Een duurzame mijnbouw in Centraal-Afrika is mogelijk

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
mijnbouwers wassen ertsen

Artisanale mijnbouwers wassen kleimineralen om er cassiteriet (Sn) en coltan (Nb en Ta) uit te concentreren (mijnsite DUMAC, Oost-Rwanda). © AfricaMuseum / A. Borst

Het is bekend: DR Congo vloeit over van de minerale rijkdommen. Kobalt, koper, niobium, tantalium, wolfram, mangaan, lithium, noem maar op. Vrijwel allemaal elementen die onmisbaar zijn voor de transitie naar hernieuwbare energie die we hoogdringend moeten realiseren. Ze zijn nodig voor batterijen, windturbines en zo meer.

Image
Verantwoorde consumptie en productie

Een allesbehalve duurzame mijnbouw

Jammer genoeg geeft die rijkdom, zeker in Oost-Congo, aanleiding tot bloedige conflicten. Bovendien vloeien de winsten te weinig terug naar Congo zelf. Naast grotere mijnbouwbedrijven die nog enigszins pogingen doen om hun ontginningen op een meer duurzame wijze uit te voeren, zijn er ook ontelbare artisanale mijnbouwers – als zelfstandige - aan de slag. Die ontginnen de mineralen veelal onzorgvuldig zodat het water, de bodem en de lucht in de wijde omgeving zwaar verontreinigd zijn.

Soms, zoals bij de extractie van goud, worden giftige producten zoals kwik en arsenicum gebruikt. Maar alleen al het graven, kappen en verpulveren kan zoveel (fijn) stof veroorzaken dat hele gebieden aangetast worden wat dan weer ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid van de omwonenden.

Artisanale mijnbouwers leven en werken er in erbarmelijke omstandigheden. En ze zijn volledig afhankelijk van de ertsen die ze vinden, ook om voedsel te kopen. De boerenstiel hebben ze immers opgegeven, ze bewerken hun stukje land niet meer.

18 beurzen voor studenten geologie

Het AfricaMuseum in Tervuren – dat in feite in de eerste plaats een onderzoeksinstelling is – probeert geleidelijk te bouwen aan een meer duurzame vorm van mijnontginning. Met geld van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking schenkt het beurzen aan plaatselijke studenten in de geologie, zowel masters als (post)-doctoraten.

Met de beurs kunnen de studenten alle nodige kosten betalen: inschrijvingsgeld, maar ook analyses, terreinbezoeken en zo meer. Ze doen hun studie en onderzoek aan de plaatselijke universiteiten, maar komen jaarlijks 4 à 6 weken naar het AfricaMuseum. De wetenschappers van het museum op hun beurt trekken regelmatig naar Afrika om er de bursalen van nabij op te volgen.

Het museum kiest bewust voor studenten uit 4 naburige landen: DR Congo, Congo Brazzaville, Burundi en Rwanda. Het wil immers de onderzoekers aanzetten om meer samen te werken, zowel grensoverschrijdend als multidisciplinair. Ze kunnen veel meer bereiken als ze hun resultaten delen dan als ze die voor zich houden om ze ooit te gelde te maken, is de boodschap. Er komt dan ook een gegevensbank waarin alle resultaten vrij beschikbaar zullen zijn.

De genese van 3T-mineralen

Tot nu toe hebben 18 studenten een beurs gekregen, waaronder veel vrouwen. En ze verrichten allemaal mooi werk. Eén van de studenten onderzoekt de 3T-mineralen (tin – tantalium – tungsten (of wolfram) die in Kivu gevonden worden. Waar bevinden zich de mineralen? Hoe kwamen ze daar terecht? Hoe zijn ze gevormd? Door de genese van de 3T te begrijpen, wordt het makkelijker om te voorspellen waar er nog 3T kan gevonden worden.

Soms trekken de studenten naar de mijnbedrijven om er hun boringen te helpen interpreteren. Boringen zijn heel duur en moeten zo veel mogelijk nuttige informatie opleveren over de aanwezigheid van ertsen in de ondergrond. De analyse van de boringen is ook zeer leerrijk voor de studenten zelf.

Image
controle van boringen

Een bursaal helpt met de interpretatie van de boringen van een firma. © AfricaMuseum

De voordelen van duurzame mijnbouw

Maar hoe draagt de opleiding van onderzoekers bij tot een meer duurzame manier van ontginnen? De bursalen zullen uitgroeien tot de geologische experten van de regio en kunnen op die manier een belangrijke stem vertolken bij de mijnexploitatie. De geologen van het AfricaMuseum houden niet op de boodschap over te brengen dat het in hun voordeel is om op een duurzame manier ertsen te ontginnen.

Bijvoorbeeld door heel doordacht te werk te gaan: eerst de gemakkelijke, oppervlakkig aanwezige ertsen ontginnen om dan met de winsten daarvan de moeilijker bereikbare, diepere lagen te exploiteren. En natuurlijk ook met veel meer aandacht voor het milieu. Liever dan conflicten te voeden, kan de mijnbouw gedurende lange tijd voor een stabiel inkomen zorgen.

Als de Belgische geologen op terreinbezoek gaan, gaan ze altijd eerst langs bij de plaatselijke autoriteiten en de lokale dorpschefs. En bij elke ontmoeting brengen ze steevast diezelfde boodschap. Dat doen ze eveneens tijdens de lessen die ze geven aan de studenten in de plaatselijke universiteiten. Maar op termijn zullen het de opgeleide geologen zijn die de boodschap moeten overbrengen. Want als een landgenoot iets zegt, zal de bevolking er veel meer oor naar hebben dan bij een westerling.

Overigens werd er ook een documentaire gedraaid over de mijnbouw in Congo. De geologen van het AfricaMuseum organiseren vertoningen aan de Congolese universiteiten en in de gemeentes, om er achteraf samen over te debatteren.

Image
grotten

De ontdekte grotten in Congo. © AfricaMuseum

Eindconferentie in Brazzaville

Het project besteedt jaarlijks 250.000 euro gedurende een periode van 5 jaar. Eind 2023 loopt een cyclus van 5 jaar af. Dan zal een grote conferentie plaatsvinden in Brazzaville die alle bursalen, hun plaatselijke promotoren en andere wetenschappers bijeenbrengt. In principe volgt daarna een nieuwe cyclus van 5 jaar.

Het project heeft alvast veel interesse opgewekt en heel mooie resultaten opgeleverd. En al zal het misschien niet direct iets veranderen aan de grote machtsverhoudingen in de regio, van onderop werkt het gestaag aan een mentaliteitswijziging die tot duurzame verbeteringen kan leiden.

Op die manier draagt het onder meer bij aan SDG12, meer bepaald SDG12.2 (duurzaam beheer en efficiënt gebruik van duurzame hulpbronnen) en SDG12a (wetenschappelijk en technologische capaciteit van ontwikkelingslanden verhogen voor een duurzamere productie en consumptie).

Meer info op de website van GeoRes4Dev

De Congolese grotten van Han

Eén component van het project spitst zich, niet ver van Kinshasa, toe op het onderzoek van ‘karsten’ die zowel DR Congo als Congo Brazzaville bestrijken. Een karst is een landschapsvorm met veel spleten, holen en grotten. Die ontstonden doordat kalkrijke gesteenten aan het oppervlak en in de ondergrond oplossen als er water doorheen sijpelt.

De grotten in de regio bezitten veel stalagmieten en stalactieten. En die vormen, vergelijkbaar met boomringen, een gestold geheugen van de luchttemperatuur in lang vervlogen tijden. Ze kunnen ons dus veel leren over de evolutie van het klimaat.

Maar er leven ook veel endemische diersoorten zoals blinde vissen. Er werden ook oude potten aangetroffen. En bepaalde riten in de regio hebben een verband met de aanwezige holen en grotten. Vandaar dat het AfricaMuseum er eveneens zijn biologen, archeologen en sociologen inzet. Dat het museum zo veel uiteenlopende expertise in huis heeft, is hier een grote troef.

Ook hier verspreiden de experten van het AfricaMuseum dezelfde boodschap: denk op de lange termijn, draag zorg voor het milieu. Want op termijn kunnen de grotten – net zoals de grotten van Han bij ons – uitgroeien tot een toeristische trekpleister. Naast natuurlijk de schat aan wetenschappelijke informatie die de streek te bieden heeft. Ondertussen werd een aanvraag tot erkenning van de regio als geopark ingediend bij UNESCO, de VN-organisatie die uniek erfgoed beschermt.