-
Laatst bijgewerkt op
Een vrouw staart naar een opgedroogde bron in Mozambique (2016). © Aurélie Marrier d’Unienville/IFRC
De 27ste klimaattop (COP27) in Sharm-el-Sheikh (Egypte, 6-18 november 2022) zal zich vooral buigen over de verzuchtingen van de armere landen. Maar ook de broodnodige beperking van de uitstoot van broeikasgassen zal op de agenda staan. We vroegen tekst en uitleg aan Ulrik Lenaerts (FOD Buitenlandse Zaken), de nummer 2 van de Belgische klimaatdelegatie.
Sedert de vorige klimaattop in Glasgow, in november 2021, leven we eens te meer in een andere wereld. We hadden nog maar net min of meer COVID bedwongen – al blijft waakzaamheid geboden tot vandaag – of de invasie van Rusland in Oekraïne op 24 februari 2022 stortte de wereld in nieuwe crisissen: energie, voedsel… Exploderende energieprijzen deden veel landen teruggrijpen naar steenkool. Was het niet de bedoeling om steenkool resoluut te bannen, en bij uitbreiding alle fossiele brandstoffen?
Urgentiebesef blijft overeind
Door al die bijkomende crisissen lijkt de aandacht voor de klimaatcrisis te verslappen. Maar dat beeld klopt niet. In 2022 bestond er nauwelijks een plek en geen enkele mens op aarde die niet overrompeld werd door klimaatextremen. Europa werd geteisterd door hittegolven en extreme droogte. In Vlaanderen hing de drinkwatervoorziening aan een zijden draadje. Pakistan kreunde maandenlang onder extreme droogte en hitte tot deze zomer heftige moessons een derde van het land blank zetten.
‘Het urgentiebesef blijft echt wel overeind’, zegt Ulrik Lenaerts (FOD Buitenlandse Zaken), de nummer 2 van de klimaatdelegatie die voor België onderhandelt binnen de EU en de VN. ‘Het is niet zo dat de landen die weer meer steenkool inzetten, hun klimaatplannen plots aan hun laars lappen. Het betreft hier noodmaatregelen. De EU heeft zelfs haar Fit for 55-pakket – het plan om de uitstoot van broeikasgassen met 55% te beperken tegen 2030 – uiterst snel goedgekeurd en met haar REPowerEU-initiatief wil ze zelfs een stap verder gaan.’
Met REPowerEU wil de EU versneld afkicken van Russisch gas en olie. Dat is mogelijk door burgers en ondernemingen aan te sporen energie te besparen, door sterk in te zetten op hernieuwbare energie en door op zoek te gaan naar andere leveranciers.
Armere landen eisen meer aandacht voor adaptatie en geleden schade
Er is wel een duidelijke tendens merkbaar sedert Glasgow. Precies omdat het ontwrichte klimaat overal zo fel toeslaat, eisen de armere landen meer aandacht voor aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverstoring (adaptatie) en aan een vergoeding van de opgelopen schade (loss & damage).
Een terechte verzuchting. Want vaak ondervinden de armere landen de grootste schade, hoewel hun uitstoot van broeikasgassen zo beperkt is dat ze nauwelijks tot de klimaatverstoring hebben bijgedragen. Vooral de rijke landen dragen bij tot de opwarming van de aarde en dus moeten zij hun verantwoordelijkheid opnemen, vinden ze.
Zicht op de overstromingen in Pakistan (september 2022). Meer dan 1300 mensen lieten het leven, tientallen miljoenen mensen werden dakloos en een derde van het land stond onder water. © UN Photo/Eskinder Debebe
Een opwarming van 2,1°C is dramatisch
Toch blijft mitigatie – het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen – dé basis van de strijd tegen de klimaatverstoring. Want hoe meer broeikasgassen, hoe hoger de opwarming en hoe groter de schade. ‘Sedert het Klimaatakkoord van Parijs ging er veel aandacht naar mitigatie’, zegt Lenaerts. ‘Ook op de top in Glasgow was het een prioriteit. Hoofddoel was om de 1,5°C-doelstelling levend te houden. Daarom werden de landen die nog geen aangepaste nationale bijdragen ingediend hadden om hun uitstoot tegen 2030 te beperken, met klem aangespoord om dat zo snel mogelijk te doen. Ze werden ook gevraagd om het engagement aan te gaan om halverwege de eeuw klimaatneutraal te zijn.’
En dat lukte vrij goed. Lenaerts: ‘151 partijen van het Klimaatakkoord van Parijs dienden verhoogde nationale bijdragen in en 74 landen, waaronder vrijwel alle grote economieën zoals China, beloofden klimaatneutraal te worden tegen 2050 of 2060.’
Alleen is na de top in Glasgow het momentum om de nationale bijdragen te verhogen, wat vervlogen. Lenaerts: ‘Sindsdien hebben maar 20 bijkomende landen hun verhoogde bijdragen ingediend. Oppervlakkig bekeken geen slecht resultaat, maar als je de optelsom maakt van alle inspanningen, dan kom je in het beste geval – als alles effectief uitgevoerd wordt en op lange termijn – aan een opwarming van om en bij de 2,1°C.’
En dat is dramatisch. Zeker als je er rekening mee houdt dat de huidige opwarming van 1,1°C al zo’n grote impact heeft. Niet alleen in de vorm van hevige orkanen en extreme hitte en droogte, maar ook bijvoorbeeld door het smelten van gletsjers en de aantasting van koraalriffen.
Het kritische decennium: vóór 2030 moet het gebeuren!
Nieuwe rapporten van het Internationale Klimaatpanel die dit jaar verschenen en weinig aandacht kregen in de pers, stellen het plaatje bijzonder scherp: bij stijgende temperaturen nemen de schadelijke gevolgen exponentieel toe. Dus bij elke tiende graad verhoging komt er veel meer wateroverlast, extreme hitte en zo meer. Bij een opwarming van 3°C kunnen de periodes van droogte zelfs 10 maanden aanhouden!
‘Het Klimaatpanel wijst er ook op dat de uitstoot tegen 2030 met minstens 45% moet dalen’, benadrukt Lenaerts. ‘De window of opportunity is dus uitermate kort. Vóór 2030 moet het gebeuren! We beleven dus het ‘kritische decennium’. We moeten onmiddellijk, snel en op grote schaal de uitstoot van broeikasgassen beperken! Jammer genoeg zie je dat niet op wereldschaal gebeuren.’
Geen miljarden, maar biljoenen: zie het als opportuniteiten om te investeren
De 100 miljard dollar per jaar – vooral publiek geld - die de rijke landen ter beschikking moeten stellen van de armere landen verzinken in het niets bij de biljoenen dollar die nodig zijn om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. Maar dat hoeft niet onoverkomelijk te zijn. Het is vooral van belang er met een andere bril naar te kijken. De klimaatrobuuste infrastructuur en huisvesting, de irrigatie, de herbebossing, de offshore windenergie en zo meer die nodig zijn, vergen weliswaar gigantische bedragen maar zijn ook stuk voor stuk opportuniteiten voor investeringen.
‘Een maatschappij die vooruitgaat is een maatschappij die investeert’, stelt Lenaerts. ‘De sterkte van een economie wordt bepaald door het niveau van de investeringen. Vandaar ook dat Belgische spelers zoals de haven van Antwerpen-Zeebrugge zo veel interesse tonen in de COP27. Ze kunnen er immers internationale contacten leggen. De energietransitie is een absolute groeisector.’
Ook de armere landen spelen dat uit, en terecht. Zo wil DR Congo maar al te graag zijn eigen industrie ontwikkelen om zijn enorme rijkdom aan grondstoffen zoals koper, lithium en mangaan te verwerken. Daarvoor zijn investeringen nodig, maar ook transfer van knowhow. Samen met de Pakistaanse regering doktert het VN-Ontwikkelingsfonds initiatieven uit om er investeringen aan te trekken, onder andere in de vorm van groene obligaties.
Een top met Afrikaanse insteek
Toch hebben de armere landen zeker een punt. Lenaerts: ‘Zij redeneren: wat voor zin heeft het scherpere doelen te formuleren als we ze niet kunnen waarmaken? Daarom vragen ze steun bij een rechtvaardige energietransitie. Dat betekent bijvoorbeeld dat mensen die hun job verliezen door de uitfasering van fossiele brandstoffen, elders aan de bak kunnen. Een oprecht redelijke eis, maar het vertraagt wel het proces. We mogen nooit uit het oog verliezen dat klimaatactie een race tegen de tijd is!’
Sowieso zal in Sharm-el-Sheikh veel aandacht gaan naar loss & damage, klimaatfinanciering en klimaataanpassing (zie kader: de 4 grote werven van de COP27). Het wordt dus een top met een duidelijke Afrikaanse insteek. ‘Toch heeft het organiserende Egyptische team ondertussen ingezien dat mitigatie belangrijk blijft, het staat dus ook op de agenda. Egypte wil er een succesvolle COP van maken en laat ook andere thema’s aan bod komen zoals voedselveiligheid, water in de landbouw, klimaat & vredesopbouw, en de energietransitie.’
Belgische aanwezigheid op hoog niveau
De Belgische klimaatdelegatie zal zich naar gewoonte voluit inzetten. Maar ook veel Belgische ministers zullen present tekenen. ‘De klimaattoppen groeien meer en meer uit tot een ontmoetingsplaats voor politici, een beetje vergelijkbaar met de Algemene Vergadering van de VN,’ verduidelijkt Lenaerts. ‘Premier De Croo zal aanwezig zijn voor de discussie op niveau van regeringsleiders en natuurlijk zal ook onze klimaat- en milieuminister Khattabi er zijn, naast de klimaatministers van de regio’s. Andere ministers zullen thematische sessies volgen: minister Lahbib focust op klimaat & veiligheid, minister van Quickenborne heeft een agenda voor de bescherming van de oceanen en minister Van der Straeten draagt energietransitie.’
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Kitir nam het initiatief om 8 jongeren uit te nodigen afkomstig uit de 4 partnerlanden van de Sahel: Senegal, Burkina Faso, Mali en Niger. Ze zullen op de COP27 de stem van de Afrikaanse jeugd te vertegenwoordigen.
Nood aan ambitieuze inspanningen van alle landen
‘Ik verwacht van de COP27 geen grote doorbraak’, besluit Lenaerts. ‘De punten rond loss & damage, klimaatfinanciering en adaptatie moeten uitgeklaard en versterkt worden, maar daarmee zetten we slechts kleinere stappen vooruit. Vandaar dat ons land, samen met de EU, sterk de nadruk zal leggen op de nood aan ambitieuze inspanningen van alle landen om de 1,5°C binnen bereik te houden.’ Er moeten hernieuwde nationale bijdragen komen die kunnen leiden tot klimaatneutraliteit tegen het midden van de eeuw.
Zonder de klimaatonderhandelingen zouden we er veel slechter voor staan
Ondanks de traagheid van de onderhandelingen in het licht van de op ons afstormende, gigantische uitdaging, blijft Lenaerts vertrouwen in het proces. ‘De klimaatonderhandelingen hebben meer dan andere multilaterale processen de politiek en de economie bijgestuurd. Kijk maar naar de enorme, tastbare impact van het Klimaatakkoord van Parijs! Dat de EU geen wagens met verbrandingsmotor meer wil tegen 2035, dat België tegen 2030 de volledige elektriciteitsproductie uit offshore-windenergie wil halen, dat de havens volop inzetten op waterstof, dat was allemaal ondenkbaar zonder het Klimaatakkoord van Parijs.’
De klimaatonderhandelingen zijn dus verre van blablabla. ‘Natuurlijk is het frustrerend om vast te stellen dat we met minstens 2,1°C opwarming nog niet op koers zitten, maar zonder het onderhandelingsproces zouden we er nog veel slechter voor staan, met veel meer dan 3°C opwarming!’
De Belgische klimaatonderhandelaars houden dus het hoofd koel en zullen zich blijven inzetten voor een zo mooi mogelijk resultaat van de COP27 en de COP’s die nog zullen volgen. Overigens, wist je dat je als individuele burger ook je steentje kunt bijdragen? Lees onze 12 tips om klimaatverandering tegen te gaan.
De 4 grote werven van de COP27
1. Loss & damage
Loss & damage – verlies & schade – zal bovenaan de agenda staan. Dat slaat op de schade die landen ondervinden door natuurrampen en door trage evoluties zoals de stijging van de zeespiegel, en dat ondanks alle inspanningen om zich aan te passen of de uitstoot van broeikasgassen te drukken. De armere landen die nauwelijks hebben bijgedragen aan de klimaatverstoring, willen daarmee een soort van schadeloosstelling afdwingen van de rijke landen.
Maar veel rijke landen willen niet aansprakelijk gesteld worden voor de opgelopen schade. Vandaar dat het Klimaatakkoord van Parijs zegt dat er wel over kan gesproken worden, maar niet in termen van compensaties. Waar wel over kan gepraat worden, is avert, minimise en address.
Avert slaat op het voorkomen van rampen, bijvoorbeeld door early warning-systemen te installeren. Minimise wijst op het minimaliseren van de impact, bijvoorbeeld door zich beter op rampen voor te bereiden en beter samen te werken. Address gaat over het aanpakken van het verlies en de schade.
De top in Glasgow bereikte 2 zaken.
- Het Santiago-netwerk uit 2019 kreeg een permanent secretariaat met telefoonnummer waardoor het concreet en toegankelijk werd. Dat netwerk bundelt internationale instellingen die technische assistentie kunnen leveren bij loss & damage zoals humanitaire en ontwikkelingsorganisaties, ontwikkelingsbanken en onderzoeksinstellingen.
- De Glasgow-dialoog werd ingesteld tot 2024. Deze brengt relevante organisaties en belanghebbenden – ngo’s, verzekeraars… - bijeen om te discussiëren over hoe loss & damage kan gefinancierd en versterkt worden.
De armere landen willen echter veel vroeger landen dan in 2024, vandaar dat het thema nu al prominent op de agenda staat. De debatten zullen vooral al bestaande oplossingen bijeenbrengen en hen stimuleren om meer te doen. Denk aan klimaatfondsen, humanitaire organisaties, een initiatief van het VN-secretariaat-generaal om in alle uithoeken van de wereld early warning-systemen in te stellen en het Global Shield. Dat laatste heeft Duitsland op de G7 gelanceerd om armere landen beter te leren omgaan met klimaatrampen. Daarnaast zal het Santiago-netwerk versterkt worden met onder meer een adviesraad. De COP27 zoekt tevens bijkomende financiering voor loss & damage.
2. Klimaatfinanciering
De rijke landen beloofden om tegen 2020 jaarlijks 100 miljard dollar door te schuiven naar de armere landen. Momenteel is dat slechts 82 miljard dollar, 3 miljard meer dan net na de top in Glasgow, maar nog steeds onvoldoende. Bedoeling is om de 100 miljard dollar in 2023 te halen. Daarnaast zal de COP27 een nieuwe doelstelling rond klimaatfinanciering voorbereiden die in zal gaan vanaf 2025.
Op voorstel van de EU zal de COP27 besluiten om de financiële stromen (finance flows) op de agenda te plaatsen van elke COP. De 100 miljard klimaatfinanciering omvat immers vooral publiek geld, maar de financiële stromen om de klimaatdoelen te halen, omhelzen ook publieke en private investeringen, zowel binnenlands als internationaal. Er zijn immers geen miljarden, maar biljoenen nodig (zie kader)! Het thema ‘financiële stromen’ laat toe om op een COP de vooruitgang op te volgen en ervaringen uit te wisselen tussen de landen.
Qua klimaatfinanciering doet de EU alvast een stevige duit in de zak. Voor de periode 2013 tot 2019 werd de Europese bijdrage verdubbeld tot 23,2 miljard euro in 2019. Ook België trok zijn klimaatfinanciering op. Voor 2021-2024 zal ze ten minste 455 miljoen euro bedragen. De EU vormt samen met haar lidstaten de grootste donor van publieke klimaatfinanciering.
3. Adaptatie
De armere landen willen de aanpassing aan de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverstoring meer kwantitatief benaderen. Met andere woorden: becijferen hoeveel geld ernaartoe kan gaan. Maar een algemene, becijferde adaptatiedoelstelling is heel complex, de landen verschillen onderling te veel, zo vinden toch de rijke landen.
In Glasgow werd een routekaart voor aanpassing uitgestippeld met meer werkbare doelstellingen zoals indicatoren, referentiepunten en regionale verschillen. Maar die routekaart is nog maar half afgewerkt. In Sharm-el-Sheikh wordt daaraan voortgewerkt. Er wordt ook geprobeerd om meer klimaatfinanciering te besteden aan adaptatie zodat er een beter evenwicht komt tussen adaptatie en mitigatie.
4. Mitigatie
Hoewel veel landen hun nationale bijdragen hebben verhoogd, volstaat de optelsom niet om de opwarming te beperken tot 1,5°C. De landen moeten dus de uitstoot van broeikasgassen nog drastischer beperken. De COP27 zal doorgaan met de discussie daarover, al is er momenteel weinig animo voor (zie tekst).
Meer over Planeet
Afrika: corruptie en milieumisdaad terugdringen om de natuur te beschermen
Nog steeds worden producten als ivoor, woudvlees en tropisch hout illegaal verhandeld. Bovendien is vaak corruptie in het spel. ...
Schadelijke subsidies voor visserij aan banden gelegd
In juni 2022 bereikte de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een gedeeltelijk akkoord over de afschaffing van schadelijke subsidies a...
Floriade Expo 2022: inspiratieplek voor de groene stad van de toekomst
In Almere (Nederland) kan je tonnen inspiratie opdoen uit alle hoeken van de wereld voor een duurzame, groene toekomst. Ook Belg...