Wordt de klimaattop in Glasgow een keerpunt voor de mensheid?

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Ravage in Pepinster

De klimaatverandering komt akelig dicht bij huis. Foto: de ravage in Pepinster 2 weken na de overstromingen in juli 2021. © iStock

Dat het klimaat ernstig verstoord is, daar kunnen we tegenwoordig niet meer omheen. Ook in België hadden we deze zomer af te rekenen met uiterst zware overstromingen die we niet voor mogelijk hadden gehouden. Helse bosbranden teisterden Griekenland, Turkije, de VS, Canada en Siberië. In Canada werd een recordtemperatuur van 49,5 °C genoteerd. Om nog te zwijgen van een ongeziene droogte in Brazilië, het snel smeltende ijs in Groenland en zo meer.

Onmiddellijk, snel en op grote schaal

Daarbovenop verscheen in augustus 2021 een erg ontnuchterend rapport van het internationale klimaatpanel. Dat rapport was het resultaat van een nauwgezette analyse van 14.000 wetenschappelijke studies door 234 auteurs. Hun conclusie? Enkel als we onmiddellijk, snel en op grote schaal de uitstoot van broeikasgassen beperken, kunnen we de opwarming nog beperken tot 1,5-2°C. VN-secretaris-generaal Guterres kondigde meteen code rood af voor de mensheid.

De internationale gemeenschap schaarde zich in 2015 toch achter het ambitieus klimaatakkoord van Parijs? Hoe is het dan mogelijk dat vandaag de koolstofuitstoot nog steeds in stijgende lijn gaat en er zelfs nog geen knik in de curve te bespeuren valt? Vooreerst vormde het akkoord van Parijs wel een degelijke sokkel, maar moesten er achteraf nog heel wat aspecten uitgewerkt worden.

Bovendien is het niet simpel om een zware tanker op koers snel te doen keren. De transitie naar een klimaatneutrale samenleving vergt forse inspanningen. Denk alleen maar aan de puzzel om op termijn alle huizen in België klimaatneutraal – zonder fossiele brandstoffen – te verwarmen. Ook blijken sommige leiders achteraf minder enthousiast om hun uitstoot vergaand te beperken.

Kostbare tijd verloren

De COVID-pandemie gooide evenzeer roet in het eten. Normaal had in november 2020 de cruciale 26ste klimaattop (COP26) moeten doorgaan in Glasgow (VK). Cruciaal omdat alle landen dan hun nationale plannen om de uitstoot te beperken, dienden bij te stellen naar boven. Met een jaar vertraging gaat die COP26 nu door van 1 tot 12 november dit jaar.

‘In tussentijd hebben we kostbare tijd verloren’, zegt Ulrik Lenaerts (FOD Buitenlandse Zaken), de nummer 2 van de klimaatdelegatie die voor België onderhandelt binnen de EU en de VN. ‘We hadden enkel een aantal virtuele, informele onderhandelingen die een pakket aan informele nota’s opleverden. Maar dat is een minder stevige basis voor multilaterale beslissingen.’

Image
Bosbranden in Portugal

Zelfs in het meest optimistische scenario – perfect klimaatneutraal tegen 2050 en een opwarming met 1,6°C – moet de wereld zich wapenen tegen meer hittegolven, droogte, bosbranden, overstromingen, … Foto: bosbranden in Portugal. © Shutterstock

1,5°C-doelstelling niet loslaten

Tijdens de coronaperiode waren er gelukkig ook positieve ontwikkelingen. Lenaerts: ‘Vooreerst hebben we met Joe Biden opnieuw een Amerikaanse president die het klimaatprobleem ernstig neemt. De VS trad weer toe tot het Parijsakkoord en wil zijn uitstoot met 50-52% verminderen tegen 2030, in vergelijking met het niveau van 2005.’

Daarnaast heeft de EU haar klimaatambitie verscherpt. ‘Zij wil nu tegen 2030 minstens 55% minder koolstof uitstoten in plaats van 40%. De zwaardere inspanningen de komende 10 jaar moeten het makkelijker maken om klimaatneutraal te worden in 2050. Bovendien besliste de Europese Investeringsbank om in het komende decennium 1 triljoen euro (= 1000 miljard) te investeren voor het klimaat. En een “Fonds voor Rechtvaardige Transitie” zal armere lidstaten steunen die nog al te zeer afhangen van koolmijnen.’

Vooral de Kleine Eilandstaten en de minst ontwikkelde landen, maar ook ngo’s en de wetenschappelijke wereld, trokken stevig aan de kar om de 1,5°C-doelstelling niet te laten vallen. Ook voor VN-secretaris-generaal Guterres was dat een continu strijdpunt. Uiteindelijk verklaarden tot nu toe een 60-tal landen dat ze klimaatneutraal willen zijn tegen 2050 of 2060. Ook in de private sector wordt klimaatneutraliteit meer en meer een streefdoel.

Vooruitzicht op 2,7°C

‘Spijtig genoeg vertaalde die klimaatambitie zich nog onvoldoende in de aangepaste nationale bijdragen’, zegt Lenaerts. ‘Tot nu toe (22/09/21) hebben slechts 113 landen – waaronder alle EU-landen – hun aangepaste nationale bijdragen ingediend. Alles opgeteld stevenen we daarmee af op een opwarming van 2,7°C. Vooral een aantal grote opkomende economieën ontbreken nog.’

En dat is geen detail. Vandaag hebben we een gemiddelde opwarming van 1,1°C. Aan land ligt die verhoging een pak hoger dan boven de oceanen. En nu al hebben we af te rekenen met extreem weer. Het recente rapport van het klimaatpanel maakte duidelijk dat zelfs in het meest optimistische scenario – perfect klimaatneutraal tegen 2050 – de aarde met 1,6°C zal opwarmen ergens halverwege deze eeuw. Ook dan moet de wereld zich wapenen tegen meer hittegolven, droogte, overstromingen… Bij elke tiende graad meer opwarming wordt de situatie extremer. Een opwarming met 2,7°C is dus geen fraai vooruitzicht.

Image
Alexander De Croo spreekt de vergadering toe

‘De opwarming beperken tot 1,5°C is, vrijwel letterlijk, een zaak van leven en dood’, aldus premier De Croo op de Algemene Vergadering van de VN in september 2021. © Chia Pak/United Nations Photo

Een zaak van leven en dood

Het Verenigd Koninkrijk – gastland en voorzitter van de COP26 - heeft de boodschap goed begrepen. De Britse premier Boris Johnson verklaarde op de laatste Algemene Vergadering van de VN (23/09/21): ‘Het is tijd voor de mensheid om volwassen te worden. De COP26 moet een keerpunt worden. We moeten eindelijk de verantwoordelijkheid opnemen voor de vernietiging die we de planeet en ook onszelf hebben aangebracht en de opwarming beperken tot 1,5°C.’ Het land wil er alles aan doen om van de COP26 een succes te maken.

Ook premier Alexander De Croo benadrukte in zijn toespraak voor de Algemene Vergadering de hoogdringendheid van de klimaatkwestie (24/09/21). ‘De COP26 wordt de belangrijkste bijeenkomst van de laatste jaren’, verklaarde hij. ‘We moeten alles doen wat mogelijk is om de opwarming te beperken tot 1,5°C. Het is, vrijwel letterlijk, een zaak van leven en dood.’

Alle landen moeten bijdragen bijstellen

‘Er staan maar liefst 65 punten op de agenda, maar er zijn 5 thema’s waaraan het VK prioriteit wil geven’, zegt Lenaerts. ‘Met name: de 1,5°C-doelstelling levend houden, klimaatfinanciering, adaptatie, loss & damage en de afwerking van het rulebook van het Parijsakkoord.’ (zie kader) Dat zal alvast inhouden dat alle landen krachtig aangespoord zullen worden om hun aangepaste nationale bijdragen in te dienen. Alleen zo blijft de 1,5°C-doelstelling haalbaar.

In principe zijn alle landen vrij om te kiezen hoe ze hun uitstoot willen beperken. De COP26 behandelt dus niet het hoe van die uitstootreducties. ‘Toch zal het VK in de marge van de klimaattop een aantal campagnes opzetten’, zegt Lenaerts. ‘Onder meer over voertuigen met nuluitstoot en over de uitfasering van steenkool, tegen 2030 voor de OESO-landen, tegen 2040 voor de andere landen. Het is onduidelijk hoeveel impact die campagnes zullen hebben.’

‘Er zal hoe dan ook zeer snelle politieke actie nodig zijn om gelijke tred te houden met de realiteit’, besluit Lenaerts. ‘Er mag dan al ongemeen veel geïnvesteerd worden in hernieuwbare energie, dat volstaat niet om aan de fel groeiende vraag naar elektriciteit te voldoen. Vandaar dat fossiele brandstoffen nog steeds in toenemende mate gebruikt worden.’

We moeten afwachten of de COP26 effectief een keerpunt zal worden voor de mensheid, zoals premier Boris Johnson hoopt. De Belgische klimaatdelegatie – waaronder 4 collega’s van de FOD Buitenlandse Zaken – heeft in elk geval superdrukke dagen voor de boeg. ‘En reken er op dat de onderhandelingen op 12 november niet afgelopen zullen zijn’, zegt Lenaerts. Hij verwacht een slopende match met verlengingen.

COP 26: de 5 prioriteiten

1. De 1,5°C-doelstelling levend houden

De landen die nog geen aangepaste nationale bijdragen ingediend hebben, zullen met klem aangespoord worden om dat alsnog zo snel mogelijk te doen. Ze zullen ook gevraagd worden om het engagement aan te gaan om halverwege de eeuw klimaatneutraal te zijn. Bedoeling is dat er vervolgens regelmatig over deze langetermijndoelstellingen wordt overlegd. Met name over hoe we ze kunnen bereiken en met welke knowhow.

Er zal ook een oproep gedaan worden om steenkool uit te faseren en er komen campagnes over proper transport (voertuigen met nuluitstoot, scheepvaart…), op natuur gebaseerde oplossingen, offshore windenergie, beschermde natuurgebieden etc.

2. Klimaatfinanciering

Volgens het akkoord van Parijs hebben de armere landen recht op 100 miljard dollar per jaar vanaf 2020. Bovendien zou dit bedrag tegen 2025 moeten bijgesteld worden. Maar in 2019 werd er slechts iets minder dan 80 miljard dollar uitgegeven, een tekort van 20 miljard. De COP26 zal naar verwachting een schema opleveren om deze kloof de komende jaren te dichten.

De voorzitster van de Europese Commissie Ursula von der Leyen beloofde alvast om bijkomend 4 miljard euro te besteden. De EU is nu al veruit de grootste donor met 23,2 miljard euro in 2019. België zal zijn klimaatfinanciering verhogen van 70 naar 100 miljoen euro, en voorziet extra verhogingen de komende jaren.

De COP26 zal ook een routekaart uitwerken om in 2024 de nieuwe financiële doelstellingen klaar te hebben. Die zal gebaseerd worden op een nauwgezette analyse van de noden van de armere landen.

Let wel: die 100 miljard dollar is slechts ten dele overheidsgeld. Ze omvatten evengoed privaat geld, alternatieve financieringsbronnen en dergelijke. Overigens zal de kost van de volledige transitie naar een klimaatneutrale samenleving in de triljoenen euro bedragen.

3. Adaptatie

Volgens het akkoord van Parijs hebben de armere landen recht op steun om zich aan te passen aan de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverandering. Ze vinden echter dat het te vaag blijft en wensen liever een concreet bedrag. De rijkere landen echter zien zo’n algemene becijferde adaptatiedoelstelling niet zitten. Er zijn namelijk grote verschillen naargelang het land. Ze verkiezen dat elk land zijn prioritair te financieren sectoren identificeert (bijvoorbeeld infrastructuur, landbouw etc.).

Op de COP26 komt er hoe dan ook een routekaart voor adaptatie met meer werkbare doelstellingen: indicatoren, referentiepunten, regionale verschillen, … Binnen de beschikbare klimaatfinanciering zal een groter deel naar adaptatie vloeien (bij voorkeur 50% in plaats van nu minder dan 30%).

4. Loss & damage

Armere, kwetsbare landen verwachten ondersteuning voor “het verlies en de schade” die ze opliepen door de klimaatverstoring die vooral door de rijke landen werd veroorzaakt.  Doordat steeds meer rampen voorkomen (droogte, overstromingen, stormen…), wordt deze kwestie alleen maar dringender.

Maar de rijke landen willen niet aansprakelijk gesteld worden. Wel willen ze kwetsbare landen bijstaan om zich beter voor te bereiden op rampen en om deze rampen beter het hoofd te kunnen bieden.

De COP26 zal hoe dan ook een meer werkbaar akkoord moeten leveren over de kwestie van loss & damage waar ook de kwetsbare landen achter kunnen staan.

5. Artikel 6 – vervolledigen van rulebook

Na het akkoord van Parijs moest er nog een rulebook uitgewerkt worden: een soort handleiding om het akkoord in de praktijk te kunnen brengen. Dat rulebook is nu zo goed als klaar behalve 3 punten die op de COP26 afgerond moeten worden.

Het voornaamste punt is het complexe Artikel 6. Dat wil een marktmechanisme uitwerken waarmee reductie van koolstofuitstoot als een “koolstofkrediet” kan verhandeld worden. De luchtvaart heeft zo’n koolstofmarkt nodig omdat ze voorlopig enkel via koolstofkredieten haar uitstoot kan beperken.

Alleen moeten daarbij dubbeltellingen vermeden worden en mogen ook geen oude kredieten van voor 2020 in rekening gebracht worden. Dat zou het mechanisme ondermijnen. Afrikaanse landen willen graag een deel van de opbrengst van de emissiehandel gebruiken voor adaptatie.

Daarnaast zijn er nog  eerder technische kwesties zoals de vraag of de nationale bijdragen een uniforme tijdsduur van 5 of  10 jaar krijgen en een verbetering van de afspraken over nationale rapporteringen.