VENKO: Belgische chocolade met Senegalese smaken

De Belgo-Congolese Danuta Nganko – economisch adviseur voor onze FOD – is een succesvolle artisanale chocolatier in Senegal. Haar ambitie: de lekkere Belgische chocolade combineren met lokale, vaak vergeten ingrediënten. Ze vertelde ons haar verhaal.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Portretfoto van Danuta Nganko

Danuta Nganko in werktenue. © VENKO

De Belgo-Congolese Danuta Nganko – economisch adviseur voor onze FOD – is een succesvolle artisanale chocolatier in Senegal. Haar ambitie: de lekkere Belgische chocolade combineren met lokale, vaak vergeten ingrediënten. Ze vertelde ons haar verhaal.

Danuta Nganko bracht haar kindertijd door in DR Congo, het land van haar vader. Maar haar moeder – familienaam Vergauwen – is een rasechte Antwerpse. ‘Mijn moeder was banketbakster en mijn ouders hadden een bedrijf dat wafels en ijs produceerde’, vertelt ze. ‘Ik heb dus altijd wel in de suiker gebaad.’

Toch ging Nganko niet meteen aan de slag met voeding. Toen in 1992 de omstandigheden in Congo moeilijk werden, verhuisde haar gezin naar België. Daar volgde ze de middelbare school op diverse plekken zoals Luik en Brussel. Daarna werkte ze onder meer op het Klein Kasteeltje voor Fedasil (opvang van migranten) en voor het Mercatorfonds dat kunstboeken uitgeeft.
 

Diploma in culinaire kunst


‘Ik heb ook behoorlijk wat rondgereisd in Europa – onder meer in Nederland en het VK – om talen te leren’, zegt ze. ‘Ik kwam ook terecht in Congo, Mali en Marokko. In Lissabon (Portugal) haalde ik een diploma in culinaire kunst waardoor ik chef-kok kon zijn.’

Die degelijke vorming in Portugal betekende het definitieve startschot van haar culinaire avontuur. ‘Eigenlijk had ik die opleiding tot kok gevolgd om in Senegal een restaurant te kunnen openen. Maar toen kwam covid en bleek dat niet meer zo’n goed idee. Daarom besloot ik me aan de chocolade te wijden.’
 

VENKO


De keuze voor (Belgische) chocolade kwam niet uit de lucht vallen. ‘Ik had al heel wat ervaring met de creatie van desserten. En in Portugal was mijn leraar-chef-kok tevens vertegenwoordiger van Barry Callebaut en opgeleid in België. Ook de Belgische chocolatier Alexandre Bourdeaux heeft me online heel wat advies bezorgd. Voorts moet je je als chocolademaker vooral in de praktijk gooien én heel nederig blijven.’

De naam voor haar bedrijf was vlug gevonden. ‘Ik nam simpelweg de naam over van de onderneming van mijn ouders. VENKO is een combinatie van de familienamen VErgauwen en NgaNKO.’
 

Hibiscus en moringa


Ook in Senegal blijft Belgische chocolade de basis. ‘Ik vertrek van Belgische chocolade voor professionelen die ik inkoop bij Barry Callebaut en Belcolade. En dat vind ik essentieel.  Belgische chocolade heeft een heel andere, gladdere textuur dan Zwitserse of Franse. Hij smelt minder vlug in de mond. Ik verkies de Belgische chocoladesmaak – van Côte d’or, Neuhaus… - waarmee ik ben opgegroeid.’

Aan die Belgische chocolade voegt ze typisch Senegalese ingrediënten toe. ‘Natuurlijk heb ik ook gewone ganache (romige chocoladecrème voor vullingen, red.) met caramel- of framboossmaak. Maar ik experimenteer dolgraag met lokale smaken. Zo gebruik ik vaak hibiscus – dat hier razend populair is – en moringa. Ik hou er ook van om vergeten bosvruchten – zoals sapotil en konkorong – te gebruiken die ze hier niet goed meer kennen. Verder wil ik geen hazelnoten of pistaches in mijn producten, enkel noten van hier: cashewnoten, aardnoten, sesamzaad… Ik heb zelfs ‘newu’ ontdekt, een onbekende noot!’

Image
Presentatiedoos met chocoladebonbons van VENKO

De lekkernijen van VENKO zijn enkel in Senegal te verkrijgen. © VENKO

Paaseitjes en paashaasjes


Haar experimenteerdrift resulteerde alvast in een uiterst uitgebreid gamma: 19 verschillende soorten tabletten, 14 soorten pralines naast diverse soorten truffels en chocolaatjes met studentenhaver. Maar dat is nog niet alles. ‘Ik maak ook speciale producten voor de feestdagen doorheen het jaar zoals Moederdag. Of paaseitjes en paashaasjes met Pasen, sinterklaas- en kerstmanfiguurtjes... Tijdens de ramadan bereid ik kleine rochers met een noot, en dadels omhuld met chocolade, gevuld met praliné. Daarmee speel ik in op het gebruik om veel cadeautjes te geven tijdens de islamitische vasten.’

Na 3 jaar heeft Nganko een bloeiende zaak met één boetiek plus meerdere verkooppunten, naast een heel klein beetje export via een verdeler in Frankrijk. ‘Als ik meer zou willen uitvoeren, moet ik voor een steviger verpakking zorgen.’
 

3.000 CFA-frank


Jammer genoeg is haar chocolade te duur voor de armen en zelfs voor de Senegalese middenklasse. ‘Eén tablet kost 3.000 CFA-frank, zo’n 4,5 euro. Dat is 1,5 keer duurder dan de 2.000 CFA-frank die je moet neertellen voor een eenvoudige volledige maaltijd met groenten die je op straat kan kopen. Mijn klanten zijn dus voornamelijk rijke Senegalezen en expats. Ook de Belgische en Franse ambassade zijn goede afnemers, ze bieden mijn chocolade aan op hun recepties. Verder heb ik contracten met hotels en restaurants.’
 

Fairtrade en traceerbaar


Met de oorsprong van de cacaobonen van haar chocolade hoeft ze niet bezig te zijn. ‘De chocolade die ik inkoop bij Belcolade en Barry Callebaut draagt het fairetradelabel, is vrij van kinderarbeid en zo meer. Elk pak chocolade is traceerbaar. Ik heb er vertrouwen in dat dat klopt.’

Al wil ze graag eens kleine cacaotelers bezoeken om met eigen ogen te zien hoe het er aan toe gaat. ‘Ik vind het absoluut onrechtvaardig als kleine cacaoboeren een lage prijs krijgen terwijl chocolade als luxeproduct zo duur is. Maar ik vrees dat als fabrikanten een eerlijker prijs betalen voor de cacao dat de chocolade dan veel duurder zal worden en dus quasi onbetaalbaar.’
 

Donkere wolken


Hoewel haar zaak goed draait, verschenen er vorig jaar toch donkere wolken aan de hemel. ‘Het politieke klimaat in Senegal is behoorlijk instabiel geworden en in juni zijn er normaal verkiezingen (ondertussen werd 24 maart als datum gekozen, red.). Dit jaar zal dus cruciaal worden om te beslissen welke richting we zullen uitgaan: willen we uitbreiden of laten we de zaak zoals ze is?’

Nganko is in elk geval van plan om nog enkele jaren in Senegal te blijven, tot haar dochter van 4 jaar van school is. ‘Natuurlijk kan ik terugkeren naar België maar ik voel me goed hier. Ik ben graag in België maar ik zou toch moeite hebben om me weer helemaal aan te passen.’
 

Danuta Nganko over haar rol als economisch adviseur


Sinds één jaar is Danuta Nganko economisch adviseur voor onze FOD. Blijkbaar liet ze zich opmerken als een rasechte, succesvolle onderneemster. Het was dan ook onze ambassade die haar voorstelde om economisch adviseur te worden. ‘Ik heb veel gepraat met toenmalig ambassadeur Roisin en ik heb ja gezegd, ik weet niet meer waarom’, vertelt ze lachend.

Ze heeft er alvast geen spijt van. ‘De werklast is nu ook weer niet zo groot, ik schat zo’n 6 uur per maand. Het voorbije jaar stond vooral in het teken van de economische missie met Prinses Astrid. Ik nam deel aan heel wat voorbereidende vergaderingen en zat in een panel over ondernemen in Senegal.’

Ze begeleidt ook mee de nieuwe Belgische ambassadeur die deze zomer is aangekomen. ‘We hebben geregeld een lunch met haar, samen met de 4 andere economische adviseurs in Senegal. Dan geven we onze kijk op actuele dossiers en suggereren contacten uit ons netwerk. Ik ben ook aanwezig op diverse evenementen zoals een cocktail voor het Belgische EU-voorzitterschap.’

Verder denkt ze dat ze uitgenodigd werd omwille van haar interessant profiel. ‘Ons groepje van 5 economische adviseurs is heel divers: qua leeftijd, ervaring, gender… Zelf ben ik ook een beetje apart: ik ben jong, vrouw en een heel kleine onderneemster. Die uiteenlopende profielen vullen elkaar uitstekend aan. Ten slotte ben ik zowel van Afrikaanse als van Belgische origine. Ik heb lang in België gewoond en ken ook Afrika. Dat ik beide kanten goed begrijp, is gegarandeerd een troef voor mijn rol als economisch adviseur.’