-
Laatst bijgewerkt op
Sinds het begin van de Israëlische bezetting in 1967 werd de Palestijnse economie op een ongewenste en erg ongelijke manier in één adem genoemd met de Israëlische economie. Ondanks het Oslo-vredesproces kenden de Palestijnen steeds meer economische tegenspoed.
De Palestijnse Nationale Autoriteit (PA), die de civiele en economische zaken van 93% van de Palestijnen (uitgezonderd Oost-Jeruzalem) beheert, heeft geen soevereine controle over grond en middelen.
Door het economische protocol had de PA niet de nodige middelen om een leefbare economie op te bouwen. Israël heeft de controle verkregen over Palestijnse inkomsten uit belasting- en douaneheffingen en heeft, tegen het akkoord in, die financiële middelen systematisch niet vrijgegeven om druk uit te oefenen op de PA.
Israël behield ook de controle over zowel de Palestijnse internationale handel als de interne en externe bewegingsvrijheid van de Palestijnen.
De bevolking moet nog enorme uitdagingen overwinnen om waardige toegang te krijgen tot grond, onderwijs, werkgelegenheid, sanitaire voorzieningen en veiligheid.
De Belgische ontwikkelingssamenwerking gebeurt via verschillende kanalen:
- Gouvernementele ontwikkelingssamenwerking
- Niet-gouvermentele samenwerking
- Multilaterale ontwikkelingssamenwerking
Ook is er
Gouvernementele ontwikkelingssamenwerking
De Belgische gouvernementele ontwikkelingssamenwerking in Palestina streeft ernaar de levensomstandigheden van de Palestijnse bevolking te verbeteren door partnerschappen aan te gaan met de overheidsinstellingen van het land. Dit zijn de doelstellingen van het doorlopende programma:
Onderwijs
België ondersteunt verschillende onderdelen van het Strategisch Plan van de Palestijnse Autoriteit om het onderwijs te ontwikkelen en de kwaliteit ervan te verbeteren.
Via Enabel verbetert België de schoolinfrastructuur en creëert het een gezonde en veilige onderwijsomgeving, waarbij kind- en milieuvriendelijke principes centraal staan. De Belgische ontwikkelingssamenwerking ondersteunt ook hervormingen en nieuw onderwijsbeleid, met speciale aandacht voor de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden.

© Shutterstock
Lokaal bestuur
België ondersteunt de decentralisatie-inspanningen door kleinere lokale overheden te versterken, zodat ze efficiënter kunnen werken en een duurzame structuur krijgen. Daarnaast ondersteunt België de institutionele ontwikkeling en draagt het bij tot de financiering van een gemeentelijk ontwikkelingsprogramma dat ook door andere donoren wordt gesteund. Het werkt ook aan de economische heropleving van historische centra van lokale gemeenten.

© Shutterstock
Niet-gouvernementele samenwerking
De organisaties van de civiele maatschappij (OCM’s) spelen een sleutelrol in Oeganda en worden zonder meer erkend als partners van de staat, maar hun werking staat steeds meer ter discussie.
De Belgische actoren van de niet-gouvernementele samenwerking die actief zijn in Palestina, werken samen met de lokale civiele maatschappij. Dit zijn hun huidige strategische doelstellingen:
- SD1 Recht op inclusief kwaliteitsonderwijs, opleidingen en levenslange leerkansen
Doordat we bijdragen aan een gunstig klimaat op maatschappelijk, politiek, wettelijk, economisch en milieuniveau, een versterkt onderwijsbestel en betere toegang tot inclusief kwaliteitsonderwijs, kunnen alle kinderen en jongeren gemakkelijker ononderbroken en in alle veiligheid naar school gaan, opleidingen volgen en buitenschoolse activiteiten uitvoeren zonder te worden gediscrimineerd.
- SD2 Recht op gezondheid en versterkte sociale gezondheidsdeterminanten
Door de bewustwording te verhogen en aan te dringen op de versterking van sociale gezondheidsdeterminanten, in het bijzonder toegang tot de algemene gezondheidszorg, gezonde werkomstandigheden, de behoeften van kwetsbare groepen en de impact van conflicten, verwezenlijken we mee het recht op gezondheid voor alle Palestijnen.
- SD3: Internationaal recht, goed bestuur en de rol van de civiele maatschappij in het waarborgen van de naleving ervan
Door de actoren uit de Palestijnse, Israëlische en internationale civiele maatschappij te steunen en de krachten te bundelen, versterken we de rechtsstaat en roepen we de plichtsdragers en niet-staatsactoren in Palestina, Israël en de Europese Unie ter verantwoording.
- SD4: Recht op voedsel en veerkrachtige landelijke inkomstenbronnen
Door de veerkracht van Palestijnse landbouwgemeenschappen en andere actoren in de waardeketen te versterken, bij de autoriteiten aan te dringen en de druk op Israël op te voeren om het verkeer van goederen en mensen en de toegang tot hulpbronnen niet te verstoren, dragen we bij tot de opbouw van een inclusief, participatief, duurzaam en rendabel Palestijns voedselsysteem dat op rechten is gebaseerd.

© Shutterstock
De niet-gouvernementele samenwerking is in Palestina aanwezig via verschillende kanalen:
- Belgische niet-gouvernementele organisaties (ngo's),
- universitaire en wetenschappelijke instellingen,
- vakbonden,
- APEFE en VVOB,
- steden en gemeenten
Er zijn in totaal organisaties actief in verscheidene domeinen:
- mensenrechten
- gezondheid
Multilaterale samenwerking
Om de ontwikkelingsdoelstellingen te bereiken werkt België, samen met andere donoren zoals de Europese Unie en de Wereldbank, mee aan multilaterale programma’s op het vlak van gezondheidszorg, onderwijs, leefmilieu, humanitaire hulp en bestuur (verkiezingen, justitie).
België hanteert in de multilaterale samenwerking het principe van de “core funding” waarbij een bijdrage wordt geleverd tot de algemene middelen van de multilaterale partnerorganisaties.
België draagt bij aan het algemene budget van de UNWRA en mensenrechten- en humanitaire agentschappen zoals OCHA, de ICRK, de OHCHR en het WBPC.