-
Laatst bijgewerkt op
© IRCR
De Dienst Bijzondere Evaluatie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DBE) publiceerde afgelopen maart haar jaarverslag over 2022 ‘Crisissen trotseren: de rol van humanitaire hulp en ontwikkeling’. De wereld maakt een opeenvolging van crisissen door: natuurrampen, gewapende conflicten, pandemieën, klimaatcrisis,…. Er zijn ook vergeten of langdurige crisissen waaraan België aandacht besteedt via humanitaire hulp.
Cécilia De Decker, Bijzondere Evaluator, verklaarde het volgende: “Deze contexten doen ons vragen stellen over de rol van humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking. De evaluatiepraktijk stelt ons in staat vaststellingen te doen, afstand te nemen en lessen te trekken over hoe we crisissen kunnen trotseren en indien mogelijk, ze beter te anticiperen en te voorkomen.”
Het doel van dit jaarrapport is om verslag uit te brengen over het gebruik van overheidsmiddelen voor ontwikkelingssamenwerking en lessen te trekken over wat goed werkt en wat minder, en waarom. Deze lessen dragen bij tot voortdurende verbeteringen om een zo groot mogelijke impact te hebben en de middelen van de Belgische Staat zo doeltreffend mogelijk te gebruiken.
Humanitaire hulp en landenstrategieën
De Dienst Bijzondere Evaluatie heeft twee belangrijke evaluaties uitgevoerd voor de toekomst van het Belgisch beleid inzake internationale solidariteit. Uit de evaluatie naar de Belgische strategie voor humanitaire hulp bleek dat de financieringsinstrumenten ‘projecten’ en ‘programma’s’ een aanzienlijke positieve impact hadden op de meest kwetsbaren. De toename van de humanitaire financiering is echter niet gepaard gegaan met een versterking van de humanitaire expertise en de strategische beheerscapaciteit. De huidige en toekomstige uitdagingen vereisen dus een aangepaste Belgische humanitaire strategie en meer synergie en complementariteit binnen ‘Team Belgium’.
De evaluatie naar de landenstrategieën1 binnen het eerste beheerscontract van Enabel concludeerde dat de landenstrategieën coherent zijn met Belgische prioriteiten en zich richten op reële ontwikkelingsbehoeften, maar dat de dialoog met partnerlanden beter kan.
De samenwerking tussen Belgische en Europese actoren wordt nagestreefd, maar met wisselend succes in de praktijk gebracht. De mogelijkheid tot het wijzigingen van de strategie om tegemoet te komen aan crisissen of onverwachte omstandigheden kende een aanzet, maar verloopt vaak moeizaam. Inefficiënties in het formuleringsproces en de relevantie van de landenstrategie als een document in de programmeringscyclus moeten herbekeken worden.
Impactevaluaties
De Dienst Bijzondere Evaluatie, de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) en de federaties (ngo-federatie, ACODEV, Fiabel) hebben de impactevaluaties van vijf interventies van de niet-gouvernementele samenwerking (programmacyclus 2017-2021) gezamenlijk beheerd en medegefinancierd. De geleerde lessen uit deze evaluaties kunnen helpen om de monitoring en evaluatiecapaciteit van de sector te versterken, het evenwicht tussen leren en verantwoording aan te moedigen en methodologische innovaties te bevorderen.
Naast haar eigen evaluaties, is de Dienst Bijzondere Evaluatie ook actief betrokken bij andere evaluaties. In 2021 werkte ze samen met onder andere Enabel (Belgisch Ontwikkelingsagentschap), BIO (Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden) en MOPAN (Multilateral Organisational Performance Assessment Network). DBE helpt ook mee aan de versterking van evaluatiecapaciteiten in België en in partnerlanden.
____
[1] De landenstrategieën zijn een centraal document in de programmeringscyclus van de gouvernementele ontwikkelingssamenwerking, uitgevoerd door Enabel. Ze volgen op de instructiebrief van de minister, die de grote strategische oriëntaties uiteenzet en gaan vooraf aan de landenportefeuille van Enabel, die de operationele toepassing mogelijk maakt.