Ontwapening en non-proliferatie

Voor België is internationale veiligheid van allerhoogst belang. Ons land is voorstander van een globale aanpak en een evenwichtige vooruitgang op vlak van ontwapening en non-proliferatie, met aandacht voor zowel conventionele wapens als massavernietigingswapens.

Conventionele wapens

Naast de massavernietigingswapens vraagt ook de problematiek van de conventionele wapens, zoals vuurwapens of mijnen, om de aandacht van de internationale gemeenschap.
  1. Laatst bijgewerkt op

De ongecontroleerde verspreiding van lichte wapens en het gebruik van wapens die geen onderscheid maken tussen burgers en militairen, eisen een hoge tol van onze samenleving. Conventionele wapens maken veel slachtoffers. Georganiseerde misdaad, terrorisme, kindsoldaten en burgerslachtoffers tijdens of lang na een conflict, elk van deze problemen is nauw verbonden aan het gebruik van conventionele wapens.

In vele landen heeft conventioneel wapengeweld een ernstige impact op de individuele veiligheid van de mensen, dikwijls de meest kwetsbaren.

Daarom spant de Belgische diplomatie zich in om de thema´s “menselijke veiligheid” en “ontwapening die levens redt” hoog te houden op de agenda van de grote internationale instellingen. Zo speelde België een voortrekkersrol in de totstandkoming van het Ottawaverdrag over antipersoonsmijnen en het Osloverdrag over clustermunitie. België zet zich daarnaast ook in voor de strijd tegen de illegale wapenhandel.

Hieronder worden de voornaamste verdragen vermeld die het gebruik van bepaalde categorieën van conventionele wapens verbieden of beperken. Deze rubriek geeft meer achtergrond en informatie over het Belgische beleid:

Daarnaast kunt u meer lezen over:

Het Verdrag inzake bepaalde conventionele wapens


Het Verdrag inzake bepaalde conventionele wapens (CCW) werd aangenomen in 1980 en trad in werking in 1983. Het Verdrag verbiedt of beperkt het gebruik van bepaalde conventionele wapens die buitensporig leed veroorzaken of die geen onderscheid maken tussen burgers en militairen.

Het is een kaderverdrag dat algemene principes vooropstelt. De protocollen bij het Verdrag gaan specifiek in op verschillende wapentypes:

  • Protocol I over niet-waarneembare deeltjes;
  • Protocol II over mijnen, valstrikmijnen en andere mechanismen;
  • Protocol III over brandwapens;
  • Protocol IV over blindmakende laserwapens;
  • Protocol V over explosieve oorlogsresten.

Ook het toenemende gebruik van artificiële intelligentie en van robotica in wapensystemen wordt behandeld in het kader van het Verdrag over bepaalde conventionele wapens.

Dit Verdrag en zijn protocollen liggen aan de basis van andere initiatieven in het domein van conventionele wapens, zoals het Verdrag over antipersoonsmijnen.
 

Het Ottawaverdrag inzake antipersoonsmijnen


Het Ottawa Verdrag inzake antipersoonsmijnen (APMBC) verbiedt de productie en het gebruik van antipersoonsmijnen. Het werd ondertekend in 1997 en trad in werking twee jaar later. Het Verdrag telt momenteel 164 verdragspartijen, waaronder alle lidstaten van de EU.

Het Verdrag heeft vier fundamentele doelstellingen:

  1. Het ijveren voor een globaal verbod op antipersoonsmijnen;
  2. vernietiging van voorraden van antipersoonsmijnen;
  3. ruimen van mijnenvelden;
  4. bijstand aan slachtoffers.
     

Belgisch beleid


België was in 1995 het eerste land ter wereld dat een nationale wet goedkeurde waarmee antipersoonsmijnen verboden werden. Op internationaal vlak zet ons land zich in voor de volledige uitvoering van het Ottawa Verdrag. HKH Prinses Astrid is Speciale Gezant voor universalisering. In die hoedanigheid spreekt zij wereldwijd gezaghebbers aan om hen te overtuigen van toetreding tot het Verdrag.

Image
Foto van twee vrouwen aan een tafel met op de voorgrond de Belgische en Europese vlag en op de achtergrond een man die telefoneert

Het document aanpak van mijnbestrijding (PDF, 976.75 KB) beschrijft de principes van het Belgische beleid.

België steunt humanitaire mijnbestrijding in het streven naar een wereld zonder antipersoonsmijnen. Dit onder meer door het promoten van innoverende technieken voor de opsporing en de verwijdering van mijnen. In 2020 werden in dit kader twee mede door België gefinancierde projecten bekroond: Odyssey 2025 en Apopo.
 

Odyssey


Het project Odyssey 2025 van Humanity and Inclusion ontving de ‘Horizon for Affordable High-Tech on Humanitarian Aid’-prijs van de EU. Door het inzetten van drones om mijnen te lokaliseren, wordt de duur van ontmijningsoperaties aanzienlijk verkort en worden de kosten gedrukt. De ontmijners kunnen op een veiligere en meer gerichte manier werken. 

Image
Antimijndrones

© HI

Apopo


De baanbrekende Belgische organisatie Apopo introduceerde de Afrikaanse buidelrat als hulpmiddel voor de detectie van landmijnen. Een van deze HeroRATS werd bekroond met de PDSA Gold Medal. Magawa ontving de prijs voor zijn werk in de ontmijningsoperatie van Apopo in Cambodja.

België steunt momenteel via een meerjarenfinanciering van 3,5 MEUR (2022-2026) de programma’s voor ontmijningswerk van Apopo in Angola en Cambodja. Zowel in Angola als in Cambodja vormt de aanwezigheid van landmijnen nog steeds een obstakel voor een normaal en veilig leven voor de bevolking.

Image
Foto van minister Lahbib die een Afrikaanse buidelrat in haar hand. Naast haar staan vier mannen

Daarnaast financiert België op het vlak van mijnbestrijding momenteel programma’s en projecten van de United Nations Mine Action Service (UNMAS) en van Norwegian People’s Aid (NPA).
 

UNMAS


België draagt sinds eind 2019 bij aan de programma’s van de UN Mine Action Service (UNMAS) in Irak en Syrië. Deze  steun kadert mede binnen de Belgische inspanningen omtrent het stabiliseren van de gebieden die heroverd werden op terroristengroepering Islamitische Staat (IS).

De grootschalige aanwezigheid van geïmproviseerde antipersoonsmijnen verhindert namelijk de veilige terugkeer van vluchtelingen, landbouw en het terug in gebruik nemen van land, het herstel van de basisinfrastructuur en de heropstart van economische activiteiten.

UNMAS maakt gebruik van gemengde ontmijningsteams, waaraan zowel vrouwen als mannen deelnemen.

Image
Opruimingswerkers aan het werk in Mehaires, Westelijke Sahara

© UN Photo/Martine Perret


Norwegian Peoples Aid


Eind 2023 werd door België een financiering toegezegd voor ontmijningsactiviteiten van Norwegian People’s Aid (NPA) in de provincie Bengo in Angola. In het verleden droeg België al bij aan de ontmijningsactiviteiten van NPA in de provincies Kwanza Norte en Zaïre in Angola.
 

OVSE


In het kader van het speciaal programma voor Oekraïne van de OVSE, draagt België bij aan capaciteitsopbouw op het gebied van ontmijning en herstel van het milieu.
 

Andere actoren


In het verleden financierde België eveneens humanitaire mijnbestrijdingsactiviteiten van onder meer The Halo Trust, Mine Action Group, Humanity & Inclusion en het ICRC.

Image
Inês Tembo Chilumbo Chipuco, van HALO Angola's 100 Women in Demining, graaft voorzichtig de grond af waar zij een signaal heeft gedetecteerd, wat zou kunnen betekenen dat er een landmijn onder de grond verborgen ligt

© Scout Tufankjian | The HALO Trust

Naast financiële steun geeft België via defensie eveneens directe steun in natura. Zo stelt België in het kader van het NAVO Defence and Related Security Capacity Building Initiative (DCB) een pool van vijf EOD ‘explosive ordnance disposal’ operatoren ter beschikking van UNMAS voor train-the-trainer en mentoring missies. Daarnaast ondersteunde België de Oekraïnse autoriteiten in de strijd tegen ERW (Explosive Remnants of War) door  de levering van materiaal en uitrusting en training.
 

Documenten over conventionele wapens

Het Osloverdrag inzake clustermunitie


Het Osloverdrag inzake clustermunitie (CCM) werd aangenomen in 2008 en trad twee jaar later in werking. Het telt momenteel 110 verdragspartijen. Het Verdrag verbiedt het gebruik en de productie van clustermunitie en verplicht de verdragspartijen om:

  • hun voorraden te vernietigen;
  • de besmette gebieden te ontmijnen binnen vastgelegde termijnen;
  • hulp te bieden aan de slachtoffers van clustermunitie.
Image
Open clusterbom

© Shutterstock

Clustermunitie is ontworpen om explosieve submunities te verspreiden die elk minder dan twintig kilogram wegen. De humanitaire gevolgen van clustermunitie zijn desastreus om twee redenen:

  • niet-onderscheidend effect: tijdens de aanval wordt een gebied besmet zonder onderscheid tussen burgers en militaire doelwitten.
  • effect van de resten van clustermunitie na het einde van het conflict: na de vijandelijkheden blijven ontplofbare resten in de grond achter, die burgers kunnen doden of verwonden. Deze niet-ontplofte wapens belemmeren de terugkeer van de bevolking en het herstarten van de sociale en economische activiteiten.
     

Belgisch beleid


Clustermunitie werd in de Tweede Wereldoorlog en andere conflicten gebruikt. Het legitieme gebruik ervan werd steeds meer in vraag gesteld, omwille van het onaanvaardbare leed toegebracht aan burgers.

In 2006 was België het eerste land dat een verbod op clustermunitie in zijn wetgeving opnam. De Wapenwet plaatst clustermunitie, net als antipersoonsmijnen, in de categorie van verboden wapens.

België nam actief deel aan het internationaal onderhandelingsproces dat in 2006 rond deze wapens op gang kwam. De Belgische onderhandelingsdoelstellingen werden ruimschoots behaald. Een juridisch bindend internationaal instrument werd goedgekeurd, met de steun van een brede groep landen, inclusief producenten en bezitters van deze wapens. Het Verdrag bevat ook heel wat praktische bepalingen om de hulp aan de slachtoffers van deze wapens efficiënt te organiseren.

België ijvert voor de universalisering en volledige implementering van het Verdrag. Bovendien geeft België financiering aan organisaties die actief zijn in verband met ontmijning op het terrein. Het document Belgische aanpak van mijnbestrijding (PDF, 976.75 KB) beschrijft de principes van het Belgische beleid.

Image
Twee foto's met Belgische onderhandelaars die in een microfoon praten in een zaal

 

Wapenhandel


Op het niveau van de Europese Unie


De EU heeft een Gemeenschappelijk Standpunt (2008/944/GBVB) aangenomen, met het oog op:

  • het vastleggen van hoge normen voor het beheer van wapenexport;
  • het verbeteren van informatie-uitwisseling tussen de lidstaten om intra-Europese coherentie te bekomen.

Het Gemeenschappelijk Standpunt, dat van toepassing is op alle overdrachten van militaire technologie en uitrusting, van munitie tot tanks, bevat de volgende bepalingen:

  • criteria die alle lidstaten in overweging moeten nemen voor ze een wapenuitvoerlicentie goedkeuren of weigeren;
  • een procedure waarbij de lidstaten elkaar inlichten over de gevallen waar een uitvoer geweigerd werd;
  • een verplichting tot consultatie van de andere lidstaat die een uitvoer geweigerd heeft als men een gelijkaardige aanvraag tot uitvoer ontvangt. 

Het Gemeenschappelijk Standpunt werd geactualiseerd in 2019. Daarbij werden bepalingen geïntegreerd over gender gerelateerd geweld en werden de regels over rapportering versterkt. Er werd een gegevensdatabank gecreëerd om de gegevens uit de jaarlijkse rapportering door de lidstaten beter te visualiseren.
 

Op wereldniveau


Het Wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty of ATT) werd afgesloten in 2013. Het is het belangrijkste internationale instrument dat de legale wapenhandel regelt. Het verdrag werd door België ondertekend in 2013 en een jaar later geratificeerd. In 2020 werd in het kader van het ATT een nieuw mechanisme opgezet voor informatie-uitwisseling: het Diversion Information Exchange Forum. Via die weg wordt operationele informatie uitgewisseld over de methodes die smokkelaars gebruiken.
 

Belgisch beleid


Vanaf de start van de onderhandelingen over het ATT heeft België geijverd voor een ambitieus verdrag, met strikte criteria in verband met respect voor mensenrechten en internationaal humanitair recht.

Ons land ijverde voornamelijk voor:

  • een zo ruim mogelijk toepassingsgebied, zowel over de categorieën van wapens als de types van overdracht;
  • meer transparantie;
  • opname in het verdrag van een verwijzing naar gender gerelateerd geweld of geweld tegen burgers, in het bijzonder vrouwen en kinderen.

België ondersteunt de universalisering van het ATT, zodat de grootste wapenexporteurs dezelfde criteria gebruiken bij het afgeven van een licentie. 

Ons land is ook sterk geëngageerd in de strijd tegen illegale afwending van wapens.

Image
First 50 control arms

Kleine en lichte wapens


Algemeen kader


Onder “kleine en lichte wapens” (Small Arms & Light Weapons of SALW) vallen twee categorieën wapens:

  • Kleine wapens zijn individuele wapens zoals revolvers, pistolen, geweren of machinepistolen;
  • Lichte wapens zijn collectieve wapens, ontworpen om door twee of drie personen gebruikt te worden, zelfs al kunnen sommige ervan gedragen en gebruikt worden door één enkele persoon (bijvoorbeeld zware machinegeweren of draagbare raketwerpers).

Elk jaar worden miljoenen kleine en lichte wapens geproduceerd en verhandeld. Via illegale handel komen veel wapens in verkeerde handen terecht. De verspreiding van SALW ligt aan de basis van substantiële problemen. Ze draagt bij aan de toename van instabiliteit, het voortduren van conflicten en de schending van mensenrechten, waaronder gender gerelateerd geweld. Omdat die wapens licht zijn en eenvoudig te gebruiken en te onderhouden zijn, worden ze vaak gebruikt om kindsoldaten te bewapenen.
 

Internationale instrumenten


Deze wapens vormen het voorwerp van een reeks internationale instrumenten en initiatieven om ervoor te zorgen dat ze gedurende hun hele levenscyclus onder controle blijven:

Belgisch beleid


De FOD Buitenlandse Zaken is vertegenwoordigd in het Interfederaal overlegcomité ter bestrijding van de illegale wapenproductie en -handel (IOBIW). Dat comité werd eind 2015 opgericht om alle betrokken Belgische overheden in staat te stellen informatie uit te wisselen, te coördineren en gepaste maatregelen tegen illegale wapenhandel te nemen.

Zowel op Europees niveau als bij de Verenigde Naties ondersteunt België verschillende initiatieven die bijdragen tot de versterking van de controle over SALW en de strijd tegen illegale handel en afwending:

  • illegale wapens traceren die in conflictgebieden zijn aangetroffen door vredesoperaties, om de oorsprong en werking van illegale wapenhandel te achterhalen;
  • informatie uitwisselen over de illegale wapenhandel, wat kan leiden tot een betere evaluatie van het risico op afwending;
  • het International Traceringsinstrument aanpassen aan de ontwikkeling van nieuwe technologieën op vlak van SALW (polymere en modulaire wapens).

België promoot initiatieven om landen te helpen die door illegale handel worden getroffen, door een betere controle van de wapenstromen, de beveiliging van stocks, betere grenscontroles en de versterking van de administratieve capaciteiten.

Ten slotte pleit België voor strikte internationale regelgeving om de illegale handel in munitie tegen te gaan.

Image
Verzameling van kleine en lichte wapens op een tafel

© UN Photo/Renata Ruiz