-
Laatst bijgewerkt op
België draagt financieel bij aan de algemene middelen van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR).
Daarnaast zijn er vier subthema's inzake mensenrechten die reeds specifiek aan bod komen in de Belgische samenwerking: vrouwenrechten (met inbegrip van seksuele en reproductieve rechten), kinderrechten, het recht op waardig werk (met inbegrip van het recht op sociale bescherming) en de rechten van de civiele maatschappij.
© Shutterstock
Rechten van het kind
De rechten van het kind zijn, samen met de mensenrechten, een prioriteit van de wet en maken het voorwerp uit van een strategienota die tot doel heeft meer rekening te houden met de eerbiediging van de kinderrechten bij de vaststelling, uitvoering en monitoring van de samenwerkingsactiviteiten.
Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind vormt de basis van onze aanpak en in de SDG's zijn bepaalde doelstellingen vastgelegd die tegen 2030 moeten zijn bereikt. UNICEF is de voornaamste partner van de Belgische ontwikkelingssamenwerking inzake kinderrechten en de bescherming van het kind.
België verleent structurele steun aan die belangrijke multilaterale partner en steunt diens strategisch plan hoofdzakelijk via bijdragen uit de algemene middelen (15 miljoen euro per jaar).
De situatie van kinderen in gewapende conflicten wordt op het niveau van de humanitaire hulp aangepakt, met name wat betreft de bescherming. Naast UNICEF dragen vele maatschappelijke organisaties bij tot de verwezenlijking van de rechten van het kind (gespecialiseerd: ETM, KyO, Dynamo, Plan International België, SOS Kinderdorpen).
Closing civic space
De beschikbare ruimte voor de civiele maatschappij, activisten en burgers is de afgelopen tien jaar in veel landen onder druk komen te staan. Verschillende organisaties (VN, OESO, Civicus...) hebben bevestigd dat het verschijnsel van "sluiting" of "inkrimping" van de burgerlijke ruimte zich in een versneld tempo voordoet.
Dat verschijnsel is het resultaat van acties van overheids- en niet-overheidsactoren en kan zich in juridische vorm (door repressieve wetten) of door paralegale tactieken (zoals intimidatie) manifesteren.
De maatregelen treffen zowel progressieve maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de bevordering van de mensenrechten als een groeiend aantal humanitaire organisaties, ontwikkelingspartners, gemeenschappen, liefdadigheidsinstellingen, milieuactivisten, enz.
Dat vormt een bedreiging voor internationaal erkende rechten (vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering). Een gezonde civiele maatschappij is van cruciaal belang voor het verlenen van essentiële diensten aan gemeenschappen en voor het ter verantwoording roepen van regeringen. Deze aanvallen op de burgerlijke ruimte brengen dus inclusieve en duurzame ontwikkeling in gevaar, zoals uiteengezet in de 2030 Agenda.
Het doel van de studie in opdracht van de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp, is een overzicht te geven van de wijze waarop internationale en lokale actoren hebben gereageerd op de toenemende aanvallen op de burgerlijke ruimte. De studie bespreekt de gevolgen van die aanvallen, de reacties om de burgerlijke ruimte te verdedigen en terug te winnen, en de weg vooruit naar een nieuwe generatie van meer proactieve, samenhangende en gecoördineerde benaderingen om deze ruimte te beschermen.