Slachtoffers van seksueel geweld verdienen beter

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Vrouw op consultatie

Slachtoffers van seksueel geweld hebben nood aan een intensieve opvolging.
© Enabel

Het is bekend dat seksueel geweld veel voorkomt in het Oosten van Congo, een regio geteisterd door een kluwen van gewapende bendes. Maar in wezen betreft het een nationaal probleem. Een studie uit 2013 in 7 Congolese provincies – waaronder Kinshasa, Katanga en de beide Kivu’s – geeft een indicatie. In 2011 werden met name 10.322 gevallen van seksueel geweld opgetekend, veelal verkrachtingen. In 2012 liep het aantal op tot 15.654 gevallen. 98% van de slachtoffers was vrouw, meestal tussen de 12 en 21 jaar oud. 99% van de daders was man, van wie de grote meerderheid ouder dan 18 jaar. De studie vormt met zekerheid een onderschatting.

Zware gevolgen

De gevolgen voor het slachtoffer zijn zwaar. Seksueel geweld kan niet alleen lichamelijke gevolgen hebben (zwangerschap, seksueel overdraagbare ziektes…), maar ook heftige emoties oproepen (angst, woede…) en post-traumatische stress en mentale stoornissen veroorzaken.

In Congo komen daar nog sociale gevolgen bovenop. Slachtoffers van verkrachting krijgen een enorm stigma mee in hun gemeenschap en worden vaak verstoten door hun echtgenoot of familie. Regelmatig worden minnelijke schikkingen geregeld tussen de familie van het slachtoffer en de agressor, via een huwelijk en/of een som geld als schadeloosstelling. Daders worden dikwijls niet door de wet gestraft. Al dergelijke factoren zetten de slachtoffers aan om te zwijgen. De gemeenschap maar ook het gezondheidspersoneel beseffen meestal onvoldoende hoe zwaar de gevolgen zijn voor het slachtoffer.

Voor niet-getrouwde, schoolgaande meisjes en adolescenten wegen de gevolgen zo mogelijk nog zwaarder door. Als zij door de aanranding hun school moeten onderbreken, komen ze in een sterk sociaal isolement terecht. Zonder de nodige zorg kunnen de trauma’s opgelopen door seksueel geweld voor hen op korte of lange termijn dodelijke gevolgen hebben.

Image
Binnentuin van One Stop Center

Een ‘One Stop Center’ in wording.
© Enabel

Nationale plannen

Toch heeft de nationale overheid wel degelijk nationale plannen uitgewerkt om de problematiek op te vangen. Zo werd in 2009 al een Nationaal Plan Gender aangenomen. Doel: elke vorm van discriminatie en geweld op basis van gender elimineren en de positie van de vrouw versterken. Daarnaast werd een “Nationale Strategie voor de Strijd tegen Geweld gebaseerd op Gender” uitgewerkt, met onder meer: de strijd tegen straffeloosheid; de hervorming van leger, politie en justitie; aandacht voor slachtoffers; en sensibilisering. Alleen beschikt het bevoegde ministerie voor Gender, Familie en Kind niet over de nodige capaciteit om zijn mandaat naar behoren uit te voeren.

Op vraag van Congo heeft de Belgische overheid geïnvesteerd in een oplossing, met name via het Belgisch Ontwikkelingsagentschap (Enabel). Als kleine donor kiest België meestal voor pilootprojecten. Slaagt de aanpak, dan kan het project in het hele land of regio uitgerold worden.

Ook voor de problematiek van seksueel geweld heeft Enabel in eerste instantie gekozen voor samenwerking met het “Al Waleed-centrum” in Kisangani, naast 2 andere gezondheidscentra. Al Waleed was het enige gezondheidscentrum dat al behoorlijk uitgerust was voor de opvang van slachtoffers van seksueel geweld.

One Stop Center

Dankzij het project werd het centrum verder uitgebouwd tot een echt laagdrempelig “One Stop Center” (uniek onthaalcentrum). Dat houdt in dat slachtoffers er kunnen rekenen op een holistische benadering. Ze kunnen er niet alleen terecht voor de medische en psychologische opvolging, maar ook voor juridische hulp en de re-integratie in de maatschappij.

Alle gezondheidszorg in deze “One Stop Centers” wordt trouwens gratis ter beschikking gesteld aan de slachtoffers, door toedoen van Enabel.

Gezondheidspersoneel werd opgeleid om een meer adequate psychologische hulp te bieden. Dat vergt namelijk een grondige kennis van de opgelopen trauma’s en dient meer in te houden dan een empathisch luisterend oor aanbieden. Er werden ook animatoren gevormd om slachtoffers gedurende meerdere maanden op te volgen. Dergelijke animatoren zijn cruciaal om een degelijke re-integratie in de familie en de gemeenschap te garanderen.

De focus van het project lag niet op de verbetering van de werking van de juridische en politiediensten in Congo. Wel heeft Enabel opleidingen en sensibiliseringsacties georganiseerd voor politiemensen en juridisch personeel. Deze wisten immers niet bijster goed hoe ze slachtoffers van seksueel geweld correct moeten opvangen.

Image
Vrouw geeft opleiding aan de hand van papieren op de muur

Een opleiding voor juridisch personeel over hoe ze slachtoffers van seksueel geweld correct moeten opvangen.
© Enabel

Familie en gemeenschap

Het project omvatte ook een onderzoeksluik, met onder meer de inbreng van de Universiteit Gent en de Université Catholique de Louvain-La-Neuve. Voor een holistische aanpak van de slachtoffers is het namelijk essentieel dat we beter zicht krijgen op de rol van de familie en de gemeenschap. Waarom neemt een gemeenschap zijn toevlucht tot minnelijke schikkingen? Waarom verstoten sommige families een verkrachte vrouw en andere niet? Welke rol kan de oom spelen om de ouders te overtuigen om een aangerand meisje toch naar school te laten gaan?

Het project verleende ook aandacht aan de onderliggende oorzaken van het seksueel geweld. Zo is er zeker een verband met traditionele praktijken waarbij mannen dominant zijn en vrouwen onderdanig. Tal van sensibiliseringsacties – theaterstukken, voordracht van gedichten, voetbalmatch tussen twee teams jonge meisjes, mobiele cinema, workshops … - probeerden de kijk van de bevolking op de verhouding man-vrouw te beïnvloeden.

Ook de plaatselijke radio’s werden betrokken en hun journalisten kregen vormingen om seksistische stereotypen te doorbreken. In een aantal middelbare scholen zorgden animatoren voor sensibilisering rond seksuele opvoeding, gezinsplanning en preventie van seksueel geweld.

Mooie resultaten

Het project sloot volledig aan bij de nationale plannen van de Congolese regering en gebeurde ook in samenwerking met de betrokken diensten. Zo heeft het project ervoor gezorgd dat de verdeling van “PEP-kits” – een korte preventieve behandeling tegen aids na risicovolle blootstelling – beter geïntegreerd worden in het nationale systeem. Enabel stond ook steeds in nauw contact met andere donoren zoals UNICEF en de Wereldbank.

Op 4 jaar tijd kan het project al mooie resultaten voorleggen. Zo werden 75% meer slachtoffers van seksueel geweld opgevangen in de gezondheidscentra. De aanpak werd ook uitgebreid naar 2 andere gezondheidscentra, met name in de stad Gemena van de provincie Sud Ubangi (ex-Evenaarsprovincie) en in Mosango van de provincie Kwilu (ex-Bandunduprovincie).

Het project zal dan ook verlengd worden met 2,5 jaar en een budget van 2 miljoen euro. Bedoeling is om de resultaten lokaal te consolideren en naar het hele land uit te breiden. Daarnaast zullen de resultaten van het wetenschappelijke onderzoek gebruikt worden om de nationale communicatiecampagnes bij te stellen en om de behandelingsprocedure voor slachtoffers nog te verbeteren.

Een app om seksueel geweld te documenteren

Slachtoffers van seksueel geweld kunnen vaak onvoldoende bewijzen voorleggen van wat hen overkomen is. Daardoor ontsnappen de daders al te gemakkelijk aan vervolging.

Om dat te verhelpen ontwikkelde Physicians for Human Rights de mobiele app “MediCapt”. Met deze app kan klinisch personeel gemakkelijk de bewijzen vastleggen van seksueel geweld – onder meer met foto’s van opgelopen letsels - en deze delen met politie- en gerechtsdiensten. En dat zonder de privacy van de patiënt en andere betrokkenen te schaden.

Physicians for Human Rights kreeg 315.000 euro van Wehubit om MediCapt in Congo te introduceren (2019-2021). Wehubit is een initiatief van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, dat uitgevoerd wordt door Enabel en BIO, de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden. Doel: digitale oplossingen ondersteunen die ontwikkelingsuitdagingen op een vernieuwende manier aanpakken.