-
Laatst bijgewerkt op
De kiezer wordt gehecht aan een Belgische gemeente die wordt opgelegd door de wet, er is geen vrije keuze.
Er bestaan zes categorieën van aanhechting.
Indien men niet voldoet aan de eerste categorie, daalt men trapsgewijs naar de tweede categorie, enz. Men kan enkel dalen indien er niet voldaan is aan de voorgaande categorie.
De kiezer wordt gehecht aan:
- de Belgische gemeente waar deze ooit ingeschreven was in de bevolkingsregisters. Deze aanhechting wordt aangetoond met bewijskrachtige stukken; bij ontbreken daarvan door een verklaring op erewoord.
- bij gebreke daaraan, de Belgische gemeente van de geboorteplaats.
- bij gebreke daaraan, de Belgische gemeente waar de vader of moeder in de bevolkingsregisters is ingeschreven of laatst was ingeschreven.
- bij gebreke daaraan, de Belgische gemeente waar echtgenoot/echtgenote, of vorige echtgenoot/echtgenote of partner in een geregistreerde samenleving is ingeschreven of was ingeschreven in de bevolkingsregisters. Deze aanhechting wordt aangetoond met bewijskrachtige stukken; bij ontbreken daarvan door een verklaring op erewoord.
- bij gebreke daaraan, de Belgische gemeente waar een verwant tot de derde graad in de bevolkingsregisters is ingeschreven of laatst was ingeschreven of de Belgische gemeente waar een bloedverwant in de opgaande lijn is geboren, is ingeschreven of was ingeschreven in de bevolkingsregisters. Deze aanhechting wordt aangetoond met bewijskrachtige stukken; bij ontbreken daarvan door een verklaring op erewoord.
- bij gebreke daaraan, Brussel.
Aanhechting
Hoe kan de aanhechting als kiezer aan een gemeente bewezen worden als u behoort tot categorie 1, 4 of 5?
Dit kan met alle middelen (van recht) gebeuren.
U kan bijgevolg allerlei documenten voorleggen waaruit uw aanhechting met een bepaalde Belgische gemeente kan worden afgeleid .
Uw consulaire beroepspost bepaalt of deze documenten in aanmerking kunnen worden genomen.
Personen die tot categorie 1 behoren brengen bewijskrachtige stukken aan tenzij hun gemeente van aanhechting in het Rijksregister geregistreerd is.
Verwantschap
Wie is bloedverwant tot de derde graad?
Uw bloedverwanten zijn alle personen die één of meer dezelfde voorouders hebben als uzelf.
- Bloedverwanten tot de eerste graad zijn: vader, moeder en kinderen.
- Bloedverwanten tot de tweede graad zijn: grootouders, kleinkinderen, broers en zussen.
- Bloedverwanten tot de derde graad zijn: overgrootouders en achterkleinkinderen, tantes en nonkels, neven en nichten (= kinderen van broers of zussen).
Opgelet!
- Groottantes en grootooms, net als neven en nichten (kinderen van tantes of nonkels) zijn vierde graad.
- Verwar bloedverwantschap en aanverwantschap niet. Uw aanverwanten zijn de bloedverwanten van uw echtgenoot of echtgenote. De combinatie van echtelijke band en bloedverwantschap brengt aanverwantschap mee.
Wie is bloedverwant in opgaande lijn?
Ouders, grootouders, overgrootouders, over-overgrootouders.