-
Laatst bijgewerkt op
De zes evaluatiecriteria voor ontwikkelingssamenwerking, vastgelegd door het Ontwikkelingscomité (Development Assistance Committee - DAC) van de OESO:
- relevantie
- coherentie
- doeltreffendheid
- efficiëntie
- impact
- duurzaamheid
Relevantie: doet de interventie de juiste dingen?
De mate waarin de doelstellingen en het ontwerp van de interventie beantwoorden aan de noden, het beleid en de prioriteiten van de begunstigden, het land, de internationale gemeenschap en de partners of instellingen, en relevant blijven, ook als de context verandert.
Coherentie: hoe goed past de interventie?
De mate waarin de interventie compatibel is met andere interventies binnen een land, sector of instelling.
Doeltreffendheid: bereikt de interventie haar doelstellingen?
De mate waarin de doelstellingen en resultaten van de interventie werden bereikt of worden verwacht te bereiken met inbegrip van de gedifferentieerde resultaten tussen groepen.
Efficiëntie: hoe goed worden de middelen gebruikt?
De mate waarin de interventie resultaten oplevert of vermoedelijk zal opleveren op een kostenefficiënte en tijdige manier.
Impact: welk verschil maakt de interventie?
De mate waarin de interventie heeft geleid, of wordt verwacht te leiden tot substantiële, positieve of negatieve, bedoelde of onbedoelde effecten op een hoger niveau.
Duurzaamheid: zullen de voordelen blijven?
De mate waarin de netto voordelen van de interventie voortduren of vermoedelijk zullen voortduren.
Meer informatie over de DAC-criteria?
Lees ons jaarverslag 2020 of raadpleeg de website van de OESO.