Egmontinstituut: 75 jaar kruisbestuiving tussen onderzoek en beleid

75 jaar al ondersteunt het Egmontinstituut als onafhankelijke denktank en organisator van conferenties het Belgisch buitenlands beleid. Degelijk beleid heeft immers nood aan een kritische blik.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Foto van de conferentiezaal tijdens een seminarie over de Sahel georganiseerd door het Egmontinstituut.

Een seminarie over de Sahel georganiseerd door het Egmontinstituut (© Egmontinstituut).

75 jaar al ondersteunt het Egmontinstituut als onafhankelijke denktank en organisator van conferenties het Belgisch buitenlands beleid. Degelijk beleid heeft immers nood aan een kritische blik.

Misschien hoorde je al van de gerenommeerde denktanks Chatham House (Verenigd Koninkrijk) en het Clingendaelinstituut (Nederland). Ook in België komen de experten van het Egmontinstituut steeds vaker aan bod in de media. Dat zijn alle 3 onafhankelijke onderzoeksinstellingen die zich buigen over internationale betrekkingen. Ze geven commentaar op gebeurtenissen in de wereld en bieden oplossingen voor mondiale uitdagingen.

Brugfunctie

Kenmerkend is dat ze een brugfunctie vervullen tussen de academische wereld en het beleid. Ze vormen ontmoetingsplaatsen tussen onderzoekers en academici (reflectie) enerzijds en beleidsmakers en diplomaten (actie) anderzijds. De mondiale uitdagingen zijn immers behoorlijk complex en dan is het meer dan nuttig dat beleidsmakers en diplomaten – die met hun voeten in de praktijk staan – ondersteund worden door onderzoekers die met veel nuance die uitdagingen kunnen analyseren. Op die manier voeden ze de discussie en geven ze een steviger basis mee aan de beleidsmakers om gegronde beslissingen te nemen. Ze kunnen en moeten daarbij kritisch zijn, maar dan op een constructieve manier.

Studia Diplomatica

Dit jaar bestaat het Belgische Egmontinstituut – of Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen – 75 jaar. Aanvankelijk was het instituut eerder een organisator van conferenties en seminaries. In 1947 wilde voormalig premier en senator Van Zeeland immers een plek creëren waar prominente figuren, op passage in België, voordrachten konden geven. Deze conferenties werden vrijwel letterlijk neergeschreven en gebundeld in het tijdschrift ‘Studia Diplomatica’.

Studia Diplomatica evolueerde van een conferentie-naslagwerk tot een academisch tijdschrift, maar werd in 2017 stopgezet. Desalniettemin blijft de inhoud bijzonder relevant. Vandaar dat het tijdschrift nog altijd geconsulteerd kan worden en ondertussen volledig gedigitaliseerd is.

Image
Affiche van de opleiding van Palestijnse diplomaten

Een opleiding van Palestijnse diplomaten in coronatijden (© Egmontinstituut).

Volwaardige denktank

In de jaren 1990 vervelde het Egmontinstituut van een organisator van conferenties tot een volwaardige denktank. Minister Louis Michel had immers een ‘reflectiekamer’ of denktank nodig om het Europees voorzitterschap van België voor te bereiden. Zo ontstonden de onderzoeksprogramma’s European affairs dat de interne toestand van de EU onder de loep neemt en Europe in the World dat zich wijdt aan de externe relaties van de EU.  

Ondertussen kwam daar een stevig Afrikaprogramma bij, naast een uitgebreid opleidingsprogramma. Één van de kerntaken van het laatste bestaat eruit korte opleidingen te voorzien voor buitenlandse diplomaten en ambtenaren, op vraag van de FOD Buitenlandse Zaken.

Nationale veiligheidsstrategie

Het opleidingsprogramma is zeker één van de grote succesverhalen van het instituut. Maar de denktank leverde ook een essentiële bijdrage aan de totstandkoming van de nationale veiligheidsstrategie van ons land. Het Egmontinstituut organiseerde daarvoor de consultaties met de privésector, het middenveld en de academische wereld.

De Sahel vormt momenteel een heet hangijzer. Het Afrikaprogramma onder leiding van Nina Wilén  pluist uit hoe we daar het best mee omgaan. De denktank voedde ook de discussie over hoe België zich best positioneert binnen de Europese defensie en de NAVO. Een trending thema is het toenemende belang van de Arctische regio.

Het Egmontinstituut gaat de delicate en minder populaire thema’s niet uit de weg. Zo speelde het instituut een voorname rol bij het bespreekbaar maken van de terugkeer van Syriëstrijders, met inbegrip van moeders en kinderen. Ook over gender & peacekeeping wordt degelijk onderzoek verricht.

Publieke debat

Voor een deel blijft het Egmontinstituut trouw aan de oorspronkelijke taak, de organisatie van conferenties. In 2021 – toch nog een coronajaar – werden er 80 evenementen georganiseerd. Doel is steeds om onderzoekers en beleidsmensen samen te brengen en voor kruisbestuiving te zorgen. Sommige evenementen zijn publiek toegankelijk, andere vinden plaats achter gesloten deuren. 2021 heeft ook 100 publicaties opgeleverd.

Dat een aantal van de medewerkers ook verbonden zijn aan een universiteit is allerminst in tegenspraak met de kerntaak: een brugfunctie vervullen tussen de academische en beleidswereld. Sommigen komen meer en meer aan bod in de Belgische media. Denk aan Sven Biscop, Alexander Mattelaer, David Criekemans en terrorisme-expert Thomas Renard. Zo voedt het instituut mee het publieke debat.

Image
Foto van Koning Filip, samen met Etienne Davignon en Didier Reynders

Koning Filip op bezoek ter gelegenheid van de 70Ste verjaardag van het Egmontinstituut. Links Etienne Davignon en rechts toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (© Egmontinstituut).

Kritische blik

Ook Europese beleidsmakers doen geregeld beroep op het instituut, en zelfs de VN. Het Egmontinstituut werkt tevens nauw samen met buitenlandse denktanks zoals het Clingendaelinstituut en Chatham House.

Kortom, na 75 jaar is de rol van het Egmontinstituut meer dan ooit actueel. Vandaar dat de FOD Buitenlandse Zaken blijft instaan voor de kernfinanciering van deze onafhankelijke denktank. Een kritische, constructieve blik is onmisbaar om een zo goed mogelijk beleid uit te stippelen. Overigens staat het instituut erop dat al zijn publicaties voor iedereen gratis toegankelijk zijn.