-
Laatst bijgewerkt op
Op 25.02.2022 nam België een vierde Nationaal Actieplan ‘Vrouwen, Vrede en Veiligheid’ (2022-2026) ter uitvoering van VN-Veiligheidsraadresolutie 1325 aan. Deze Vrouwen, Vrede en Veiligheidsagenda is erop gericht de situatie van vrouwen en meisjes in conflict en post-conflictsituaties te verbeteren, onder meer door de bevordering van gendergelijkheid en de mensenrechten van vrouwen en meisjes, de preventie van en bescherming tegen geweld op vrouwen en meisjes en de deelname van vrouwen aan besluitvorming op het gebied van vrede en veiligheid, bijvoorbeeld bij vredesonderhandelingen en gesprekken over de wederopbouw na het conflict.
De context
Oorlogen, gewapende conflicten en crisissituaties hebben vaak een andere impact op vrouwen als op mannen. Bovendien nemen vrouwen en mannen ook niet altijd op dezelfde manier deel aan conflicten en de preventie en oplossing daarvan. Terwijl mannen vaker rechtstreeks bij gewapende conflicten betrokken zijn, voelen vrouwen vaak het effect van gewapende conflicten zowel indirect, wegens moeilijke en onveilige omstandigheden veroorzaakt door oorlog, als direct, in de hoedanigheid van burgerslachtoffer.
Daarnaast voelen vrouwen ook na het conflict de gevolgen vaak langer dan mannen. Ze worden immers niet of nauwelijks betrokken bij vredesbesprekingen en de voorbereiding van de wederopbouw. Op deze manier worden hun specifieke noden niet gehoord en wordt daar ook geen rekening mee gehouden. Bovendien houden de gevolgen van seksueel geweld tijdens conflictsituaties (verlies van eer en uitsluiting uit de gemeenschap, zwangerschap, gezondheidsproblemen,…) niet op wanneer het conflict zelf wordt beëindigd. Nog erger is dat seksueel geweld ook na het conflict vaak gewoon blijft doorgaan of zelfs toeneemt.
De actoren en partners
De Vrouwen, Vrede en Veiligheidsagenda wordt zowel toegepast door de lidstaten van de VN als door de VN zelf en verschillende andere regionale organisaties, waaronder de NAVO, EU en OVSE. Om de concrete uitvoering van resolutie 1325 te realiseren, riep de VN-Veiligheidsraad in 2004 alle lidstaten op om rond dit thema een eigen Nationaal Actieplan (NAP) uit te werken. Net als vele andere landen, heeft België aan deze oproep gevolg gegeven door de uitwerking van verschillende opeenvolgende Nationale Actieplannen.
Dit nieuwe, vierde Nationaal Actieplan Vrouwen, Vrede en Veiligheid voor de periode 2022-2026 werd op 25 februari voorgesteld aan de Ministerraad door Sophie Wilmès, Vice-eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen, samen met Vincent Van Quickenborne, Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee, Ludivine Dedonder, Minister van Defensie, Annelies Verlinden, Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Meryame Kitir, Minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden, Sarah Schlitz, Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit en Sammy Mahdi, Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met de Nationale Loterij. Hun administraties zijn betrokken in de opvolging en uitvoering van de doelstellingen en actielijnen in het plan.
Een coherent beleid
Dit vierde plan bouwt verder op de ervaringen opgedaan bij de uitvoering van eerdere actieplannen en houdt rekening met een evoluerende context. Zo wordt in het plan bijvoorbeeld ingepikt op de conservatieve tegenstand tegen concepten zoals ‘gender’ en werden ook actielijnen opgenomen met betrekking tot klimaatverandering. Net als bij het vorige actieplan, bestaat het nieuwe plan uit zes prioritaire doelstellingen: de versterking van het internationale normatieve kader; gender mainstreaming; de bescherming van vrouwen en meisjes tegen alle vormen van geweld; de deelname van vrouwen aan vredesprocessen en processen van vredesopbouw; ondersteuning van de Vrouwen, Vrede en Veiligheidsagenda; en de opvolging en monitoring.
Deze doelstellingen zijn zowel van toepassing in België als in het beleid van België ten aanzien van partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, de landen waarmee België bilaterale betrekkingen onderhoudt, internationale organisaties waar België lid van is, landen waar de Belgische strijdkrachten actief zijn en ten aanzien van derde landen. In vier focuslanden zal het gecoördineerd optreden van de verschillende Ministers en Staatssecretarissen de kans bieden om de uitvoering van het actieplan verder te verdiepen, met name in Burkina Faso, de Democratische Republiek Congo, Mali en Niger.
- Nieuwstype
- Onderwerpen