Ongelijkheid legt zware druk op mens en planeet

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Kinderen dragen waterkannen op hun hoofd

© Shutterstock

Al 30 jaar lang levert het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) – een belangrijke partner van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking – elk jaar trouw een Human Development Report (HDR) af. Het rapport bevat onder meer een ‘menselijke ontwikkelingsindex’ (HDI): één enkel cijfer dat weergeeft hoe goed het leven is een bepaald land. Dat cijfer wordt berekend op basis van het niveau van onderwijs, gezondheidszorg, levensstandaard en zo meer.

De menselijke ontwikkelingsindex ontstond in 1990 als tegenreactie op het veelgebruikte Bruto Binnenlands Product (BBP). Ook dat betreft  één enkel cijfer, alleen verwijst het uitsluitend naar de economische toestand van een land en zegt het niets over de levenskwaliteit.

Image
Human Development Report 2020, The next frontier, Human development and the Anthropocene #HDR2020

Antropoceen

Dertig jaar later leven we in een totaal andere wereld. Vandaag twijfelt vrijwel niemand eraan dat menselijke ontwikkeling een enorme impact heeft op de natuur. Dat komt tot uiting in de klimaatverstoring, het schrijnende verlies aan biodiversiteit en de alom aanwezige vervuiling. Er bestaat letterlijk geen enkel plekje op deze planeet dat niet is aangeroerd door menselijke activiteiten. Vandaar dat het 30ste HDR meteen het begrip ‘antropoceen’ in zijn titel plaatst: een nieuw geologisch tijdperk gedomineerd door de mens.

De kernboodschap is dat menselijke ontwikkeling enerzijds en natuur anderzijds niet te scheiden zijn. ‘Onze toekomst is geen kwestie van kiezen tussen mensen of bomen’, zegt Achim Steiner, topman van UNDP in zijn voorwoord. ‘Het is beide of geen van beide.’

Index aangepast aan planetaire druk

Het rapport stelt daarom een nieuwe index voorop: een Planetary pressures-adjusted Human Development Index (PHDI). Met andere woorden een index die de druk op de planeet mee in beeld brengt. Het gebruikt daartoe 2 indicatoren: de CO2-uitstoot en de ecologische voetafdruk per hoofd van de bevolking.

En dat levert verrassende resultaten op. Meer dan 50 landen vallen door de PHDI uit de groep van landen met zeer hoge menselijke ontwikkeling. Dat wijst erop dat zij sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en een grote voetafdruk. Landen als Costa Rica, Moldavië en Panama daarentegen stijgen minstens 30 plaatsen voor de PHDI. Dat toont dan weer aan dat minder druk leggen op de planeet best haalbaar is.

In vergelijking met andere zeer hoog ontwikkelde landen valt de impact voor België goed mee. Ons land staat op de 14de plaats van de HDI (vorig jaar op 17), en stijgt zelfs tot de 10de plaats voor de PHDI.

Image
Nature is the foundation of human progress - not a contraint. #HDR2020

De natuur is de basis van menselijke ontwikkeling – en geen obstakel.

Ongelijkheid

Het rapport schetst een weinig rooskleurig beeld van de planeet en van de menselijke activiteiten. Zo is genoegzaam bekend dat verbranding van fossiele brandstoffen veel CO2 uitstoot. Toch blijven overheden fossiele brandstoffen subsidiëren met 5 biljoen dollar per jaar, 6,5% van het mondiale BBP.

Opvallend is de klemtoon op ongelijkheid, zowel binnen als tussen landen. Die ongelijkheid leidt ertoe dat degenen die meer bezitten, de vruchten van de natuur plukken terwijl ze de kosten ervan (ontbossing, klimaatverstoring…) exporteren. Die kosten komen dan terecht op de schouders van hen die weinig bezitten. En dat belemmert hun mogelijkheden om hun levensstandaard te verbeteren en in harmonie met de natuur om te gaan. Kortom, ongelijkheid vergroot de druk op de planeet, én omgekeerd.

Zo zouden tegen 2100 de armste landen jaarlijks 100 dagen extra extreem weer moeten doorstaan, terwijl dat in rijke landen tot 18 dagen minder zal zijn dan vandaag. Als het klimaatakkoord van Parijs ten volle zou toegepast worden, kan dat aantal gehalveerd worden.

Het rapport doet een rist voorstellen om de problemen aan te pakken: herbebossing en zorgzaam bosbeheer, boslandbouw,  een circulaire economie, investeringen in degelijk onderwijs, goede gezondheidszorg en hogere levensstandaard, adequate financiering (weg van fossiele brandstoffen), etc. Maar de strijd tegen ongelijkheid moet daarbij centraal staan. Zo moeten inheemse volkeren in het Amazonegebied die zorgzaam omspringen met hun leefomgeving, veel beter ondersteund en beschermd worden tegen  bedreigingen.

Uiteindelijk moeten de grove onevenwichten van macht en opportuniteiten aangepakt worden opdat elk mens zich volwaardig kan ontplooien, binnen de grenzen van de planeet.

België

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking verwelkomt het rapport dat ook voor ons land een aantal relevante bevindingen bevat. Ook voor België is de klimaatverstoring immers dé uitdaging van deze generatie. ‘De relatie die wij als mensen tot onze natuurlijke omgeving hebben, moet worden herzien’, zegt minister van Ontwikkelingssamenwerking Kitir in haar beleidsverklaring. ‘Klimaatverandering is vandaag reëel, maar nóg een pak tastbaarder voor zij die al in precaire omstandigheden leven, door droogte hun oogst zien verloren gaan of moeten toekijken hoe hun vee sterft.’

Ook ongelijkheid is een belangrijk aandachtspunt van de minister.  ‘Ongelijkheid bedreigt ons allemaal’, zegt ze. ‘Hoe ongelijker een samenleving, hoe hoger de kans op economische instabiliteit, corruptie, criminaliteit, …’ Daarom pleit België bij zijn partners voor inkomensstijging voor de armsten en inclusie van kwetsbare groepen. Ons land engageert zich ook om zijn partnerlanden te ondersteunen in hun strijd tegen de klimaatverstoring. Die prioriteiten worden ook meteen omgezet in de realiteit door nieuwe specifieke programma’s tegen klimaatverstoring in de Sahel en voor sociale bescherming in Centraal-Afrika.