Een onverhoopt ambitieus VN-kader voor biodiversiteit

30% van alle land en oceanen beschermen tegen 2030 en 700 miljard dollar per jaar voor biodiversiteit. Het nieuwe VN-kader voor biodiversiteit mag een succes genoemd worden. We staken ons licht op bij Annemie Van der Avort (FOD Buitenlandse Zaken), lid van de enthousiaste Belgische biodiversiteitsdelegatie.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Beslissing wordt afgeklopt

De Chinese voorzitter klopt een vrij ambitieus VN-kader voor biodiversiteit af. © UN Biodiversity

30% van alle land en oceanen beschermen tegen 2030 en 700 miljard dollar per jaar voor biodiversiteit. Het nieuwe VN-kader voor biodiversiteit mag een succes genoemd worden. We staken ons licht op bij Annemie Van der Avort (FOD Buitenlandse Zaken), lid van de enthousiaste Belgische biodiversiteitsdelegatie.

‘Een game changer’, zo noemde federaal minister voor Leefmilieu Zakia Khattabi het recente VN-akkoord rond biodiversiteit. ‘Eindelijk heeft biodiversiteit haar akkoord van Parijs.’

Op 19 december 2022 werd effectief een vrij ambitieus ‘Kunming-Montreal Mondiaal biodiversiteitskader’ afgehamerd waar alle 196 partijen zich achter scharen. Dat zijn alle landen die de Conventie over Biologische Diversiteit (CBD) onderschreven hebben, zowat de hele wereld dus.

Hoogdringend

En dat nieuwe kader was hoogdringend. In september 2021 luidde Ines Verleye (FOD Leefmilieu) hier nog de alarmbel. Zij is het hoofd van de Belgische biodiversiteitsdelegatie die de CBD opvolgt binnen de EU en de VN. Door de coronapandemie had het nieuwe post-2020-kader grote vertraging opgelopen terwijl de biodiversiteit er heel slecht aan toe was (en is). De Aichi-doelwitten van 2010 waren op een mislukking uitgedraaid. Er was een nieuw, ambitieus kader nodig om te redden wat er te redden valt.

‘Dat is behoorlijk gelukt’, vertelt Annemie Van der Avort (FOD Buitenlandse Zaken), lid van de Belgische biodiversiteitsdelegatie die in Montreal mee het nieuwe kader onderhandelde. Door de coronabeperkingen in China ging de langverwachte 15de biodiversiteitstop – de COP15 – uiteindelijk door in Canada, maar China bleef wel voorzitter.

Image
Tropisch bos

Wie de natuur beschermt, tempert de klimaatverandering. Beide gaan hand in hand. © iStock

Voornaamste afspraken

‘Niet alleen wil de internationale gemeenschap minstens 30% van alle land en oceanen tegen 2030 beschermen, ook de overige 70% moet zo duurzaam mogelijk gebruikt worden opdat de biodiversiteit er zo weinig mogelijk onder lijdt.  Naast een duurzame landbouw, bosbouw en visserij, houdt dat onder meer in: veel omzichtiger omspringen met pesticiden, chemicaliën en plastic, duurzame consumptie bevorderen, voedselverspilling beperken en een halt toeroepen aan invasieve soorten.’

Levensnoodzakelijke voorzieningen van ecosystemen moeten hersteld worden. Denk aan schone lucht, zuiver water, bestuiving, een vruchtbare bodem en een leefbaar klimaat. Ook minstens 30% van het aangetaste land, binnenwater, kusten en oceanen dient hersteld te worden. Alle maatregelen samen moeten ertoe leiden dat de biodiversiteit tegen 2050 ‘gewaardeerd, bewaard, hersteld en wijs gebruikt wordt’.  

Opvallend is ook dat er veel aandacht gaat naar inheemse volkeren. Voordien had men de gewoonte om inheemse volkeren te weren uit natuurreservaten. Het huidige akkoord erkent de landrechten en de traditionele kennis van inheemse volkeren. Zij spelen net een sleutelrol bij het beschermen van biodiversiteit aangezien hun land ongeveer 80% van de resterende planten- en dierensoorten omvat. 

Resource mobilisation: 700 miljard dollar per jaar

Bovendien slaagde de COP15 erin om voldoende geld bijeen te rapen – de zogenaamde resource mobilisation - ook al moeten sommige aspecten daarvan nog concreet gemaakt worden. ‘Er is tegen 2030 jaarlijks 700 miljard dollar nodig, een pak geld’, zegt Van der Avort. ‘Maar als we de huidige financiële stimuli – onder andere subsidies - die de biodiversiteit schaden, afschaffen en inzetten ten bate van de natuur, komen we al een heel eind ver. Volgens het akkoord moet dat 500 miljard dollar vrijmaken.’

De overige 200 miljard dollar worden uit diverse bronnen gehaald. Van der Avort: ‘Publiek geld kan maar 10% voorzien. Uiteindelijk werd in de eindtekst 20 miljard dollar tegen 2025 opgenomen en 30 miljard dollar tegen 2030, al kan dat ook privaat geld zijn. Voor het resterende bedrag zullen we inzetten op private financiering, mobilisatie van binnenlandse middelen en innovatieve zaken zoals groene obligaties en betaling van ecosysteemdiensten. Essentieel is ook dat biodiversiteit mainstream wordt. Dat betekent dat andere sectoren zoals landbouw, industrie, infrastructuur en transport eveneens rekening houden met biodiversiteit. Ook dat kan tot extra middelen leiden.’

Daarnaast hebben we een grondige transformatie nodig van multilaterale ontwikkelingsbanken zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. ‘Bij alle investeringen moet nagedacht worden wat de impact is op klimaat én op biodiversiteit. Beide gaan immers hand in hand.’

Image
Belgische delegatie

Een deel van de enthousiaste Belgische delegatie met minister Khattabi in het midden. Uiterst links Annemie Van der Avort. © FOD Leefmilieu

Tevreden Belgische delegatie

Annemie Van der Avort is in elk geval heel tevreden met het akkoord. ‘Zes maand voor de conferentie hadden we nooit gedacht dat we 30% bescherming zouden halen!’ De Belgische delegatie heeft daar heel sterk voor geijverd, zowel binnen de EU als op VN-niveau. ‘België is dan ook lid van de High Ambition Coalition for Nature and People.’

Die Belgische delegatie bestond uit een 18-tal experten, onder meer van de FOD Leefmilieu en de FOD Buitenlandse Zaken, van het Koninklijk Belgisch Instituut Natuurwetenschappen en van de Vlaamse en Waalse overheid. ‘Het was een heuse marathon’, zegt Van der Avort. ‘Gedurende 17 dagen om 6u ’s ochtends beginnen en vaak door onderhandelen tot na middernacht. Maar het loonde de moeite. Ons team werkte vlot samen en kon sterk wegen op de positie van de EU. Minister Khattabi onderhandelde namens de EU over een aantal thema’s van de eindtekst en ons delegatiehoofd Ines Verleye was co-voorzitter bij de onderhandelingen over resource mobilisation.’

Niet zonder slag of stoot

Het mooie resultaat kwam er niet zonder slag of stoot. Vooral de eerste week was bewogen. ‘De EU, daartoe aangespoord door België, drong aan op 30% bescherming. Maar de  ontwikkelingslanden wilden eerst garanties voor voldoende middelen. Ze hebben zelfs op een bepaald moment de vergadering verlaten. Er was tijd nodig om vertrouwen te creëren. De 2de week verliep wel in een meer constructieve sfeer.’

Daarnaast was er onenigheid over de vraag of er een apart biodiversiteitsfonds moest opgericht worden. ‘Uiteindelijk bereikten we een akkoord over een apart, nog op te richten biodiversiteitsfonds binnen de bestaande Global Environment Facility (GEF), hét mondiale financieringsinstrument voor alles wat met het milieu te maken heeft. Helemaal op het einde had alleen DR Congo nog bezwaren over de tekst rond mobilisatie van middelen. Na bemiddeling door China als COP-voorzitter kon het land toch akkoord gaan met het globale kader, mits hun bezwaren over financiering in het verslag vermeld werden.’

De rol van China als voorzitter bij het vinden van een akkoord was erg belangrijk. ‘China werkte discreet en heeft zich redelijk neutraal opgesteld’, vindt Van der Avort. ‘De eindtekst die ze hebben voorgelegd in de slotfase van de onderhandelingen was gebalanceerd. Dat zorgde ervoor dat alle partijen zich er uiteindelijk in konden vinden.’

Behoorlijke kans op slagen?

Alleen, een VN-akkoord is niet wettelijk bindend, en de vorige Aichi-doelwitten in 2010 waren een mislukking. Zal het huidige akkoord het beter doen? Van der Avort: ‘Vooreerst hebben we nu duidelijker mechanismen om het nieuwe biodiversiteitskader op te volgen. En we hebben een concreter zicht op waar de middelen vandaan moeten komen. Bovendien is de EU hier een zeer geloofwaardige speler. Zij beschikt immers over soortgelijke akkoorden die wel degelijk bindend zijn voor de EU-lidstaten. Denk aan de EU-biodiversiteitsstrategie en de Farm to Fork-strategie. De ontwikkelingslanden worden ook bijgestaan om de gemaakte afspraken op te volgen en uit te voeren, onder meer via opleiding.’

Maar er is nog een baken verzet in vergelijking met 2010. ‘Ondertussen is er een breder begrip gegroeid dat we de klimaatverandering urgent moeten aanpakken. En dat we de biodiversiteit nodig hebben om het klimaatprobleem te temperen. Als we bossen en oceanen beschermen en aan duurzame landbouw doen, verlagen we niet alleen de uitstoot van broeikasgassen maar passen we ons tegelijkertijd aan aan een veranderend klimaat. Veel van de oplossingen liggen in de natuur!’

Veel werk op de plank tot COP16

We mogen dus enige hoop koesteren dat het nieuwe biodiversiteitskader echt een omslag kan inluiden. Maar natuurlijk is het werk niet af. Van der Avort: ‘In de aanloop naar de volgende COP16 in Turkije in 2024 moeten diverse zaken verder uitgewerkt worden. Zo moet de strategie rond resource mobilisation beter afgestemd worden op de noden van het biodiversiteitskader. Het biodiversiteitsfonds binnen de GEF moet op poten gezet worden. En het monitoring framework – het kader waarmee we de vooruitgang willen opvolgen – moet concreter worden. Voor elk van de 4 doelen (goals) en 23 doelwitten (targets) moeten we indicatoren vinden waarmee we kunnen meten in hoeverre het doel of doelwit gevorderd is. De verdere uitwerking zal gebeuren in diverse werkgroepen en tijdens de tussentijdse vergaderingen.’

Alvast nog heel veel werk op de plank voor onze Belgische delegatie waar ze zich met veel enthousiasme aan zal wijden. Maar ook een opsteker dat, in deze tijden van toenemende spanningen tussen de grootmachten, de internationale samenwerking binnen de VN nog mooie vruchten kan opleveren.