Alleen duurzame voedselsystemen kunnen honger uit de wereld helpen

  1. Laatst bijgewerkt op
Image
Foto van vrouwen die water ophalen uit een waterput in Ivoorkust

Boerinnen geven water aan hun groenten in Ivoorkust (© IFAD).

Een oorlog met veel gevolgen

De invasie van Rusland in Oekraïne heeft dramatische gevolgen voor de Oekraïense bevolking. Maar de gevolgen zijn ook voelbaar op wereldschaal. Meest besproken in ons land is allicht de energiecrisis, maar er doet zich eveneens een voedselcrisis voor die zich uit in een groeiend aantal mensen die honger lijden. Vooral kwetsbare gezinnen in het Zuiden zijn er door getroffen.

Rusland en Oekraïne behoren immers tot de top 7 in de wereld van uitvoerders van tarwe, maïs, gerst, zonnebloemzaad en zonnebloemolie. Daarnaast staan Rusland en bondgenoot Belarus in voor een vijfde van de wereldwijde toevoer van kunstmest. Ten slotte is Rusland een van ’s werelds grootste leveranciers van fossiele brandstof. Het land neemt 25% van de totale uitvoer van aardgas voor zijn rekening en is de 2de grootste uitvoerder van ruwe olie na Saoedi-Arabië.

De toevoerproblemen van deze voedingsmiddelen, meststoffen en fossiele brandstoffen veroorzaken schaarste en stijgende prijzen op de wereldmarkt. De duurdere meststoffen en fossiele brandstoffen leiden ertoe dat het meer kost om lokaal voedsel te produceren, te transporteren en te verwerken. Daardoor zien de boeren hun inkomen dalen, maar de koopkracht daalt ook voor die mensen die hun voedsel moeten aankopen.

Een voedselcrisis met veel oorzaken

Toch is het te kort door de bocht om de huidige voedselcrisis uitsluitend te wijten aan de oorlog in Oekraïne. Zoals blijkt uit het voedselzekerheidsrapport van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) zat het aantal ondervoeden in de wereld voordien al in stijgende lijn (zie kader).

Vooreerst hadden we af te rekenen met de zware economische gevolgen van de covidpandemie en van de maatregelen om haar te beteugelen. Boeren raakten niet meer op hun velden, toeleveringsketens werden onderbroken. Ook de klimaatcrisis slaat alsmaar feller toe. Extreme hitte, droogte én overstromingen beperken de voedselproductie. De Hoorn van Afrika (Ethiopië, Somalië, Kenya) bijvoorbeeld gaat gebukt onder de ergste droogte in 40 jaar, na al 4 opeenvolgende jaren van te weinig regen.

Voedselonzekerheid is ook een gevolg van ongelijkheid. De meeste boeren in de wereld – en zeker in het Zuiden – doen aan kleinschalige, familiale landbouw. Zij produceren ook het meeste voedsel. In Centraal- en West-Afrika verdient 60 à 70% van de bevolking er haar brood mee.

In vergelijking met grootschalige landbouw hebben die kleinschalige boeren veel moeilijker toegang tot landbouwinput, markten en prijsinformatie, krediet, verbeterde technologieën, voorlichting en sociale bescherming. Ze kunnen bovendien dikwijls moeilijk concurreren met de al te goedkope prijzen van bijvoorbeeld ingevoerde bevroren kippen, tarwe en melkpoeder uit rijke landen. Vandaar dat de honger in de wereld vooral kleine boeren treft.

Het FAO-rapport stelt het duidelijk: een groot deel van de 630 miljard dollar steun die wereldwijd tussen 2013 en 2018 aan voedselproductie werd besteed, komt nauwelijks bij kleine boeren terecht. Integendeel, hij verstoort de marktwerking, schaadt het milieu en stimuleert niet de productie van voedzaam en gezond voedsel zoals groenten en fruit. Dat komt omdat de subsidies vooral gericht zijn op zuivel, vlees en opbrengstgewassen zoals rijst en suiker, vaak onder de vorm van monoculturen gebaseerd op kunstmest en pesticiden, vooral in de rijkere landen.

Ook conflicten spelen een grote rol bij voedselonzekerheid. Zo leven ongeveer 139 miljoen zwaar voedselonzekere mensen in landen of gebieden die geteisterd worden door conflict en onveiligheid. Door de oorlog in Oekraïne kunnen nog eens 47 miljoen mensen acute honger lijden.

De aanval van Rusland op Oekraïne heeft dus wel degelijk de voedselcrisis verergerd, maar is er niet de oorzaak van. De oorlog heeft ook niet overal dezelfde gevolgen. Zo zal hij meer impact hebben in regio’s als Noord-Afrika die veel tarwe verbruiken en invoeren. Sub-Saharaanse landen steunen meer op eigen gierst, sorghum, maniok en bananen en zijn daardoor minder afhankelijk van ingevoerde tarwe.

Landen die sterk inzetten op een grootschalige en conventionele landbouw zullen meer lijden onder de duurdere meststoffen. Meer algemeen treffen de stijgende energie- en voedselprijzen een groot deel van de kwetsbare bevolking wereldwijd. Omdat hun koopkracht daalt, besparen ze op gezonde voeding.

Image
Foto van een man en een vrouw in Benin. De vrouw draagt een mand met ananassen

De ananasteelt in Benin is vrij afhankelijk van ingevoerde, momenteel dure kunstmest. Daarom zet Enabel daar ook in op biologische productie en agro-ecologische principes (© Enabel).

Duurzame voedselsystemen: agro-ecologische principes

De gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de voedselzekerheid hebben nogmaals bevestigd dat een transformatie van onze voedselsystemen hoognodig is. We moeten het voedselsysteem beter bestand maken tegen externe schokken, of die nu gelinkt zijn aan pandemieën, conflicten of klimaatverstoring.

Vandaar dat de Belgische Ontwikkelingssamenwerking – die ook de gefinancierde ngo’s omvat wil inzetten op de transitie naar duurzame voedselsystemen. Dankzij agro-ecologische principes kan het voedselsysteem zeer holistisch benaderd worden.

Het Belgisch ontwikkelingsagentschap Enabel gaat onder meer in Katanga (DR Congo) al aan de slag met die agro-ecologische principes. Op de oorspronkelijk arme en zure bodems wordt er maïs aangeplant samen met een peulvrucht die stikstof in de bodem brengt en onkruid tegengaat. De bodem wordt er eveneens bedekt met bladeren, wat humus in de bodem brengt en de bodemtextuur verbetert. Af en toe wordt er een jaartje geen maïs gezaaid, maar wel groenbemesters, in dit geval eveneens peulvruchten, om de bodem vruchtbaarder te maken.

Een agro-ecologische aanpak probeert zo veel mogelijk externe input te beperken, onder meer door landbouwafval te hergebruiken en een gezonde bodem op te bouwen. Door in te spelen op een grotere biodiversiteit kan de natuur – natuurlijke vijanden – ingezet worden om plagen en ziektes te bestrijden.

Dat alleen al leidt tot een grotere schokbestendigheid. De agro-ecologische landbouwer steunt veel minder op kunstmest en pesticiden, en net deze input is veel duurder geworden door de oorlog in Oekraïne. Hij zal ook zijn teelten veel meer diversifiëren waardoor de mislukte oogst van één gewas of een tijdelijk lage marktprijs hem veel minder zal raken.

Daarnaast probeert de agro-ecologische benadering zo veel mogelijk de schade aan het milieu te beperken. Door chemische pesticiden en kunstmest te vermijden, de biodiversiteit te stimuleren en dergelijke. En door bomen en struiken te planten en koolstof in de bodem op te slaan, is ze ook klimaatvriendelijker.

De agro-ecologie legt ook een accent op humane en sociale waarden zoals inclusie, gelijkheid en waardigheid. Ze maakt vaak gebruik van een korte keten die producenten en consumenten met elkaar in contact brengt. Dat zorgt niet alleen voor eerlijker prijzen, maar heeft ook een positieve impact op het milieu doordat minder – tegenwoordig duur – transport nodig is.

Het verschil met een meer monocultuurgerichte, conventionele aanpak is duidelijk. Zo zijn de producenten van ananas in Benin wel behoorlijk afhankelijk van ingevoerde, momenteel dure kunstmest zoals ureum en kaliumfosfaat. Daarom zet Enabel, die de ananasketen ondersteunt, daar onder andere ook in op biologische productie en agro-ecologische principes. Zo werd onderzocht hoe het restafval van de ananas kan benut worden. Een bedrijfje gebruikt het afval om paddenstoelen te kweken, een ander maakt er organische compost van of gebruikt het om koekjes te produceren.

De meest kwetsbaren in de minst ontwikkelde landen

Met die agro-ecologische principes bouwt de Belgische Ontwikkelingssamenwerking aan werkelijk duurzame voedselsystemen. Naast de gezondheid van het milieu en de economische vitaliteit staan ook de menselijke gezondheid en gelijkheid er centraal.  

Kunnen de producten gestockeerd, verwerkt en getransporteerd worden? Enorm veel voedsel gaat immers verloren bij gebrek aan mogelijkheden om het te bewaren of verwerken. Kan er zo veel mogelijk hernieuwbare energie gebruikt worden? Hebben mensen toegang tot gezonde, betaalbare voeding, zonder de plaatselijke voedingsgewoonten te ontkennen? Allemaal vragen die bij een holistische kijk aan bod komen.

België spitst zich vooral toe op de meest kwetsbaren - jongeren, vrouwen en kleinschalige landbouwers - in de minst ontwikkelde landen. Een holistische, agro-ecologische benadering leent zich uitstekend om hen te helpen. Daarnaast zet ons land sterk in op sociale bescherming, onder meer via de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO).

Het beleid en het onderzoek worden evenmin uit het oog verloren. Zo kreeg in 2022 de CGIAR – een groep van internationale instellingen die onderzoek verrichten naar duurzame voedselsystemen – 6 miljoen euro. Nieuwe wetenschappelijke inzichten worden gecombineerd met de traditionele kennis van de boeren.

Image
Foto van minister Kitir, op bezoek bij een zuivelfabriek in Niger

Een recente missie van minister van Ontwikkelingssamenwerking Kitir (vooraan op de foto) naar Niger stond in het teken van voedselzekerheid. Ze huldigde er onder meer een zuivelfabriek in in Gaya. Dat moet de lokale zuivelmarkt stimuleren en de import van zuivelproducten tegengaan (© FOD Buitenlandse Zaken).

Een multilaterale aanpak is onmisbaar

Met zijn nadruk op duurzame voedselsystemen sluit België perfect aan bij de internationale agenda. Denk aan de vergaande boer-tot-bord-strategie die deel uitmaakt van de Europese Green Deal. Of de VN-top over duurzame voedselsystemen die in 2021 plaatsvond.

Daarnaast schaart België zich voluit achter een sterke, doeltreffende en inclusieve multilaterale aanpak met de Verenigde Naties (VN) als kern. De voedselcrisis wordt immers mee gecreëerd door internationale handel en prijszetting. Bovendien dienen de verschillende initiatieven in de wereld goed gecoördineerd te worden.

In dit verband steunt België onder andere de Global Response Group van de VN-secretaris-generaal Guterres voor voedsel, energie en financiën die de impact van de huidige crisis op kwetsbare mensen wil aanpakken. Ook de  Roadmap for Global Food Security – Call to Action krijgt onze steun. Daarnaast sluit ons land zich aan bij het antwoord van de Europese Unie (EU) op de wereldwijde voedselonzekerheid.

In de context van de oorlog in Oekraïne steunde België de bemiddelingsinspanningen, geleid door de VN-secretaris-generaal, die resulteerden in het zogenaamde ‘Graaninitiatief voor de Zwarte Zee’. Daardoor konden geblokkeerde schepen met graan bestemd voor de internationale markten vrijgegeven worden. Het Initiatief maakt ook de export van Russische voedingsproducten en meststoffen mogelijk naar de internationale markten.

Rusland tracht, onder meer in de VN, de schuld voor de voedselcrisis af te schuiven op de EU en de landen die sancties tegen Rusland hebben ingesteld. Maar de Europese sancties zijn heel expliciet niet van toepassing op de uitvoer van Russisch voedsel en meststoffen naar derde landen.

Humanitaire hulp lenigt noden op korte termijn

België verliest daarbij zeker de kortetermijnnoden niet uit het oog. Zo zet ons land traditiegetrouw zijn humanitaire hulp in om honger en ondervoeding te lenigen. In 2022 vloeide 5 miljoen euro naar het Wereldvoedselprogramma (WFP), dé VN-specialist in voedselhulp. Daarnaast kregen 2 fondsen eveneens 5 miljoen euro: het Immediate Response Account (IRA), beheerd door de WFP, en het Special Fund for Emergency and Rehabilitation (SFERA), beheerd door de FAO.

Dit jaar besteedt België meer dan 60% van zijn humanitaire hulp via flexibele fondsen en financiering van algemene budgetten. De humanitaire organisaties kunnen daardoor het geld vlot inzetten op de plekken met de dringendste noden.

Voor de rechtstreekse financiering van humanitaire programma’s ligt de focus op de Sahel, de Grote Meren (Centraal-Afrika), Syrië en Palestina, naast de vergeten crisissen in Jemen en Afghanistan. In 2022 werd Oekraïne aan de lijst toegevoegd.

In 2021 besteedde de Belgische Ontwikkelingssamenwerking 142 miljoen euro aan landbouw en voedselzekerheid. Dat bedrag omvatte tevens 41 miljoen euro humanitaire hulp (noodvoedselhulp) en 5 miljoen euro voedselhulp.

Honger en ondervoeding in de wereld zijn een gevolg van een ingewikkeld kluwen van oorzaken. Daar komen conflicten en klimaatverstoring bovenop. Enkel een holistische kijk kan soelaas bieden en dat is waar België op inzet. Alleen zo kunnen we het thema van Wereldvoedseldag 2022 (16 oktober) waarmaken: betere productie, betere voeding, een beter milieu én een beter leven.

Honger en ondervoeding in cijfers (2021)

  • Naar schatting 828 miljoen mensen lijden honger (= 9,8% van de wereldbevolking). Dat zijn er 150 miljoen meer dan in 2019, net voor de uitbraak van de covidpandemie. Honger staat hier synoniem met chronische ondervoeding: een oncomfortabel en pijnlijk gevoel veroorzaakt door een dieet dat onvoldoende energie (calorieën) verschaft.
  • Ongeveer 2,3 miljard mensen (29,3% van de wereldbevolking, bijna 1 op 3) zijn matig of zwaar voedselonzeker. Daarvan zijn er 924 miljoen (11,7%) zwaar voedselonzeker, 207 miljoen meer dan net voor de covidpandemie. Meer dan een derde woont in Afrika. Zware voedselonzekerheid verwijst naar mensen die, op bepaalde momenten van het jaar, over onvoldoende voedsel beschikken, honger ervaren of het zelfs een of meer dagen zonder eten moeten stellen.
  • Bijna 3,1 miljard mensen konden zich geen gezond dieet veroorloven, 112 miljoen meer dan in 2019. Duidelijk een gevolg van stijgende voedselprijzen als gevolg van de covidpandemie en de maatregelen om haar te beteugelen.
  • Vermoedelijk zullen in 2030 nog steeds 670 miljoen mensen (8%) honger lijden. Evenveel als in 2015 toen de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) een aanvang namen. Er zal meer dan een tandje moeten bijgestoken worden om de voedselonzekerheid volledig uit te roeien.

Deze cijfers dateren van 2021 en brengen de effecten van de oorlog in Oekraïne nog niet in rekening.

Bron: The State of Food Security and Nutrition in the World 2022