EU legt volle gewicht in de schaal voor VN-akkoord rond de bescherming van de mariene biodiversiteit

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Foto van een koraalrif met tal van blauwe vissen

Een koraalrif in de Caraïbische zee in de buurt van Curaçao (© Getty Images).

In het kader van het Belgische EU-voorzitterschap zat een collega van onze FOD de EU-werkgroep zeerecht (COMAR) voor. Met succes! Ons land zorgde voor een belangrijk akkoord op het Europese niveau dat de inwerkingtreding van het VN-akkoord rond de bescherming van de mariene biodiversiteit zal bespoedigen.

Image
Leven in het water

De oceaan is ongelooflijk belangrijk voor het leven op onze planeet. Het was dan ook een grote overwinning toen de VN in maart 2023 – na 17 jaar moeizaam onderhandelen – een akkoord bereikten over een verdrag dat de bescherming van de mariene biodiversiteit mogelijk maakt, het zogenaamde BBNJ-akkoord. België – dat zich opwerpt als Blue Leader – heeft zich daar sterk voor ingezet.
 

Nog niet van kracht


Maar de overeenkomst was op dat moment nog niet van kracht. Het treedt immers pas echt in werking als minstens 60 partijen (= onderschrijvende landen) het akkoord geratificeerd of bekrachtigd hebben. In die landen moet het parlement eerst instemmen met het ondertekende akkoord voordat het instrument van ratificatie kan worden neergelegd.  

En dat is nog een lange weg te gaan. In juni 2023 werd de tekst van het akkoord alvast aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN en in september werd het opengesteld voor ondertekening door de partijen. Na ondertekening – in feite is dat slechts een intentieverklaring – kan het proces van ratificatie aanvangen.
 

Werkgroep zeerecht


De EU heeft deze overeenkomst ook ondertekend. Maar hoe zou de EU de ratificatie aanpakken? Aangezien de BBNJ-overeenkomst een uitvoeringsovereenkomst van UNCLOS is (= United Nations Convention of the Law of the Sea) en UNCLOS voornamelijk een gemengd verdrag is tussen de EU enerzijds en de lidstaten anderzijds, is het BBNJ-akkoord van dezelfde aard. Daardoor moeten de lidstaten elk apart het BBNJ-akkoord ratificeren naast de EU zelf.  

Het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU wenste dat de EU nog tijdens het voorzitterschap het BBNJ-akkoord zou ratificeren. En ook al wordt de definitieve beslissing genomen op niveau van de Raad – dus door de 27 bevoegde ministers – het cruciale voorbereidende werk gebeurt in een werkgroep. Daarin zetelen ambtenaren van alle lidstaten, samen met ambtenaren van het secretariaat van de Raad en met vertegenwoordigers van de Europese Commissie. In geval van het BBNJ-akkoord was dat de werkgroep zeerecht of COMAR, voorgezeten door een collega van onze FOD.

Streefdoel juni 2025


Na stevige onderhandelingen bereikten de ambtenaren van de lidstaten op 6 maart 2024 binnen COMAR een princiepsakkoord dat ondersteund werd door alle lidstaten. In april  stemde het Europees Parlement ook in met ratificatie door de EU. De Raad nam de finale beslissing tot ratificatie op 17 juni. Wat achteraf nog nodig is voor de definitieve ratificatie, is in feite een formaliteit: het neerleggen van het instrument van ratificatie bij de VN in New York.

Het streefdoel van de EU is dat alle lidstaten én de EU samen het BBNJ-akkoord zullen ratificeren tegen juni 2025. Op dat moment zal  immers de VN-oceanenconferentie doorgaan in Nice (Frankrijk). Als de EU en de lidstaten de BBNJ-overeenkomst samen bekrachtigen, betekent dat een enorme stap vooruit voor het BBNJ-akkoord. Dat treedt immers in werking 4 maanden nadat minstens 60 landen het bekrachtigd hebben.

Binnen het jaar na de inwerkingtreding wordt de eerste ‘conferentie van de partijen’ of COP georganiseerd. Die COP1 zal zich vooral buigen over allerlei technische maar essentiële zaken zoals het intern reglement, de financiële regels (wie betaalt wat?) en een locatie voor het secretariaat. Ons land voert een niet aflatende campagne om dat BBNJ-secretariaat in Brussel te kunnen vestigen.
 

Steeds belangrijker


De Belgische vertegenwoordigers bij de werkgroep COMAR mogen in elk geval tevreden terugkijken op hun werk tijdens het Belgische voorzitterschap. Het akkoord over de ratificatie door de EU was echt een mijlpaal in de procedure naar de inwerkingtreding van het BBNJ-akkoord.

Naar alle waarschijnlijkheid zal het zeerecht – en dus de werkgroep COMAR – in de toekomst steeds belangrijker worden. En dat niet alleen omdat de oceaan onmisbaar is voor een gezonde planeet, maar ook omwille van economische en geostrategische redenen. Denk aan geschillen rond territoriale wateren in de Zuid-Chinese Zee, problemen met stijgende zeespiegels en alle klimaatgerelateerde problemen waarvoor het Internationaal Gerechtshof of ITLOS (International Tribunal for the Law of the Sea) zal geraadpleegd worden.

Ruim 150 werkgroepen binnen de EU


De werkgroep zeerecht of COMAR is verre van de enige waarin Belgische ambtenaren actief zijn. In totaal buigen zich ruim 150 werkgroepen over heel uiteenlopende onderwerpen.

In de meeste werkgroepen zetelen collega’s van onze FOD namens België. Denk aan GAG (algemene zaken), COELA (uitbreiding van de EU), Cyber (cyberzaken), TPC (handelsbeleid), COHAFA (humanitaire en voedselhulp), COCON (consulaire zaken) en EMWP (externe aspecten van asiel en migratie).

In de andere werkgroepen vertegenwoordigen ambtenaren van andere FOD’s en van de gewesten en gemeenschappen ons land. Tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU zit een Belgische ambtenaar de werkgroepen voor.