Interministerieel Comité Zetelbeleid

Zetelbeleid kan algemeen worden omschreven als het beleid dat betrekking heeft op het onthaal van internationale gouvernementele organisaties die hun zetel of een vertegenwoordiging (missie, verbindingsbureau, ...) hebben in België.

Modeltekst

Op deze pagina vindt u een modeltekst van een zetelakkoord.
  1. Laatst bijgewerkt op

(ONTWERP)

ZETELAKKOORD, MET BIJLAGE
TUSSEN
HET KONINKRIJK BELGIË
EN
XX

 

Het Koninkrijk België, hierna genoemd "België",
vertegenwoordigd door:
­- de federale Regering
­- de Vlaamse Regering
­- de Franse Gemeenschapsregering
­- de Waalse Regering
­- de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
­- de Duitse Gemeenschapsregering

en

XX ;

Gelet op het (oprichtingsverdrag van XX ), hierna genoemd “het Verdrag”;

Tegemoetkomend aan de wens van XX  om een verbindingsbureau in België te vestigen, hierna genoemd “het Bureau”;

Verlangend een overeenkomst te sluiten teneinde de voorrechten en immuniteiten, die vereist zijn voor het functioneren van het Bureau en voor de goede uitvoering door het personeel van zijn opdracht, nader te bepalen.

Overwegend dat België de internationale rechtspersoonlijkheid van XX erkent;
 
Overwegend dat deze voorrechten en immuniteiten aan het Bureau en zijn personeel worden toegekend in het belang van zijn onafhankelijkheid en goede werking in België, en dat het Bureau en zijn personeel steeds gehouden zijn om de Belgische wetgeving en regelgeving na te leven;

Zijn overeengekomen als volgt:


HOOFDSTUK I

RECHTSPERSOONLIJKHEID, VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN
VAN HET VERBINDINGSBUREAU VAN XX


Artikel 1

In dit Akkoord wordt verstaan onder:

a) “het Bureau”: het verbindingsbureau van XX , officieel in België gevestigd;
b) “de officiële werkzaamheden van het Bureau”: de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening in België door het Bureau van de doelstellingen en de statutaire opdrachten van algemeen belang die door XX , in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag, aan het Bureau werden opgedragen;
c) “het officieel gebruik”: de activiteiten evenals de verwerving van goederen of diensten die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening door het Bureau van zijn officiële werkzaamheden in België, of die noodzakelijk zijn voor zijn goede werking, en waarvan de kosten uiteindelijk door XX worden betaald;
d) “het archief”: alle dossiers, correspondentie, documenten, manuscripten, computer- en mediagegevens, databanken, foto's, films, video- en geluidsopnamen die het Bureau of zijn personeel in het kader van zijn officiële werkzaamheden in België bezit of bewaart;
e) “de gebouwen van het Bureau”: het terrein en de gebouwen of delen van gebouwen die uitsluitend worden gebruikt voor de officiële werkzaamheden van het Bureau;
f) “het Hoofd van het Bureau”: de ambtenaar met de hoogste rang van het Bureau;
g) “de ambtenaren/personeelsleden van het Bureau»: te definiëren tijdens de onderhandelingen
h) “lokaal aangeworven personeelsleden”: id.
i) “personen ten laste”: id.
j)  “experten”: id.
k) “permanente verblijfshouders/personen met hoofdverblijfplaats in België”: na te kijken door Directie Protocol.

Artikel 2

In het kader van haar officiële werkzaamheden geniet XX immuniteit van rechtsmacht en van executie behoudens:
a) voor zover XX in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van deze immuniteit;
b) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende personen of goederen, voor zover die rechtsvordering niet rechtstreeks samenhangt met het officiële functioneren van XX ;
c) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende schade veroorzaakt door een motorvoertuig dat toebehoort aan XX of namens deze wordt gebruikt, of in geval van een met voormeld voertuig begane verkeersovertreding;
d) voor beslag [in uitvoering van een rechterlijke beslissing], op salarissen en emolumenten verschuldigd door XX aan een personeelslid:
e) met betrekking tot een tegenvordering rechtstreeks verbonden aan een [hoofd]vordering ingeleid door XX ;
f) voor de uitvoering van een arbitrale uitspraak uitgesproken krachtens het artikel x van het Akkoord inzake de Voorrechten en Immuniteiten van XX / krachtens artikel 31 van dit Akkoord.

Het Bureau bezit rechtsbekwaamheid, met name om:

-­ overeenkomsten te sluiten;
­- roerende en onroerende goederen te verwerven en te vervreemden;
­- in rechte op te treden.

Artikel 3

In het kader van zijn officiële werkzaamheden geniet het Bureau immuniteit van rechtsmacht en van executie behoudens:
g) voor zover het Bureau in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van deze immuniteit;
h) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende personen of goederen, voor zover die rechtsvordering niet rechtstreeks samenhangt met de officiële werkzaamheden van het Bureau;
i) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende schade veroorzaakt door een motorvoertuig dat toebehoort aan het Bureau of namens deze wordt gebruikt, of in geval van een met voormeld voertuig begane verkeersovertreding;
j) voor beslag [in uitvoering van een rechterlijke beslissing], op salarissen en emolumenten verschuldigd door het XX aan een personeelslid:
k) met betrekking tot een tegenvordering rechtstreeks verbonden aan een [hoofd]vordering ingeleid door het Bureau;
l) voor de uitvoering van een arbitrale uitspraak uitgesproken krachtens het artikel X van het Akkoord inzake de Voorrechten en Immuniteiten van het Bureau of krachtens artikel 31 van dit zetelakkoord.

Artikel 4

1. De goederen en bezittingen van XX , gebruikt voor de uitoefening van de officiële werkzaamheden van het Bureau kunnen niet het voorwerp uitmaken van enige vorm van opvordering, verbeurdverklaring, inbewaringstelling of een andere vorm van beslaglegging of dwang.

2. Indien een onteigening mocht nodig zijn, worden alle gepaste schikkingen getroffen om te verhinderen dat de uitoefening van de werkzaamheden van het Bureau in het gedrang komt. In zodanig geval zou België zijn medewerking verlenen aan de wederinstallatie van het Bureau.

Artikel 5

Het archief van het Bureau is onschendbaar.

Artikel 6

1. De gebouwen van het Bureau zijn onschendbaar. De instemming van het Hoofd van het Bureau is vereist voor de toegang tot deze gebouwen.
 
2. Deze toestemming wordt evenwel geacht verkregen te zijn in geval van schade die onmiddellijke beschermingsmaatregelen vergt.

3. België zal alle gepaste maatregelen nemen om de gebouwen van het Bureau te beschermen tegen indringers of tegen het toebrengen van schade en om te vermijden dat de rust van het Bureau wordt verstoord of zijn waardigheid wordt aangetast.

Artikel 7

Het recht van het Bureau om binnen het kader van zijn officiële werkzaamheden communicatiemiddelen te gebruiken is gewaarborgd. De officiële briefwisseling van het Bureau is onschendbaar.

Artikel 8

1. Onverminderd de toepasselijke internationale en Europeesrechtelijke bepalingen mag het Bureau om het even welke valuta in bezit hebben en rekeningen hebben in welke munteenheid ook voor zover dit nodig is voor de officiële werkzaamheden van het Bureau.

2. België verbindt er zich toe de nodige toelatingen te verlenen om volgens het bepaalde in de toepasselijke nationale reglementen en internationale overeenkomsten, het fondsenverkeer te verzekeren dat nodig is voor de oprichting, de werkzaamheden of de sluiting van het Bureau.

Artikel 9

1. Het Bureau, zijn bezittingen, inkomsten en andere goederen, die bestemd zijn voor zijn officieel gebruik, zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.

2. Geen enkele vrijstelling van directe belasting wordt verleend voor de inkomsten van het Bureau die afkomstig zijn van een industriële of handelsactiviteit, die wordt uitgeoefend door het Bureau of door een lid van het Bureau dat voor diens rekening handelt.

Artikel 10

Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en uit de toepassing van de Belgische wetgeving en regelgeving inzake de openbare orde en veiligheid, volksgezondheid of openbare zeden, kan het Bureau alle goederen en publicaties invoeren die bestemd zijn voor officieel gebruik.

Artikel 11

Wanneer het Bureau aanzienlijke aankopen van roerend of onroerend goed doet of belangrijke diensten laat uitvoeren die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden en waarvan de prijs indirecte rechten of BTW bevat, worden, telkens wanneer mogelijk de nodige schikkingen getroffen met het oog op de kwijtschelding of terugbetaling van het bedrag van deze rechten en belastingen.

Artikel 12

Het Bureau is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op goederen die door het Bureau of in zijn naam worden ingevoerd, verworven of uitgevoerd voor officieel gebruik.

Artikel 13

Het Bureau is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op de officiële publicaties die voor het Bureau bestemd zijn of die het naar het buitenland verstuurt.

Artikel 14

OM te vermijden dat de toepassing van de vrijstellingen oorzaak zou zijn van concurrentievervalsing wordt geen vrijstelling van rechten of van indirecte belastingen toegekend voor activiteiten of voor verwerving van goederen of diensten, indien zij bestemd zijn:
-­ hetzij voor een andere beroepsactiviteit dan het officieel gebruik van het Bureau;
­- hetzij voor een industriële of handelsactiviteit, uitgeoefend door het Bureau of door een van zijn leden voor rekening van het Bureau, voor rekening van XX of voor een Lidstaat van XX ;
­- hetzij voor een activiteit uitgevoerd in het kader van een programma van een andere internationale organisatie;
­- hetzij voor de persoonlijke belangen van de personeelsleden van het Bureau.

Artikel 15

De goederen die eigendom zijn van het Bureau kunnen in België slechts worden vervreemd in overeenstemming met de in de Belgische wetgeving en regelgeving bepaalde voorwaarden.

Artikel 16

Het Bureau is niet vrijgesteld van belastingen, heffingen en rechten die alleen de vergoeding van diensten van openbaar nut betreffen.

Artikel 17

Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de Belgische wetgeving en de regelgeving, worden de voorwaarden en toepassingsregelingen van de artikelen 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 vastgelegd door de bevoegde Minister van Financiën.


HOOFDSTUK II

STATUUT VAN HET PERSONEEL


Artikel 18

Het Hoofd van het Bureau en diens adjunct genieten dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten als de diplomatieke personeelsleden van de diplomatieke missies. Hun samenwonende echtgeno(o)t(e) en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, genieten dezelfde voordelen als de echtgeno(o)t(e) en de minderjarige kinderen van de leden van het diplomatiek personeel.

Artikel 19

1. Alle personeelsleden van het Bureau genieten:
a) vrijstelling van belastingen op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die hen door XX worden overgemaakt, met ingang van de dag waarop deze inkomsten zullen onderworpen zijn aan een belasting ten voordele van XX , ingevoerd door de Lidstaten van XX , en onder voorbehoud dat België dit intern belastingstelsel erkent; België behoudt zich het recht voor deze salarissen, emolumenten en vergoedingen in aanmerking te nemen voor de berekening van de belasting die moet worden geheven op uit andere bronnen afkomstige belastbare inkomsten;
b) wat de munt- of wisselreglementeringen betreft, de faciliteiten die worden toegekend aan ambtenaren van internationale organisaties.

2. De personeelsleden van het Bureau genieten:

a) vrijstelling van rechtsvervolging voor daden die ze in hun officiële hoedanigheid hebben verricht, met inbegrip van hun woorden en geschriften; deze immuniteit blijft van kracht na de beëindiging van hun functies;
b) onschendbaarheid voor al hun officiële papieren en documenten.

3. Alle personeelsleden van het Bureau, hun samenwonende echtgeno(o)t(e) en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, zijn niet onderworpen aan de maatregelen tot beperking van de immigratie of aan de registratieformaliteiten voor vreemdelingen. Deze afwijking wordt toegekend in overeenstemming met de Belgische wetgeving ter zake.

4. Voor de uitoefening van hun officiële functies bij het Bureau zijn de personeelsleden van het Bureau niet onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.

5. Het Bureau stelt de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in kennis van de aankomst en het vertrek van haar ambtenaren en doet mededeling van alle hierna nader omschreven gegevens omtrent haar ambtenaren en personeelsleden:

a) naam en voornaam
b) geboorteplaats en –datum
c) geslacht
d) nationaliteit
e) hoofdverblijfplaats (gemeente, straat, nummer)
f) burgerlijke staat
g) samenstelling van het gezin
h) het stelsel van sociale zekerheid gekozen door het personeelslid

Elke wijziging van de bovenstaande gegevens moet binnen twee weken ter kennis worden gebracht van de directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.

Artikel 20

1. Het bepaalde in artikel 19.1 a) is niet van toepassing op de pensioenen en rentes die XX betaalt aan haar vroegere personeelsleden in België of aan hun rechthebbenden, noch op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die XX of het Bureau betaald heeft aan haar personeelsleden die werden aangeworven voor de duur van minder dan een jaar, of die bij XX geen vaste betrekking bekleden gelet op de opdracht en de statutaire regels van deze Organisatie.

2. De bevoegde Minister van Financiën legt de voorwaarden en de toepassingsmodaliteiten van artikel 19.1 a) evenals van dit artikel vast.

Artikel 21

1. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de wetten en voorschriften, genieten de personeelsleden van het Bureau, behalve die als vermeld in artikel 18, het recht om tijdens een periode van twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij voor de eerste maal hun functie hebben opgenomen, hun meubelen en hun persoonlijk voertuig vrij van douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde in te voeren of aan te kopen.

2. De bevoegde Minister van Financiën legt de grenzen en toepassingsvoorwaarden van dit artikel vast.

Artikel 22

1. Voor 1 maart van elk jaar zal het Bureau aan alle begunstigden een fiche overhandigen waarop hun naam en adres, het bedrag van de salarissen, emolumenten, vergoedingen, pensioenen of rentes staan vermeld die hen gedurende het voorgaande jaar door XX of door het Bureau werden gestort.

2. Wat de lonen, emolumenten en vergoedingen betreft die zijn onderworpen aan een belasting ten voordele van XX , vermeldt deze fiche eveneens het bedrag van deze belasting.

3. Het dubbel van de fiches zal door XX vóór voornoemde datum rechtstreeks aan de bevoegde Belgische fiscale administratie worden doorgestuurd.

Artikel 23

België is niet verplicht de in dit Akkoord opgenomen voorrechten en immuniteiten, behalve deze waarin artikel 19.1 a) en 19.2 voorziet, aan eigen onderdanen of vaste ingezetenen toe te kennen.

Artikel 24

1. De personeelsleden van het Bureau die geen Belgisch onderdaan zijn of hun hoofdverblijfplaats niet in België hebben, en er geen enkele andere winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke door hun officiële functies is vereist, kunnen kiezen voor aansluiting bij de sociale zekerheidsstelsels die van toepassing zijn op de personeelsleden van XX. Dit keuzerecht kan slechts eenmaal worden uitgeoefend en dit binnen de twee weken volgend op de indiensttreding van het personeelslid bij het Bureau. Het moet, binnen dezelfde termijn, worden medegedeeld overeenkomstig artikel 19.5.

2. Het Bureau dient ervoor te zorgen dat zijn personeelsleden die Belgisch onderdaan zijn of hun hoofdverblijfplaats in België hebben, alsmede de personeelsleden die niet gekozen hebben voor de sociale bescherming van XX , aangesloten worden door het Belgische sociale zekerheidsstelsel.

3. XX verbindt zich ertoe haar personeelsleden die een functie uitoefenen in België en die aangesloten zijn bij haar sociale zekerheidstelsels, evenals aan hun samenwonende echtgeno(o)t(e) en inwonende minderjarige kinderen, beide ten laste, zoals vermeld onder artikel 19.3, voordelen te garanderen die gelijk zijn aan die waarin het Belgische sociale zekerheidsstelsel voorziet.

4. België kan van het Bureau of van XX de kosten terugbetaald krijgen van elke bijstand van sociale aard die het mocht hebben verleend aan de personeelsleden van XX , tewerkgesteld bij het Bureau, die aangesloten zijn bij de sociale zekerheidsstelsels die op de personeelsleden van XX van toepassing zijn. Deze bepaling is naar analogie eveneens van toepassing op hun samenwonende echtgeno(o)t(e) en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, zoals vermeld onder artikel 19.3.


HOOFDSTUK III

ALGEMENE BEPALINGEN


Artikel 25

De voorrechten en immuniteiten worden uitsluitend toegekend aan de personeelsleden van het Bureau in het belang van XX en niet tot hun persoonlijk voordeel. Het Hoofd van het Bureau dient de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin ze een belemmering kan vormen voor de rechtsbedeling en voor zover ze kan worden opgeheven zonder de goede werking van het Bureau in gevaar te brengen.

Artikel 26

XX , het Bureau en al hun personeelsleden dienen zich te houden aan de Belgische wetten en voorschriften en aan de te hunnen opzichte gedane uitspraken.

Artikel 27

Het Bureau en al zijn personeelsleden werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten om de goede rechtsbedeling te vergemakkelijken, de naleving van het politiereglement te waarborgen en elk misbruik te vermijden waartoe de voorrechten, immuniteiten en faciliteiten waarin dit Akkoord voorziet, kunnen aanleiding geven.

Artikel 28

1. De personen vermeld in de artikelen 18 en 19 van dit Akkoord genieten geen enkele immuniteit van rechtsmacht voor de gevallen van inbreuk op de reglementering inzake het zich in het verkeer begeven van voertuigen of schade berokkend door een motorvoertuig.

2. Het Bureau en zijn personeelsleden dienen zich te houden aan alle verplichtingen die de Belgische wetgeving betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen oplegt

Artikel 29

Onverminderd de aan het Bureau en aan zijn personeelsleden verleende rechten, behoudt België het recht om alle nuttige voorzorgen te nemen in het belang van zijn veiligheid en van de openbare orde.

Artikel 30

België draagt ten aanzien van de werkzaamheden van het Bureau op zijn grondgebied generlei internationale aansprakelijkheid voor een daad of nalatigheid van het Bureau dan wel voor een daad of nalatigheid van de personeelsleden van het Bureau die in het kader van hun functie een daad stellen of nalaten te stellen.


HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN


Artikel 31

1. Alle uiteenlopende standpunten aangaande de toepassing of interpretatie van dit Akkoord die niet geregeld konden worden middels rechtstreeks overleg tussen de Partijen, kunnen door één van de Partijen worden voorgelegd aan een scheidsgerecht, bestaande uit drie leden.
 
2. De Partijen benoemen elk een lid van het scheidsgerecht.

3. Het derde lid van het scheidsgerecht wordt benoemd door beide Partijen na overleg.

4. Het derde lid wordt Voorzitter van het scheidsgerecht.

5. Ingeval geen overeenstemming kan worden bereikt aangaande de persoon van het derde lid van het scheidsgerecht, wordt deze laatste op verzoek van de Partijen benoemd door de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.

6. Een Partij maakt een zaak bij het scheidsgerecht aanhangig door middel van een verzoekschrift.

7. Het scheidsgerecht legt zijn eigen procedure vast.

Artikel 32

Het Bureau informeert de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken van het einde van zijn werkzaamheden in België drie maanden vóór zijn sluiting.

Artikel 33

Elke partij stelt de andere partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van dit Akkoord vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.

Het Akkoord treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kennisgeving.

Dit Akkoord kan op verzoek van een partij worden herzien.

TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van het Koninkrijk België en van XX dit Akkoord hebben ondertekend.

 

Gedaan te Brussel, in drievoud, in de Nederlandse, Engelse en Franse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig, op…………….

Voor het Koninkrijk België:

Voor XX

Contact: 

Hertogstraat 4
1000 Brussel
Tel.: 00 32 2 501 04 87
E-mail: cips-icz@diplobel.fed.be