Wapenbeheersing in tijden van wapenwedloop

Wapenbeheersing gaat over de kunst van het omgaan met de ‘wapenparadox’: staten hebben wapens nodig voor hun veiligheid, maar wapens kunnen ook bron van onveiligheid zijn. Daarom ijvert België – via onze directie Wapenbeheersing – onverdroten voor internationale dialoog om destabiliserende wapenwedlopen te voorkomen.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Experten bekijken munitie voor vernietiging

Experten bereiden een oven voor om meer dan 2 ton verouderde munitie te vernietigen (Tsjaad, maart 2021). Dat gebeurde in het kader van een project gesteund door onze dienst Vredesopbouw. © MAG

Wapenbeheersing gaat over de kunst van het omgaan met de ‘wapenparadox’: staten hebben wapens nodig voor hun veiligheid, maar wapens kunnen ook bron van onveiligheid zijn. Daarom ijvert België – via onze directie Wapenbeheersing – onverdroten voor internationale dialoog om destabiliserende wapenwedlopen te voorkomen.

Belgische primeurs

De eerste grootschalige aanval met chemische wapens vond in België plaats. 110 jaar geleden - op 22 april 1915 tijdens de tweede slag om Ieper - kregen de verraste geallieerden 150 ton Duits chloorgas over zich heen. Tijdens WOII was Antwerpen dan weer één van de voornaamste doelwitten van andere nieuwe Duitse wapensystemen: ballistische en kruisraketten. Uranium uit de Belgische kolonie Congo vond zijn weg naar de allereerste atoombommen.

Jaren later was ons land het eerste dat anti-persoonsmijnenmunitie met verarmd uranium en clustermunitie verbood. Dat laatste is munitie waaruit kleinere explosieven vrijkomen. Ons land was tevens een grondlegger voor de globale strijd tegen illegale vuurwapens. 

Een delicaat immuunsysteem

Voor België zijn bewapening noch ontwapening een doel op zich. Het echte doel is veiligheid, het beschermen van vrede, vrijheid en de internationale rechtsorde. Militaire wapens spelen een onmisbare rol als instrument voor afschrikking en verdediging tegen externe agressie. Maar daarnaast kunnen oorlogswapens ook conflicten aanwakkeren en hebben ze per definitie de capaciteit om dood en vernieling te zaaien. Vergelijk het met je biologisch immuunsysteem. Het beschermt je lichaam tegen virussen en bacteriën. Een op hol geslagen immuunsysteem kan je echter ook heel ziek maken en zelfs doden.    

Afspraken

Omwille van deze ambivalentie is het noodzakelijk dat productie, handel, opslag en gebruik van militaire wapens gereguleerd en gecontroleerd worden. Staten moeten erover waken dat:

  • enkel wapens geproduceerd worden die conform het internationaal humanitair recht gebruikt kunnen worden;
  • wapens op een verantwoorde manier worden verhandeld, opgeslagen, gebruikt en ontmanteld;
  • wapens niet in handen komen van agressoren, terroristen, criminelen of oorlogsmisdadigers.

Daarom hebben staten in het verleden beslist om bepaalde wapencategorieën te verbieden: chemische en biologische wapens, anti-persoonsmijnen en blind makende laserwapens… Andere categorieën kregen beperkingen opgelegd. Met het oog op strategische stabiliteit maakten militaire grootmachten afspraken over hun arsenalen en sinds de jaren 1990 werd ook menselijke veiligheid een drijfveer voor humanitaire wapenbeheersing.

Er zijn afspraken voor de vreedzame toepassing van opkomende technologieën, en om de illegale wapenhandel te bestrijden. Veel staten zijn beducht voor dure en destabiliserende wapenwedlopen die het objectief van vrede en veiligheid niet dienen. Akkoorden bevatten vaak afspraken over transparantie naast vertrouwenwekkende maatregelen om ongewilde en mogelijk catastrofale escalaties te voorkomen. Ook hulp aan slachtoffers en wederzijdse samenwerking op het vlak van vreedzaam gebruik staan op de internationale agenda.

Image
Medewerkers volgen getrainde rat aan leiband in mijnenveld

Via APOPO is ons land een pionier in het opsporen van anti-persoonsmijnen met getrainde ratten. © APOPO

Niemand wil zwak zijn

Maar de internationale wapenbeheersing staat momenteel voor grote uitdagingen. De op regels gebaseerde naoorlogse wereldorde dreigt immers vervangen te worden door het oude adagium “De sterken doen wat ze willen, de zwakken lijden wat ze moeten”. Niemand wil zwak zijn. In de televisiereeks Fargo schiet sheriff Tillman een advocaat neer na het spreken van de woorden “Als je zo slim bent, hoe komt het dan dat je nu dood bent?”. Het slachtoffer had getracht de sheriff met juridische argumenten onder druk te zetten.

In een wereld zonder regels heeft militaire vuurkracht helaas het laatste woord. Dat heeft ons land in de 20e eeuw 2 keer aan den lijve ondervonden. En daarom heeft de Belgische  diplomatie meegebouwd aan een nieuwe Europese en wereldorde die veel beter in staat bleek om duurzame veiligheid en welvaart te bieden dan de oude recepten.

Harmeldoctrine 2.0

Tegelijk blijven de oude wetten van geweld en chantage gelden. De wereld is vooralsnog geen rechtsstaat. Het komt er dus op neer een evenwicht te vinden tussen enerzijds afschrikking door militaire kracht en anderzijds wapenbeheersing door internationale dialoog: een permanente Harmeldoctrine als het ware. Ziedaar de rol van de directie Wapenbeheersing van onze FOD en zijn evenknieën wereldwijd.

Ter herinnering: de Harmeldoctrine verwijst naar de Belgische staatsman Pierre Harmel. Hij stelde eind jaren 1960 dat de NAVO zich niet enkel als militaire alliantie moest positioneren, maar ook moest streven naar dialoog met de toenmalige Oostbloklanden.

Oerangst

Naast de erosie van de op regels gebaseerde orde, stellen we ook een razendsnelle ontwikkeling van technologieën met militaire toepassingen vast. Denken we maar aan de militarisering van de ruimte, kunstmatige intelligentie, autonome wapensystemen en kwantum- en biotechnologie.

De oerangst van een staat is om verrast te worden door een nieuw wapensysteem waartegen geen afschrikking of verdediging opgewassen is. Zo dwong de Duitse 420 mm artillerie het Antwerpse fortenbolwerk tot overgave in 1914. In 1940 kreeg de Duitse luchtmacht Nederland op de knieën met strategische bombardementen terwijl de Amerikaanse atoombommen Japan deden capituleren in 1945.

Geen land wil onderhevig zijn aan chantage vanwege een agressor. Naast spionage en militaire afschrikking speelt ook hier de diplomatie een belangrijke rol: (1) in het doen afnemen van spanningen die uit deze technologische ontwikkelingen voortkomen en (2) bij het meebouwen aan de mondiale beheersing van deze technologieën.

Internationale dialoog

“Een veilig Europa in een betere wereld” is de titel van de Europese Veiligheidsstrategie van 2003. Ze illustreert het idee van inclusieve veiligheid: de eigen veiligheid kan enkel duurzaam zijn als ze niet ten koste gaat van de veiligheid van anderen. Anno 2025 waarin we met “si vis pacem, para bellum” – als je vrede wilt, bereid je voor op oorlog - om de oren geslagen worden, klinkt inclusieve veiligheid misschien als een naïef sprookje. Toch mogen we de dure lessen uit het gewelddadige Europese verleden niet vergeten. 

Daarom blijft wapenbeheersing een essentieel onderdeel van het internationale veiligheidsbeleid. Internationale dialoog kan het risico op destabiliserende en geldverslindende wapenwedlopen en oorlogen beperken. België speelt daar een belangrijke rol in en blijft zich inzetten voor duurzame en inclusieve veiligheid die ook gebaseerd is op internationale dialoog en regels. Het alternatief werd de afgelopen millennia uitvoerig uitgetest, zonder succes.