Eerste cruciale stap voor VN-Verdrag dat biodiversiteit op volle zee kan beschermen

Op 4 maart 2023 bereikten de VN een akkoord over een verdrag dat de bescherming van de biodiversiteit in de volle zee mogelijk maakt. Onze FOD nam actief deel aan de onderhandelingen.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Tropische vissen

Onze oceanen herbergen een gigantische biodiversiteit en zijn van zeer groot belang voor onze planeet. © iStock

Op 4 maart 2023 bereikten de VN een akkoord over een verdrag dat de bescherming van de biodiversiteit in de volle zee mogelijk maakt. Onze FOD nam actief deel aan de onderhandelingen.

Image
Leven in het water

Eerder meldden we al dat de Verenigde Naties (VN) een onverhoopt ambitieus kader rond biodiversiteit hadden afgehamerd. Minstens 30% van alle land én oceanen moet tegen 2030 beschermd worden. Die 30% is zo belangrijk omdat je dan een keerpunt bereikt om ook de andere 70% leefbaar te houden.

Dringend nood aan een verdrag voor de volle zee

Maar daarmee was de kous niet af, en zeker niet wat de oceanen betreft. Tot dan toe ontbrak het nog altijd aan een verdrag dat een bindend juridisch kader biedt voor de bescherming van de biodiversiteit op de volle zee.

Die volle zee geniet namelijk van een bijzondere juridische status. Het VN-Zeerechtverdrag of UNCLOS (United Nations Convention on the Law of the Sea) stelt dat geen enkel individueel land rechten kan opeisen over die volle zee. Anders gezegd, de volle zee valt buiten elke nationale jurisdictie. In het jargon spreekt men dan ook van een verdrag over de Marine Biodiversity Of Areas Beyond National Jurisdiction (BBNJ).

Voor alle duidelijkheid, de volle zee verwijst naar de oppervlakte en de waterkolom van de zeeën die buiten de Exclusieve Economische Zones (EEZ) en de territoriale wateren vallen. In die laatste zones kunnen de kuststaten enkele (EEZ) of alle (territoriale wateren) rechten doen gelden (zie figuur). De volle zee beslaat een reusachtige oppervlakte. Ze neemt iets meer dan de helft van de planeet in en ruim 60% van de oceanen.

Image
Maritieme zones

Een lang aanslepend proces sinds 2006

De VN zijn er al sinds 2006 mee bezig. In 2017 vingen de eigenlijke onderhandelingen aan.  Deze stonden altijd open voor álle VN-lidstaten, zelfs diegenen die het VN-Zeerechtverdrag niet hebben bekrachtigd. Maar omdat zoveel landen het VN-Zeerechtverdrag onderschrijven, is het uitgegroeid tot een algemeen geldend gewoonterecht.

Twistpunten waren onder meer de zogenaamde ‘mariene genetische hulpbronnen’. De volle zee herbergt een gigantische biodiversiteit die mogelijke toepassingen zouden kunnen  vinden in onder meer de geneeskunde en de voeding. En dat zou economische voordelen kunnen opleveren. De armere landen drongen sterk aan op een eerlijke verdeling van die voordelen. Ze vonden ook dat ze voldoende toegang moesten krijgen tot de kennis over de volle zee. De formulering van het reglement bij geschillen heeft eveneens veel tijd en moeite gekost.

Een kader om natuurgebieden op volle zee te beschermen

Op 4 maart 2023 konden de VN eindelijk de onderhandelingen over de tekst van het BBNJ-verdrag afsluiten. Deze schetst het kader waarmee in de toekomst de biodiversiteit in gebieden op de volle zee beschermd zou kunnen worden. Dat kan variëren van volledige bescherming (geen enkele menselijke activiteit mogelijk) tot een strikte regulering van menselijke activiteiten. Bijvoorbeeld via een ingeperkte visserij, duurzame scheepvaart, wetenschappelijk onderzoek met respect voor de natuur en duurzaam watertoerisme. .

Het verdrag stelt verder dat de milieueffecten van menselijke activiteiten op volle zee streng geëvalueerd moeten worden.

Om het verdrag te kunnen uitvoeren, zullen de  technische capaciteiten van armere landen versterkt worden en mariene technologie overgedragen worden. De modaliteiten daarvan zullen door de komende ‘conferenties van de partijen’ (COP’s) verder uitgewerkt worden.

Cruciale volgende stappen

Hoewel een eerste zeer belangrijke stap gezet werd, is het verdrag nu nog niet rechtsgeldig.  Men werkt momenteel aan de technische herlezing (punctuatie, numerotering en dergelijke) evenals aan de vertalingen vanuit het Engels naar de andere officiële werktalen van de VN, met name Frans, Spaans, Chinees, Arabisch en Russisch. De officiële aanneming zou in de loop van de maand juni moeten plaatsvinden.

Daarna zullen alle landen die zich partij verklaren het verdrag ondertekenen. Dat zou in de herfst moeten gebeuren, mogelijk tijdens de week van de Algemene Vergadering van de VN of iets later. Let wel: een ondertekening is slechts een intentieverklaring, op dat moment heeft het verdrag nog geen enkel juridisch gevolg. Het treedt pas echt in werking als minstens 60 partijen het verdrag geratificeerd of bekrachtigd hebben. Een ondertekend verdrag moet door een parlementaire instemming worden goedgekeurd voordat de akte van ratificatie kan worden neergelegd.

Het ratificatieproces kan zeker een jaar aanslepen. Nadat het verdrag in werking is getreden, zal de eerste COP binnen het jaar van de inwerkingtreding georganiseerd worden. Daarna vinden er regelmatig bijkomende COP’s plaats. Doel: de grote principes die in het verdrag staan in detail uitwerken. De allereerste COP (COP1) zal waarschijnlijk niet voor 2025 plaatsvinden.

België leverde grote bijdrage aan succes van BBNJ-verdrag

België heeft zich actief ingezet voor het succes van het BBNJ-verdrag. Ons land was in 2019 immers één van de initiatiefnemers van de Blue Leaders, een groep landen die ijveren voor een kwalitatieve bescherming van 30% van de oceanen tegen 2030 en voor een ambitieus BBNJ-verdrag. Zo heeft ons land, samen met andere landen en organisatoren, tijdens de coronaperiode verschillende online dialogen georganiseerd opdat de aandacht voor de onderhandelingen over BBNJ niet zou verslappen.

België heeft ook het merendeel van zijn belangrijkste vereisten binnengehaald. Onder meer de intentie voor een verregaande bescherming van de volle zee. In het verdrag staat eveneens dat er steeds gestreefd moet worden naar consensus en pas als dat niet mogelijk blijkt, is minstens een ‘gekwalificeerde meerderheid’ nodig. Dat is een ruime meerderheid, zeker meer dan 50% + 1. De vereiste van een gekwalificeerde meerderheid moet partijen aanzetten om toch naar consensus te streven.

België wilde ook een onafhankelijk secretariaat voor het verdrag, en dat komt er effectief. Een apart secretariaat met een eigen budget impliceert autonomie en slagkracht. Er zal een campagne plaatsvinden over de vestiging van dit toekomstig secretariaat waarbij België de kandidatuur van Brussel zal verdedigen om dat secretariaat te huisvesten.

Kortom, België toonde zich een actieve en assertieve onderhandelaar die veel ervaring heeft met het sluiten van compromissen. We kozen ook bewust die punten die de moeite lonen om ervoor te ijveren. Dat alles natuurlijk binnen de EU-constellatie.

Aan de onderhandelingen namen diverse instanties deel. Onze FOD stond in voor de coördinatie van het Belgische standpunt en spitste zich tijdens de onderhandelingen vooral toe op de meer transversale aspecten. Denk aan financiering en de juridische aspecten bij geschillen. De dienst Marien milieu en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen namen de meer technische aspecten op zich die met name verband houden met het milieu en mariene biologie.

Zo veel mogelijk landen moeten ratificeren

Ons land zal zich als Blue Leader in de toekomst sterk blijven inzetten voor de oceanen. Een eerste cruciale stap waar we voor willen ijveren, is de (snelle) ratificatie door zo veel mogelijk partijstaten. Want hoe meer landen het verdrag ratificeren, hoe meer gewicht het in de schaal kan leggen, ook voor die landen die het verdrag niet bekrachtigd hebben.

Idealiter moet het BBNJ-verdrag in de voetsporen treden van het VN-Zeerechtverdrag. Dat zet dankzij zijn 167 partijstaten (met daarnaast de Europese Unie) – op een totaal van zo’n 193 VN-lidstaten – ook de meeste regels uit voor de niet-partijen. Als bijvoorbeeld slechts 62 landen het BBNJ-verdrag bekrachtigen, kan zijn regelgeving moeilijk wereldwijd de toon zetten. Op dit moment hebben 150 landen zich akkoord verklaard met het BBNJ-verdrag, een ruime ratificatie zou mogelijk moeten zijn.

De EU zet alvast 40 miljoen euro in om andere landen te ondersteunen bij de ratificatie en de uitvoering van het verdrag. Wereldwijd is daarvoor al ruim 100 miljoen euro beschikbaar. Tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap (eerste helft 2024) zal ons land inspanningen leveren om het ratificatieproces aan te moedigen. Later zullen we er ook naar streven om zo snel mogelijk het eerste natuurgebied op volle zee vast te leggen.

De zeebodem valt onder ISA

Voor alle duidelijkheid: het BBNJ-verdrag slaat enkel op de volle zee, dus de oppervlakte en de waterkolom van de internationale wateren. De zeebodem en zijn ondergrond binnen de internationale wateren vallen onder de bevoegdheid van de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA). Ons land is in 2023 lid van de Raad van de ISA en ijvert ook daar voor een uiterst strikte regulering om de zeebodem zoveel mogelijk te beschermen. België eiste tevens dat 30% van de oceanen kwalitatief beschermd moet worden tegen 2030 vooraleer een werkplan van exploitatie kan goedgekeurd worden.