-
Laatst bijgewerkt op
© Shutterstock
Multilaterale aspecten
Op internationaal niveau begon het milieu de aandacht te trekken op de Conferentie van Stockholm van 1972 ("United Nations Conference on the Environment"). Op die eerste grote internationale milieuconferentie besloten de deelnemers onder meer het VN-Milieuprogramma (United Nations Environment Programme, UNEP) op te richten (meer informatie over UNEP).
Een andere belangrijke top volgde twintig jaar later met de Earth Summit in Rio de Janeiro in 1992 (VN-conferentie over milieu en ontwikkeling). Op die top hebben de staatshoofden en regeringsleiders de belangrijke beginselen van Rio aangenomen, die ook vandaag nog gelden en hun weerslag vinden in de werkzaamheden van de VN.
Deze omvatten de volgende beginselen:
- het recht op ontwikkeling (beginsel 3)
- milieubescherming dient een integrerend bestanddeel van het ontwikkelingsproces te vormen (beginsel 4)
- gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden voor het milieubeleid (beginsel 7)
- elimineren van niet-duurzame consumptie- en productiepatronen (beginsel 8)
- participatie van burgers (beginsel 10)
- voorzorgsmaatregelen (beginsel 15)
Tijdens deze top werd ook de basis gelegd voor de volgende belangrijke internationale verdragen:
- het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), dat als kader diende voor de onderhandelingen over het Protocol van Kyoto en de Overeenkomst van Parijs (voor meer informatie over deze klimaatverdragen, zie deze pagina)
- het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (VBD), de basis voor het internationale biodiversiteitsbeleid (voor meer informatie over biodiversiteitskwesties, zie deze pagina)
- Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD) (voor meer informatie, zie deze pagina)
In 2012, twintig jaar na de Earth Summit, werd in Rio de Janeiro de Rio+20-top gehouden (Conferentie van de Verenigde Naties over duurzame ontwikkeling), een belangrijke stap in het streven naar duurzame ontwikkeling en milieu op intergouvernementeel niveau. Op die top is besloten tot een aantal belangrijke maatregelen en hervormingen, die zijn opgenomen in de visietekst "De toekomst die wij willen".
- De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) zijn opgesteld ter vervanging van de bestaande Millenniumdoelstellingen. Het resultaat leidde uiteindelijk tot de 2030 Agenda, die in 2015 werd aangenomen. Ook werd besloten een politiek forum op hoog niveau voor duurzame ontwikkeling op te richten, dat nu voorziet in een jaarlijkse follow-up van de 2030 Agenda. Meer informatie over de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.
- De versterking van de milieupijler binnen de Verenigde Naties (UNEP) is onder meer tot stand gekomen door de instelling van het universeel lidmaatschap van UNEP, de oprichting van de Milieuvergadering van de Verenigde Naties (UNEA) binnen UNEP en de bekrachtiging van de normatieve rol van UNEP binnen het VN-systeem. Meer informatie over UNEA.
- Er werd beslist om een kader voor de financiering van duurzame ontwikkeling te ontwikkelen. Dat initiatief is uitgemond in het actieprogramma van Addis Abeba inzake ontwikkelingsfinanciering.
- Er is een mondiaal programma inzake duurzame consumptie en productie vastgesteld (het tienjarenkader van programma's inzake duurzame consumptie en productie).
- De instelling van een mechanisme om de overdracht van technologie te vergemakkelijken werd aangemoedigd.
- Ten slotte is de aanzet gegeven tot de evaluatie van onze economieën "voorbij het bbp" (bbp = bruto binnenlands product).
Binnen de FOD Buitenlandse Zaken volgt de directie MD8 het multilaterale milieudebat, dat zij ook vanuit het oogpunt van de ontwikkelingssamenwerking behandelt.
Ontwikkelingssamenwerking
De toenemende mondiale druk op beperkte natuurlijke hulpbronnen en kwetsbare ecosystemen, in combinatie met de gevolgen van de klimaatverandering, stelt de wereld als geheel, maar vooral de meest kwetsbare bevolking in ontwikkelingslanden, voor enorme nieuwe uitdagingen.
De Wet van 19 maart 20133 betreffende de Ontwikkelingssamenwerking bepaalt dat de Belgische Ontwikkelingssamenwerking "de bescherming van het leefmilieu en van de natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van de strijd tegen klimaatverandering, droogte en wereldwijde ontbossing" moet integreren.
Bovendien zet België zich in het kader van diverse multilaterale milieuverdragen in om ontwikkelingslanden te helpen hun verplichtingen uit hoofde van deze verdragen na te komen.
Deze doelstelling wordt onder meer concreet gemaakt in het strategisch document over het milieu van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.