Hernieuwbare energie en circulaire economie-instrument voor kmo’s

Beschrijving en documenten van het instrument 'Hernieuwbare energie en circulaire economie-instrument voor kmo’s'.

  1. Laatst bijgewerkt op

Beschrijving


Finexpo kan uw kmo ondersteunen als dat voldoet aan alle onderstaande voorwaarden:

  • U bent een Belgische kmo.
  • Deze kmo heeft een hernieuwbaar energie of circulair economie project.
  • Het project heeft een uitrustings- of investeringsgoed en aanverwante dienst.
  • U wilt dat goed naar een bepaald ontwikkelingsland te exporteren.
  • Het project heeft een voldoende Belgische toegevoegde waarde.
  • Het contactbedrag is maximaal 874 000 euro.
  • De klant is een publieke entiteit.

Finexpo ondersteunt u dan door een gift toe te kennen tussen 80,01% en 100% van de contractwaarde met een maximum van 700 000 euro, en 500 000 euro afhankelijk van het Belgisch belang.


Belgische kmo


Voor de bepaling of een bedrijf al dan niet een kleine of middelgrote onderneming is, wordt de Europese definitie gehanteerd. De bepaling is afhankelijk van:

  • het aantal werknemers;
  • het omzetcijfer of het balanstotaal;
  • de zelfstandigheid. Dat wil zeggen dat niet meer dan 25% van een onderneming in handen zijn mag van een onderneming die niet aan de kmo-definitie voldoet.

Om in een bepaalde groottecategorie te vallen, moet aan elk van de drie elementen voldaan zijn.


Hernieuwbaar energieproject


Het gaat om projecten die het gebruik van hernieuwbare, ecologische energie stimuleren en in lijn zijn met de hernieuwbare energieprojecten, zoals in onderstaande, niet-exhaustieve opsomming:

  • hernieuwbare elektriciteit door windenergie, zonne-energie, waterkrachtenergie, oceaanenergie, aardwarmte;
  • hernieuwbare verwarming en koeling door middel van bijvoorbeeld solar, thermische of warmtepomp
  • duurzaam transport;
  • horizontale thema’s zoals gridintegratie en opslagmogelijkheden;
  • technologieën die in dit kader passen binnen het Federaal Relanceplan.

Ook projecten die een alternatief bieden voor fossiele brandstoffen en bijdragen aan een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, komen in aanmerking. De projecten moeten zorgen voor diversificatie van de energievoorziening en een afnemende afhankelijkheid voor olie en gas. 


Circulair economieproject


Het gaat om projecten die bijdragen aan een circulaire economie.

Circulaire economie is een economisch en industrieel systeem dat erop gericht is om producten, hun componenten en grondstoffen zo lang mogelijk in het systeem te laten circuleren en tegelijkertijd de kwaliteit van hun gebruik te waarborgen. Circulaire economie staat in dit opzicht lijnrecht tegenover de lineaire economie, die producten en grondstoffen afdankt op het einde van hun economische levenscyclus.

 De circulaire economie bevordert:

  • het onderhoud, de herstelling en het hergebruik van producten
  • een aangepast ontwerp van de producten met het oog op het volledige of gedeeltelijke hergebruik ervan aan het einde van de levenscyclus
  • de vervaardiging van nieuwe producten op basis van afgedankte onderdelen, bestanddelen of producten
  • de recyclage van grondstoffen en industrieel, landbouwkundig of huishoudelijk afval
  • een efficiënt gebruik van grondstoffen in de productie- en verbruiksfasen.

Van belang is dat de projecten die hier binnen kaderen dat het over de export van kapitaalgoederen en aanverwante diensten dient te gaan en aligneren met het Federaal Relanceplan.


Uitrustings- of investeringsgoed en aanverwante dienst


De doelstelling van Finexpo is de export van Belgische kapitaalgoederen en aanverwante diensten te ondersteunen. Dat betekent dat andere goederen en diensten buiten de scope vallen.

De producten en aanverwante diensten, die ontwikkeld worden, moeten volledig functioneel zijn. Het gaat dus over afgewerkte producten of diensten, en niet over producten die zich in een testfase bevinden. Toch kunnen ontwikkelingen ter aanpassing aan de lokale context ook gefinancierd worden.

Daarnaast mogen de producten en aanverwante diensten commercieel haalbaar zijn.

De training aan personeelsleden van de cliënt om met dit product na levering aan de slag te gaan, mag gefactureerd worden.


Eerste export van het product


Het uitvoerproject waarvoor de tussenkomst van Finexpo wordt gevraagd, moet gaan om een Development Assistance Committee (DAC)-land waarnaar het product nog niet werd uitgevoerd. Het bedrijf mag dus wel dat product al naar een ander DAC-land geëxporteerd hebben. Een bedrijf mag tweemaal ondersteund worden door dit instrument. De tweede ondersteuning mag wel niet voor hetzelfde exportland gebeuren als voor de eerste ondersteuning. De tweede ondersteuningsaanvraag kan pas ingediend worden na afloop van het eerste project, dus na uitbetaling van het laatste factuur.


Naar een bepaald ontwikkelingsland


Het regelgevend kader van Finexpo laat de World Trade Organization (WTO), de Wereldbank en de OESO uitsluitend steun toe in de vorm van gebonden en ongebonden hulp aan ontwikkelingslanden. Die steun moet relevant zijn voor de ontwikkeling van die landen.


Voldoende Belgische toegevoegde waarde


Enkel projecten van Belgische kmo’s met een voldoende Belgisch belang (minimaal 30%) kunnen een beroep doen op dit instrument. Het percentage Belgisch belang bepaalt de hoogte van de steun.

De berekening van het belang vindt u terug in het Finexpo-vademecum. Daarin staat ook dat het project moet passen binnen de lange termijn-, strategische exportvisie van het bedrijf.


Maximum contractbedrag


Voor projecten waar het Belgisch belang minstens 50% is, worden contracten tot 700 000 euro voor 100% gefinancierd. Die contractwaarde kan eventueel verhoogd worden tot 874 000 euro, maar het bedrag boven de 700 000 euro moet dan gefinancierd te worden door de cliënt, behalve voor MOL-landen waar het maximum contractbedrag 700 000 euro is.

Voor projecten waar het Belgisch belang minstens 30% is, worden contracten tot 500 000 euro voor 100% gefinancierd. Die contractwaarde kan eventueel verhoogd worden tot 624 000 euro, maar het bedrag boven de 500 000 euro dient dan gefinancierd te worden door de cliënt behalve, voor MOL-landen waar het maximum contractbedrag 500 000 euro is.


Aan een publieke klant


De cliënt moet een publieke entiteit te zijn.
 


Procedure


Voor de projecten waarvoor deze steun wordt aangevraagd, moeten de betrokken Belgische bedrijven een dossier samenstellen aan de hand van een vragenlijst. Die vragenlijst maakt het mogelijk de projecten op hun economische en ontwikkelingsrelevantie te toetsen.


Stappen van de procedure

  • Het dossier wordt ingediend bij Finexpo.
  • Na analyse van het project, wordt het voorgelegd aan het Finexpo Comité.
  • Als het advies van het Comité positief is, wordt het dossier achtereenvolgens voorgelegd aan de Inspectie van Financiën en aan de ministerraad.
  • Als het dossier goedgekeurd wordt door de ministerraad, geeft Finexpo een belofte tot interventie.
  • Het handelscontract mag niet ondertekend worden voordat de ministerraad het dossier goedgekeurd heeft.
  • Na ondertekening van het contract, wordt een ministerieel besluit uitgevaardigd waarbij de gift toegekend wordt.
  • De Nationale Bank van België opent een rekening voor de betaling aan het bedrijf.