-
Laatst bijgewerkt op
Meryame Kitir, minister van Ontwikkelingssamenwerking, zal van 19 tot 21 september een bezoek brengen aan Jordanië en van 21 tot 24 september aan Libanon. Dit werkbezoek zal inzoomen op de de humanitaire problemen waarmee deze twee landen worden geconfronteerd, die in België met aandacht worden gevolgd. Getuige hiervan de Belgische humanitaire hulp bestemd om de humanitaire noden die het gevolg zijn van de crisis in Syrië te ledigen.
De situatie van de Syrische vluchtelingen in Jordanië en Libanon - en de humanitaire situatie in Syrië in het algemeen - staat centraal in het programma. Voedselonzekerheid, onderwijs, de rol en plaats van vrouwen, en gezondheidszorg zijn thema's die Meryame Kitir graag wil aansnijden. Niet alleen met organisaties die op het terrein actief zijn, maar vooral ook met de mensen die deze organisaties bereiken. Kitir: “Ik wil op het terrein voelen, zien en horen hoe we al die mensen, en zeker vrouwen en kinderen, concreet kunnen beschermen en versterken, en waar we onze hulp dus het best inzetten.”
Jordanië is een van de landen in de regio die het zwaarst zijn getroffen door de Syrische crisis, en herbergt de op twee na grootste groep Syrische vluchtelingen. De meesten van hen (meer dan 80%) leven in gastgemeenschappen in steden en dorpen, terwijl anderen in de kampen van Azraq en Zaatari verblijven. Verder worden ook 2,2 miljoen Palestijnse en meer dan 300.000 Irakese vluchtelingen opgevangen in het land.
Libanon vangt dan weer het hoogste aantal vluchtelingen ter wereld op per hoofd van de bevolking. Naar schatting leven vandaag 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen in Libanon. Verder vangt het land zo’n 16.000 vluchtelingen op van Ethiopische, Iraakse, Soedanese en andere origine, naast meer dan 450.000 Palestijnse vluchtelingen. De bevolking in Libanon wordt bovendien geteisterd door opeenvolgende crisissituaties. Het conflict in Syrië heeft een zware economische en sociale tol geëist van Libanon, dat sinds eind 2019 met een diepe financiële crisis wordt geconfronteerd.In Beirut kwam daar nog de verwoestende ontploffing in de haven bovenop in augustus 2020.
De COVID-crisis heeft vluchtelingen in Jordanië én Libanon extra kwetsbaar gemaakt. “Als we inzetten op menswaardige opvang, maar ook – en vooral – bescherming in de regio rondom Syrië, dan is het nu zaak om onze hulp zo juist mogelijk in te zetten. Het is belangrijk om mensen daar opnieuw perspectief te bieden zodat ze terug een toekomst zien.” zegt Meryame Kitir.
Honger
Volgens de Verenigde Naties leeft 83% van de Syrische vluchtelingen buiten de kampen in Jordanië momenteel onder de armoedegrens. Meer dan 20% wordt als voedselonzeker beschouwd door het WFP (Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties), dat zelf al meerdere maanden met een ernstig financieringstekort te kampen heeft. Hierdoor dreigt de situatie nog te verergeren en het risico van instabiliteit in de kampen en de gastgemeenschappen mogelijk te vergroten.
Ook in Libanon heeft de opeenstapeling van verschillende crisissen geleid tot een exponentiële toename van extreme armoede en voedselzekerheid, nog meer onder vluchtelingen. Zo leeft naar schatting leeft 88% van de Syrische vluchtelingen in Libanon onder de extreme armoedegrens. De stijgende voedselprijzen in het land zorgen ervoor dat ook steeds meer Libanezen in moeilijkheden raken voor primaire basisbehoeften.
Daarom heeft minister Kitir besloten 2 miljoen euro uit te trekken voor het Wereldvoedselprogramma (WVP). “We moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat mensen niet met een lege maag door het leven moeten gaan. Als je elke dag moet beginnen met de vraag hoe je je kinderen in godsnaam eten gaat geven, is er geen ruimte voor iets anders. Dan kun je niks opbouwen, want het enige wat telt, is overleven,” besluit Kitir.
Terug naar school
Minister Kitir zal zowel in Libanon als in Jordanië ook verschillende Palestijnse vluchtelingenkampen bezoeken. Specifiek zal ze daarbij aandacht hebben voor het onderwijs van kinderen en jongeren, die nu in bijzonder moeilijke omstandigheden moeten opgroeien.
“Elk kind naar school. Dat moet gewoon ons streefdoel zijn. Ik wil daartoe bijdragen, zeker wanneer dat onderwijs plaatsvindt in zulke moeilijke omstandigheden. Voor deze generatie kinderen en jongeren, maar ook voor de kinderen van morgen, is onderwijs de enige uitweg,” zegt Meryame Kitir. Daarom besliste de minister om in de samenwerking met UNRWA (de vluchtelingenorganisatie van de VN die zich richt op hulp en ontwikkeling van de Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten) specifiek in te zetten op kwalitatief onderwijs. Ze voorziet hiervoor 3,5 miljoen euro.
Ontmoetingen tijdens het werkbezoek
Minister Kitir zal verscheidene projecten bezoeken die door de Belgische ontwikkelingssamenwerking worden ondersteund. Ze zal verantwoordelijken van Belgische partnerorganisaties ontmoeten, in het bijzonder UNRWA, het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, de VN-coördinatoren ter plaatse, alsook verschillende organisaties uit het maatschappelijk middenveld.
In Jordanië zal Minister Kitir een onderhoud hebben met de Minister van Planning en Internationale Samenwerking, Nasser Shraideh. Zij zal ook de vluchtelingenkampen van Baqa'a (beheerd door UNRWA) en Zaatari (beheerd door UNHCR) bezoeken.
In Libanon zal Meryame Kitir een ontmoeting hebben met Abdallah Bou Habib, minister van Buitenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de coördinatie van de internationale hulp. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de gevolgen van de explosie in de haven van Beiroet in augustus 2020. Meryame Kitir zou van deze gelegenheid gebruik willen maken om haar solidariteit en medeleven te betuigen met de slachtoffers van deze ramp.
- Nieuwstype
- Onderwerpen