‘We kunnen in Europa enkel gezond zijn als iedereen gezond is’

Het Belgische EU-voorzitterschap plaatste gezondheid centraal en bouwde verder aan solide gezondheidssystemen in Afrika. Ons land zet vooral in op billijke toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg en -producten, met inbegrip van de productie van kwaliteitsvolle vaccins en geneesmiddelen.

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Kind krijgt poliovaccin

Een kind wordt gevaccineerd tegen polio in Ethiopië. Vandaag moet het Afrikaanse continent nog 99% van zijn vaccins invoeren. © UNICEF Ethiopia/2015/Mekit Mersha

Het Belgische EU-voorzitterschap plaatste gezondheid centraal en bouwde verder aan solide gezondheidssystemen in Afrika. Ons land zet vooral in op billijke toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg en -producten, met inbegrip van de productie van kwaliteitsvolle vaccins en geneesmiddelen.

Het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU heeft voor het domein ‘ontwikkelingssamenwerking’ resoluut gekozen voor ‘mondiale gezondheid’ als prioriteit. We beseffen immers meer en meer dat we pas gezond zijn als iedereen gezond is.

De nieuwe EU-strategie rond mondiale gezondheid – afgerond onder Belgisch voorzitterschap – geeft eenzelfde boodschap mee: ‘Mondiale gezondheid is niet meer uitsluitend een kwestie van ontwikkelingssamenwerking, maar is veeleer een thema in het gemeenschappelijk belang van alle landen.’

60% eigen vaccins

Zeker in Afrika valt nog heel wat te doen. Van de 2 miljard mensen wereldwijd die geen toegang hebben tot essentiële geneesmiddelen, diagnose en vaccins, leeft het grootste deel in Sub-Saharaans Afrika. Zo’n 52% van de Afrikaanse burgers heeft geen toegang tot gezondheidszorg. Het Afrikaanse continent moet 99% van zijn vaccins en meer dan 90% van zijn medicijnen invoeren.

In haar Agenda 2063 – een blauwdruk om Afrika te transformeren tot mondiale powerhouse – geeft de Afrikaanse Unie (AU) dan ook een belangrijke plaats aan gezondheid. Tegen 2040 wil de AU 60% van de vaccins die gebruikt worden in Afrika, ook in Afrika zelf maken. In 2016 werd Africa CDC opgericht – het Africa Centres for Disease Control and Prevention – dat volksgezondheidsinstellingen in de lidstaten ondersteunt. Sindsdien kreeg Africa CDC een uitgebreid mandaat om een nieuw gezondheidsbeleid (‘New Public Health Order for Africa’) voor het continent uit te werken.

Het bewustzijn dat we voor onze gezondheid van anderen afhankelijk zijn, is vooral gegroeid tijdens de coronapandemie. Vooral de rijke landen eigenden zich de coronavaccins toe terwijl Afrika veel moeilijker aan de bak kwam. Zowel in België als in de EU besefte men dat het noodzakelijk was bij te dragen aan kwaliteitsvolle gezondheidssystemen in Afrika. Het Afrikaanse continent moest veel meer zelf kunnen instaan voor de productie van de nodige vaccins en geneesmiddelen. ‘Niemand is veilig tot iedereen veilig is’, klonk het in coronatijden.

mRNA-vaccinhub

België maakte dat besef algauw heel concreet. Samen met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ondersteunde ons land immers de uitbouw van een mRNA-vaccinhub in Zuid-Afrika. Dat moest op termijn vaccinproductie in meerdere Afrikaanse landen mogelijk maken. Ook in Senegal wordt in Europees verband de vaccinproductie ondersteund, met name in het Institut Pasteur van Dakar.

Deze projecten vormen een onderdeel van een Team Europe-initiatief (TEI = een project van de EU en een aantal EU-lidstaten) dat de naam van MAV+ meekreeg: Manufacturing and Access to Vaccins, medicins and health technologies in Africa (productie en toegang tot vaccins, geneesmiddelen en gezondheidstechnologieën in Afrika). Het TEI MAV+ werd al in mei 2021 aangekondigd, nog in volle coronapandemie.

Image
Bijeenkomst Afrikaanse Unie

Bijeenkomst in Addis Abeba tijdens het bezoek van een Team Europe Initiative-missie aan de Afrikaanse Unie (februari 2024). © FOD Buitenlandse Zaken

African Medicines Agency

MAV+ hanteert een zogenaamde 360°-benadering die met zo veel mogelijk factoren rekening houdt: aanbod, vraag en gunstige omgeving. Daarnaast schenkt het aandacht aan onder meer industriële ontwikkeling, de markt, regelgevende versterking, technologietransfer, toegang tot financiën en Onderzoek & Ontwikkeling. Tot nu toe vloeide 1,3 miljard euro naar MAV+, afkomstig van onder andere de Europese Commissie, de Europese Investeringsbank, Duitsland, Frankrijk, België en Nederland.

Het luik ‘regelgevende versterking’ wil ervoor zorgen dat de gezondheidsproducten die in Afrika gemaakt worden van goede kwaliteit zijn. Daarom ondersteunt België ook de oprichting van een evenknie van het EMA (European Medicines Agency), met name het AMA (African Medicines Agency). Dat zijn instellingen die nagaan of de geproduceerde vaccins of medicamenten voldoende kwaliteitsvol zijn – en niet gevaarlijk - om op de markt te brengen. EMA heeft bijvoorbeeld de vaccins tegen COVID-19 goedgekeurd.

Ons land is ook betrokken bij het MAV+-luik rond opleidingen. Zo ondersteunen we een master in biotechnologie aan de universiteit van Kigali (Rwanda). We hopen die ook in Senegal uit te bouwen.

Image
Links: Jean Kaseya, rechts: Jutta Urpilainen, backdrop met logo BeEU belgium24.be

Tijdens de conferentie in maart werd een werkoverheenkomst getekend tussen het Africa CDC en de Europese Commissie. Links: Jean Kaseya, directeur-generaal van Africa CDC; rechts: Jutta Urpilainen, Europees commissaris voor Internationale Partnerschappen. © FOD Buitenlandse Zaken

Belgisch Voorzitterschap en mondiale gezondheid

Ook de EU-AU-top (februari 2022) hechtte veel belang aan solide gezondheidssystemen en de lokale productie van en billijke toegang tot vaccins en andere medische producten. Er werd toen afgesproken om de besluiten van de top rigoureus op te volgen opdat het niet bij loze woorden zou blijven.

België heeft zich dat nauw ter harte genomen. Vandaar dat het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU een ideale gelegenheid bood om mondiale gezondheid weer centraal te plaatsen.

In februari ging een TEI-missie door – onder leiding van de Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking en Europees commissaris voor Gezondheid Kyriakides - naar Addis Abeba waar de AU haar zetel heeft. Een primeur trouwens. Nog nooit heeft een lidstaat een dergelijke reis georganiseerd in het kader van een voorzitterschap.

De missie werd gevolgd door een conferentie op hoog niveau op 20 maart 2024. Hoge vertegenwoordigers van de Belgische overheid, de Europese Commissie, de AU en Africa CDC namen eraan deel. Op 23 april 2024 ten slotte vond een technisch event plaats in Mechelen waar ook de civiele samenleving aan deelnam.

3 nieuwe TEI

Natuurlijk zorgden deze evenementen ervoor dat mondiale gezondheid hoog op de politieke agenda bleef. Maar er kwamen ook heel wat concrete resultaten uit de bus. Naast het al lopende ‘vlaggenschipinitiatief’ MAV+ en de TEI SRHR (seksuele en reproductieve gezondheid en rechten), werden 3 nieuwe Team Europe-initiatieven aangekondigd. Met name rond:

  • Digitale gezondheid of digitalisering ten dienste van de gezondheidszorg.
  • One Health of een holistische visie die de gezondheid van de mens in verband ziet met de gezondheid van dieren en van de leefomgevingen of ecosystemen.
  • Werken aan performante volksgezondheidsinstellingen in de AU-lidstaten die onder andere de volksgezondheid opvolgen en instaan voor vormingen en onderzoek.
Image
Ingang ziekenhuis, ebola-behandelcentrum

Cruciaal voor de samenwerking tussen de AU en de EU is dat het op gelijke voet gebeurt. Zo kan de EU veel leren van de ruime ervaring van de AU met pandemieën zoals ebola. © World Bank/Vincent Tremeau

Op gelijke voet

De samenwerking tussen de AU en de EU op het vlak van gezondheid verloopt bijzonder constructief. Regelmatig vinden bijeenkomsten plaats om te overleggen hoever we staan met de samenwerking rond gezondheid. Daarbij wordt een open dialoog gecreëerd om de TEI’s zo goed mogelijk te laten functioneren. Zo overlegt het Afrikaans geneesmiddelenagentschap (AMA) veel met het Europese agentschap EMA om ervaringen te delen en de opstart van AMA te steunen waar mogelijk.

Het betreft tevens een samenwerking op gelijke voet, één van de kernpunten van de EU-AU-top. Ook de EU kan leren van de AU, onder andere van hun ruime ervaring met pandemieën, alsook van het mobiliseren van de bevolking en de inzet van gezondheidsactoren in de gemeenschap.

De samenwerking beantwoordt ook aan een concrete vraag van de AU. Vele donoren, waaronder China, bouwen veel infrastructuur zoals ziekenhuizen terwijl de EU zich ook richt op kennis en het opzetten van samenwerkingsnetwerken. Dat lijkt minder tastbaar, maar het is hoe dan ook een even noodzakelijke investering. Denk aan regelgevende of wettelijke kaders nodig voor (vaccin)productie en aan investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling van nieuwe producten en diensten op maat van de inwoners van Afrikaanse landen. Allemaal zaken die onontbeerlijk zijn om Afrika soeverein te maken op het vlak van gezondheidszorg.

Het Belgische voorzitterschap draagt zo bij tot de realisatie van toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle gezondheidszorg in Afrika. Het thema ‘billijke toegang tot gezondheid’ zal sowieso op de radar blijven staan van België en de EU – ook na het Belgisch voorzitterschap dat eind juni 2024 afloopt. Want zoals herhaalde malen werd gezegd: we kunnen hier in Europa enkel gezond zijn als ook Afrika gezond is.