks in totaal zo’n 90 miljoen euro, de bijdragen door de gewesten inbegrepen. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking schaalt haar bijdrage daaraan op van gemiddeld 70 miljoen euro naar 100 miljoen euro in 2021, en zal het bedrag daarna verder optrekken. Vanaf 2022 zal de totale Belgische klimaatfinanciering oplopen tot jaarlijks minstens 135 miljoen euro.

Het Belgisch klimaatgeld vloeit vooral naar adaptatie – een wens van de armere landen – met name in de minst ontwikkelde landen en in Afrika. Zo promoot het een duurzame stadsontwikkeling en zet het in op een veerkrachtige en klimaatslimme landbouw. Dat is een vorm van landbouw die zich niet alleen aanpast aan het veranderende klimaat, maar er ook naar streeft minder broeikasgassen uit te stoten. Naast het klimaat moeten ook de biodiversiteit en duurzaam bosbeheer baat hebben bij de Belgische klimaatfinanciering.

Diverse kanalen

Het geld wordt onder meer besteed via internationale initiatieven zoals het Green Climate Fund (60 miljoen euro in 2021-2023) en het Least Developed Countries Fund (verhoging tot 15 miljoen euro per jaar). Het ondersteunt ook klimaatactie in de Belgische partnerlanden in samenwerking met VN-agentschappen zoals het VN-ontwikkelingsprogramma (UNDP) in Gaza en Niger (in totaal 30 miljoen euro in 2021-2023).

Ook het Central African Forest Initiative ontvangt steun. Deze organisatie wil, door de drivers van ontbossing aan te pakken, het Congobekken beschermen met een drievoudig doel: de klimaatverandering terugdringen, de biodiversiteit behouden en de armoede bestrijden.

België wil ook een aantal landen bijstaan om hun klimaatbeleid te versterken, meer bepaald via het ‘NDC Partnership’. NDC’s zijn de ‘nationaal bepaalde bijdragen’ waartoe elk land zich engageert om de klimaatverandering tegen te gaan. Hogere NDC’s moeten de bijgestane landen op weg zetten naar een koolstofarme en veerkrachtige samenleving, waar alle inwoners van kunnen profiteren.

Ons land zegde ook 13 miljoen dollar toe aan LoCAL, een initiatief van het VN-kapitaalontwikkelingsfonds (UNCDF). Daarmee worden klimaatacties opgezet voor lokale gemeenschappen in Mozambique en Oeganda. In Oeganda zullen 1,2 miljoen mensen daar de vruchten van kunnen plukken.

Er vloeit tevens 50 miljoen euro naar de Sahel (2021-2024) om er onder meer woestijnvorming mee tegen te gaan. Daarnaast gaat een deel van het Belgisch klimaatgeld naar de integratie van klimaatactie in de programma’s en projecten voor duurzame ontwikkeling van de Belgische ngo’s en het Belgisch ontwikkelingsagentschap Enabel.

Aandeelhouder multilaterale ontwikkelingsbanken

Maar België wil ook andere hefbomen benutten om de wereld sneller op weg te zetten naar klimaatneutraliteit. Zo is België aandeelhouder van een aantal multilaterale ontwikkelingsbanken. De Wereldbank is daarvan de meest gekende, maar ons land is ook betrokken bij een aantal regionale ontwikkelingsbanken zoals de Aziatische, Afrikaanse en Inter-Amerikaanse  Ontwikkelingsbank. In al die banken zit er telkens een Belgische vertegenwoordiger. Belgiës aanwezigheid in die banken valt onder de voogdij van zowel de minister van Financiën als die van Ontwikkelingssamenwerking.

Hernieuwbare energie in, steenkool out

Ontwikkelingsbanken spelen een belangrijke rol bij het faciliteren van een duurzame ontwikkeling in de armere landen. België wil er voortaan extra op toezien dat die ontwikkeling volledig in lijn ligt met het klimaatakkoord van Parijs. Dat betekent dat ons land investeringen in steenkool categoriek zal afwijzen. Investeringen in olie en gas zijn alleen nog tijdelijk aanvaardbaar als ze aan scherpe voorwaarden voldoen. Denk aan een concrete bijdrage leveren aan de transitie naar een koolstofarme samenleving of een duidelijk positieve impact hebben op ontwikkeling als hernieuwbare energie nog niet haalbaar is. België zal vooral hernieuwbare energie ondersteunen en er bij het bestuur van de ontwikkelingsbanken op aandringen om veel actiever te zijn op dat vlak. Lopende projecten rond fossiele energie moeten zo snel mogelijk stopgezet worden.

Overigens heeft ons land zich bij een aantal internationale coalities aangesloten die de klimaatambitie van ontwikkelingsbanken willen verhogen. Op die manier zal Belgiës stem zwaarder doorwegen. Tijdens de COP26 ondertekende België een internationale verklaring waarmee het zich verbindt om zijn publieke steun prioritair te verlenen aan een schone-energietransitie.

Druk met impact

De druk op de ontwikkelingsbanken heeft al duidelijk impact. Tijdens de COP26 kwamen 10 grote ontwikkelingsbanken naar buiten met een gezamenlijke verklaring. Daarmee engageren ze zich om hun financiering verder te stroomlijnen met het klimaatakkoord van Parijs. Zo willen ze steenkool afbouwen en er tegelijkertijd op toezien dat de betrokken werknemers andere jobs krijgen. Ze geven ook meer aandacht aan oplossingen gebaseerd op de natuur.