Mensen uit de extreme armoede tillen? Het is mogelijk!

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Mensen op een rij naaien met naaimachines

© ADA

UPDATE januari 2023: positieve evaluatie

Het LIVE-project (Lutte intégrée contre la vulnérabilité et l’Exclusion) waarvan sprake in dit artikel werd onderworpen aan een impactevaluatie. Daaruit blijkt dat de multidimensionale benadering uiterst succesvol is om de meest achtergestelde huishoudens op het platteland uit de armoede te halen. Voor de evaluatie werden onder andere zowat 650 begunstigde en niet-begunstigde landbouwers ondervraagd.

De voornaamste conclusies:

  • LIVE had een brede en aanzienlijke impact op de voedselzekerheid, de economische situatie, de weerbaarheid en het welzijn van uiterst kwetsbare landbouwers
  • Ook minder kwetsbare landbouwers ondervonden een positieve impact dankzij de gevolgde opleidingen, al was die kleiner dan bij de uiterst kwetsbaren
  • De begunstigden van LIVE hebben relatief gezien minder geleden onder de covidcrisis
  • LIVE heeft bijgedragen tot de invoering van verantwoorde milieupraktijken in de gesteunde gemeenschappen en heeft een aanzienlijke impact gehad op bodembehoud
  • LIVE heeft gendergelijkheid en empowerment van vrouwen binnen huishoudens en gemeenschappen bevorderd
  • De waargenomen veranderingen zijn over het algemeen duurzaam en de ‘inktvlek’-effecten op de omwonenden hebben het potentieel om zich voort te zetten in de toekomst.

Claudine leefde teruggeplooid op zichzelf en was beschaamd over haar situatie. Ze had geen vee, geen huisvesting en zelfs geen degelijke kleren. Vandaag straalt ze in haar zelfgemaakte tunica. ‘Ik voel me waardig’, zegt ze. ‘Ik kan mezelf voeden, geld lenen aan de buren, en zelf de kleren maken voor mijn gezin opdat ze zich goed zouden voelen. Ik ben heel trots op mezelf.’

Image
Geen armoede

Ook Béata kwam nauwelijks buiten en sprak met niemand. Ze voelde zich te beschaamd over haar armoede en leefde volledig in de marge van haar gemeenschap. ‘Ik woonde alleen en kon zelfs geen stuk zeep kopen. De maatschappelijke assistentes hebben me weer vertrouwen gegeven. Dankzij hen durfde ik weer mijn buren ontmoeten. Vandaag voel ik me goed. Ik doe interessante dingen en droom zelfs van een eigen boetiek.’

Esron woonde in een strooien hut en kon zijn gezin niet degelijk voeden. Hij had geen vee en kon zelfs zijn stukje land niet bewerken, bij gebrek aan hak, zaden, mest en kennis. Vandaag is hij er bovenop. ‘Ik voel me waardig en fier. Binnen mijn gemeenschap ben ik iemand geworden. Toen ik nog in mijn strooien hut zat, heb ik er nooit van gedroomd om een leven te leiden zoals ik het nu leid.’

Image
Vrouw met papieren zak

Ooit kwam Béata nauwelijks buiten, maar vandaag voelt ze zich supergoed. © ADA

Verlamd door schaamte

Hoe haal je mensen uit de (extreme) armoede? Deze 3 getuigenissen, allen begunstigden van de Belgische ngo Auto-Développement Afrique (ADA) in Rwanda, geven het al aan. Hen middelen en kennisgeven, volstaat niet. Vaak gaan arme mensen gebukt onder een zwaar negatief zelfbeeld. En dat ontneemt hun de fut om iets aan hun toestand te veranderen.

ADA heeft zich gespecialiseerd in het bijstaan van de meest kwetsbaren. De ngo had namelijk vastgesteld dat die groep heel vaak uit de boot viel. Ze leefden immers dusdanig in de marge van hun gemeenschap dat ze zelfs niet in aanmerking kwamen voor een “normaal” ontwikkelingsproject. Hun toestand was zo ellendig dat ze te beschaamd waren over zichzelf. Vaak durfden ze zelfs geen mis of dorpsfeest bijwonen.

Ontwikkelingsprojecten vertrekken immers meestal van een basis: hun deelnemers moeten vaak al iets in handen hebben. Zo leggen sommige projecten zich toe op de (kleine) veestapel van arme mensen, maar dan moet je er wel een hebben. Andere ondersteunen coöperatieven om landbouwproducten te verwerken. Maar de leden dienen dan wel over een stukje land te beschikken. De extreem marginalen hebben niets.

ADA stelde ook vast dat de meest kwetsbaren vaak niet de kracht hebben om aan de slag te gaan. Ze zijn oud, ondervoed, ziek… Daardoor zijn ze niet in staat mee te doen aan een klassiek ontwikkelingsprogramma.

Ten slotte hebben ze nauwelijks vorming genoten en worden ze geplaagd door sociale en psychologische problemen.

Image
Man met wol

Ooit kon Esron zijn gezin niet degelijk voeden, maar vandaag is hij binnen zijn gemeenschap iemand geworden. © ADA

Solidaire gemeenschappen

Deze sterk gemarginaliseerde mensen hebben dus duidelijk een andere aanpak nodig. ADA liet zich daarbij inspireren door ATD-Vierde Wereld. Deze beweging werkt al ruim 100 jaar met de armsten, in Europa en over de hele wereld. Volgens ATD moeten mensen in extreme armoede zich verenigen in solidaire gemeenschappen om zo de middelen te vinden om uit de armoede te raken. Omdat ze onder gelijken zijn, kunnen ze makkelijker hun schaamte afleggen.

Ze moeten samen nadenken, elkaar helpen, een gezamenlijke spaarpot aanleggen… Op die manier kunnen ze een persoonlijke en sociale transformatie ondergaan die hen toelaat hun reflexen van angst en uitsluiting te overwinnen.

Maar deze visie kent wel een zwakke plek. Deze uiterst kwetsbaren worden immers geacht hun eigen middelen te vinden, want ATD geeft die niet. En dat maakt het een langdurig proces met niet altijd duidelijke resultaten.

Image
Gemeenschap werkt samen in veld

In solidaire gemeenschappen vinden extreem kwetsbare mensen steun aan elkaar. © ADA

Holistische benadering

Daarom ontwikkelde ADA haar eigen aanpak. Ze combineert vorming en materiële ondersteuning met psychosociale begeleiding, zowel van het individu (problemen binnen het gezin…) als van het collectief (animatie van solidaire gemeenschappen, bemiddeling, elkaar helpen, ook via gezamenlijke werken…).

Deze solidaire gemeenschappen blijken opvallend duurzaam. Ook als het project is afgelopen, blijven de mensen elkaar helpen. Bovendien kunnen deze groepen uitgroeien tot volwaardige landbouwcoöperatieven die uitstekend functioneren.

We kunnen de holistische benadering van ADA samenvatten in 3 grote punten:

  1. Middelen:

Toegang tot productiemiddelen die onontbeerlijk zijn om iets te maken van de boerenstiel en om financieel onafhankelijk te worden. Bijvoorbeeld land, kleinschalige veeteelt, gereedschap, zaden, mest… Maar ook bijvoorbeeld diversificatie: inzetten op diverse producten (groenten, vee…) om risico’s te spreiden en zo veiliger te spelen…

  1. Kennis (knowhow):

Een professionele landbouwopleiding, maar ook vormingen over alle mogelijke aspecten van het dagelijkse leven van de begunstigden: gezondheid en hygiëne, rechten, vrouwenrechten (gender), reproductieve gezondheid, een evenwichtig dieet… Het is cruciaal dat de begunstigden hun rechten kennen en weten dat ze die kunnen opeisen. Onwetendheid en gebrek aan opvoeding vormen belangrijke factoren die hen veroordelen tot kwetsbaarheid.

  1. Wil (sociale vaardigheden):

Maatschappelijke assistentes staan de mensen continu bij om hun zelfachting op te krikken. De kwetsbaren moeten bewust worden van hun eigenwaarde, het gevoel krijgen dat ze niet moeten onderdoen voor anderen.

Door rond die 3 punten te werken, kunnen kwetsbare mensen uitgroeien tot krachtige personen vol zelfvertrouwen. Dat laatste houdt in dat ze vertrouwen voelen in hun capaciteit om een doel te bereiken. Vaak uit zich dat in leiderschap en ondernemerschap. Velen vinden een manier om hun eigen inkomsten te genereren. Ze maken een opvallende transformatie door en groeien in “veerkracht”. Voortaan zijn ze wel in staat tegenslagen op te vangen (ziekte, klimaatgrillen, familiale problemen…) en hebben ze zich voorgoed uit de kwetsbaarheid getild.

De methode van ADA bleek uitermate succesvol en leidt snel tot duurzame resultaten. Als zodanig heeft de ngo een niche gevonden waarin ze complementair is met ngo’s als Broederlijk Delen, Dierenartsen zonder Grenzen en Entraide & Fraternité. Maar ook de lokale administraties in Rwanda en Burundi stellen haar projecten sterk op prijs.

Mensen uit de extreme armoede tillen? Het is mogelijk!

Hoe benadert ADA de meest kwetsbaren?

Terwijl in andere projecten de landbouwkundige of de veearts de belangrijkste persoon is, zijn dat bij ons de maatschappelijke assistentes’, zegt Nathalie Rucquoy, verantwoordelijke ADA.

Het begint al bij het opsporen van de meest kwetsbaren. De maatschappelijke assistenten gaan daarvoor te rade bij de lokale gezondheidscentra en de lokale autoriteiten. De gezondheidscentra houden bijvoorbeeld lijsten bij van ondervoede kinderen.

Daarna stellen ze het project voor in een dorpsvergadering onder leiding van de dorpchef. De mensen van de gemeenschap zijn dus goed op de hoogte en helpen mee uitkiezen wie in aanmerking komt. ‘Dat voorkomt jaloezie’, weet Rucquoy.

Van zodra de lijst klaar is, klopt de maatschappelijke assistente aan bij de geselecteerde kwetsbaren. Meestal aanvaarden ze om mee te doen. Vervolgens brengt de assistente 12 à 15 kwetsbaren bijeen uit hetzelfde dorp die regelmatig samenkomen.

De eerste vorming gaat over “in vrede leven met zichzelf en met de omgeving”. Rucquoy: ‘De deelnemers leren zichzelf te vergeven, maar ook anderen. Ze worden ervan bewust dat, ook al zijn ze zeer arm, ze toch een waarde hebben en identieke rechten als de anderen. Ze begrijpen tevens dat ze sterker staan als ze zich verenigen. Verdekrijgen de deelnemers vorming in bemiddeling, geweldloze communicatie en het belang van woorden.’

De maatschappelijke assistentes organiseren regelmatig bijeenkomsten en komen dikwijls aan huis langs. Zo groeien ze uit tot een soort grote zus of vervangmoeder. ‘Tijdens het eerste jaar verliezen de deelnemers geleidelijk hun schaamte. Ze voelen zich meer op hun gemak bij een sociale interactie. Ze durven naar de kerk gaan en worden al eens uitgenodigd voor een trouwfeest bijvoorbeeld.’

‘De meeste kwetsbaren zijn heel tevreden dat ze kunnen meedoen’, besluit Rucquoy. ‘Toch slaat bij 4-5% van de mensen het project niet aan. Ze worstelen met te zware mentale problemen die nog hun oorsprong vinden in de genocide.’

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir heeft de uitroeiing van extreme armoede centraal geplaatst in haar beleid. De uitroeiing van armoede is ook het eerste Duurzame Ontwikkelingsdoel (SDG1).

ADA is een partner van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.