Het beleid van België binnen de EU

Deze rubriek geeft een overzicht van het beleid van België binnen de Europese Unie.

Energie en klimaat

Het energie- en klimaatbeleid van de Europese Unie rust op drie belangrijke pijlers: energiezekerheid, concurrentievermogen en duurzaamheid. In het nieuwe beleidskader voor 2030 is een tussentijdse doelstelling vastgelegd om de uitstoot van broeikasgassen met minstens 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Deze maatregel vormt een tussenstap op weg naar de uiteindelijke doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050, zoals vastgelegd in de Europese Green Deal.
  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Afbeelding met een boom, een elektrische wagen, zonnepannelen

© Shutterstock

Kort samengevat


Het energie- en klimaatbeleid van de Europese Unie rust op drie essentiële pijlers:

  • Energiezekerheid: Het garanderen van een stabiele energievoorziening staat centraal, waarbij diversificatie van energieroutes en -bronnen cruciaal is.
  • Competitiviteit: Het belang van betaalbare energieprijzen en kostenefficiëntie, evenals het verder ontwikkelen van de interne energiemarkt, is essentieel voor de economische concurrentiekracht.
  • Duurzaamheid: Een geïntegreerd klimaat- en energiebeleid draagt bij aan het behalen van de klimaatdoelstellingen uit het akkoord van Parijs en sluit aan bij de mondiale inspanningen van de EU om een nieuw, allesomvattend klimaatakkoord te realiseren.

In deze crisistijd, en om de klimaat- en energietransitiedoelen te bereiken, werkt de Europese Unie aan strategische autonomie om energie-onafhankelijkheid te realiseren. Als antwoord op de stijgende energieprijzen en de Russische invasie van Oekraïne, werd het REPowerEU-plan gelanceerd om de Europese afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen te verminderen. Dit plan draagt bij aan het verwezenlijken van de pijlers van het Europese energie- en klimaatbeleid op een eerlijke, kostenefficiënte en concurrerende manier.

Het ‘Fit for 55’-pakket weerspiegelt de klimaat- en energieambities van de Europese Commissie en stelt alle economische sectoren in de EU in staat om de doelstellingen te halen. Om in te spelen op de huidige uitdagingen, is er in overeenstemming met deze drie pijlers een nieuw beleidskader ontwikkeld: “Horizon 2030.” Dit kader heeft als doel de uitstoot van broeikasgassen met minstens 55 procent te reduceren ten opzichte van 1990. Tijdens de vorige legislatuur werd in het kader van de Green Deal een pakket van 13 wetgevende voorstellen aangenomen om deze ambitie waar te maken.

Alle sectoren van de economie moeten bijdragen aan deze geplande transitie. Het Fit for 55-wetgevingspakket versterkt het Europese emissiehandelsysteem (ETS) en breidt het uit naar de scheepvaart. Het ETS voor de luchtvaartsector wordt aangescherpt en er komt een apart ETS voor gebouwen en wegtransport. De CO2-normen voor personen- en bestelwagens worden verder aangescherpt, en voor de landbouw- en bosbouwsectoren krijgen lidstaten nationale doelstellingen opgelegd, zoals nu al gebeurt onder de verordening inzake de verdeling van inspanningen. Daarnaast zijn de energiedoelen voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie verhoogd, met specifieke subdoelstellingen voor sectoren zoals transport.

De Europese Commissie kijkt ook vooruit naar 2040, met de aanbeveling dat de EU en haar lidstaten tegen die tijd de uitstoot van broeikasgassen met 90 procent verminderen. Op basis van de politieke discussies zal de Commissie naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 een concreet wetgevingsvoorstel presenteren. Naast de voortzetting van de inspanningen voor klimaatneutraliteit in 2050, zal deze EU-legislatuur zich richten op het versterken van de concurrentiekracht. Het is essentieel om de klimaatdoelen te bereiken zonder de mondiale positie van de EU te ondermijnen. In de eerste 100 dagen van de nieuwe Europese Commissie wordt een strategie voor een “clean industrial deal” verwacht, die de uitvoering van de Green Deal en het Fit for 55-kader tegen 2030 ondersteunt.

 
Belgische positie


België heeft de bovengenoemde Europese beleidslijnen voor een geïntegreerd klimaat- en energiebeleid steeds op een constructieve manier ondersteund. Klimaatbeleid enerzijds en energiezekerheid en de voltooiing van de interne energiemarkt anderzijds, sluiten elkaar niet uit, maar zijn juist complementair. Ons land streeft eveneens de Europese doelstelling na om energieonafhankelijkheid te bereiken waarbij België pleit voor de zekerheid van duurzame en betaalbare energievoorziening.

Het emissiehandelssysteem (ETS) – waarbij bedrijven emissierechten moeten kopen als hun uitstoot de toegewezen limieten overschrijdt – zal verder structureel worden versterkt en blijft ook na 2030 een van de pijlers van het Europese klimaatbeleid. België blijft aandacht besteden aan het aangescherpte kader inzake koolstoflekkage, vooral via de maatregel van koolstofgrenscorrecties om de energie-intensieve industrie in Europa te beschermen.

Het stimuleren van koolstofarme technologieën en innovatie blijft een prioriteit voor België. Naar aanleiding van het akkoord over de herziening van het ETS zijn de bestaande fondsen voor deze technologieën uitgebreid, wat ons land ten goede komt. België onderschrijft de Europese ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Met betrekking tot de Green Deal deelt België de brede consensus over de noodzaak van een duurzame transformatie van onze samenleving en economie, en erkent het de vele kansen en positieve agenda die de Green Deal biedt.