-
Laatst bijgewerkt op
De Burundese economie is weinig gediversifieerd en kwetsbaar omwille van het klimaat . De export blijft beperkt en onstabiel en hangt sterk af van de thee- en vooral de koffieteelt. De uitvoer van die gewassen heeft echter te lijden onder de prijsschommelingen op de internationale markt. Buitenlandse investeringen blijven schaars. Periodes van grote instabiliteit fnuiken de binnenlandse vraag en zetten zo een rem op de economie. De bevolking groeit razendsnel. Door die groei staat de beschikbare grond voor de landbouw sterker dan ooit onder druk. Negentig procent van de bevolking is afhankelijk van de overlevingslandbouw. De politieke crisis in 2015 ingevolge het verkiezingsproces heeft de situatie van fragiliteit nog verergerd. De sectoren die voor werkgelegenheid zorgen zijn sterk aangetast door de verplaatsing van de bevolking, de stijging van de prijzen en het ontbreken van lokale en buitenlandse investeringen.
De inflatie stijgt. Door de covidcrisis is de informele economie, toch een reddingsboei voor de allerarmsten, in omvang afgenomen.
In 2018 heeft Burundi een Nationaal Ontwikkelingsplan goedgekeurd dat gebaseerd is op de socio-economische ontwikkeling van het land. Ondanks de zwakheden op het vlak van voorspelbaarheid en planning, is dit het belangrijkste referentiedocument inzake de ontwikkelingsstrategie van Burundi. De belangrijkste aandachtspunten van dit plan zijn de duurzame ontwikkeling, de versterking van de economische en maatschappelijke weerbaarheid en de klimaatwijziging. In 2021 werd het Nationale Programma voor Vredesopbouw, Sociale Stabiliteit en Economische Groei uitgewerkt. De prioritaire thema’s zijn behoorlijk bestuur, volksgezondheid, landbouw, veeteelt en socio-economische infrastructuur, de tewerkstelling van jongeren en de industrialisering, de sociale bescherming, vrede en verzoening.

© Shutterstock
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Burundi gebeurt via verschillende kanalen:
- Gouvernementele ontwikkelingssamenwerking
- Niet-gouvermentele samenwerking
- Multilaterale ontwikkelingssamenwerking
Ook is er
Gouvernementele ontwikkelingssamenwerking
De Belgische gouvernementele samenwerking in Burundi wil de leefomstandigheden van de Burundese bevolking verbeteren, aan de hand van partnerschappen met de overheidsinstellingen in het land , maar ook met de organisaties van de civiele maatschappij. Ze concentreert zich op activiteiten ten gunste van de bevolking en de civiele maatschappij in de sectoren landbouw, gezondheid en onderwijs

© Shutterstock
Landbouw en economische ontwikkeling
Landbouw is een hoeksteen voor de ontwikkeling van Burundi. De sector stelt 90% van de actieve bevolking tewerk en dekt 95% van de voedselbehoeften. Maar de lage productiviteit, de versnippering van het landbouwareaal, het gebrekkige waterbeheer en de problemen bij de verwerking en bewaring van de oogsten zetten de groei van de landbouw fundamenteel op de helling. België biedt ook aanzienlijke, geïntegreerde steun aan de ontwikkeling van de landbouwsector: aanleg van waterinstallaties op ongeveer 4.000 ha en ondersteuning van de gebruikers van dat water, bescherming van stroomgebieden, begeleiding van boerenorganisaties en zaaigoedproducenten, steun aan kleinschalige landbouwbedrijven en aan het landbouwonderzoek, om de verwerking en de benutting van de productie te optimaliseren.
Gezondheid
Met zijn steun aan de Burundese gezondheidssector wil België garanderen dat de hele bevolking toegang heeft tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg.
Zo ondersteunt België in de provincies Kirundo en Muramvya de decentralisatie van het gezondheidsstelsel, de opleiding van bekwame zorgverleners, kwaliteitsvolle zorg en de gemeenschapsorganisatie. Het helpt ook bij het opzetten van een efficiënt gezondheidsinformatiesysteem om de bevolking naar behoren te kunnen monitoren. Tot slot draagt ons land ook bij tot de betere werking van zorginstellingen (bij de bouw, uitrusting, informatisering en het onderhoud).
Onderwijs en opleiding
Burundi voerde een hervorming door van het basisonderwijs en de beroepsopleidingen. Het opzet? Het onderwijssysteem afstemmen op de situatie in het land, het basisonderwijs verlengen van zes naar negen jaar en de beroepsopleidingen in modulevorm gieten.
Een van de interventies van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Burundi heeft tot doel om de curricula te herzien, de lerarenopleiding te verbeteren en de nodige leer- en lesmiddelen te verstrekken. Een andere interventie versterkt het beheer en bestuur van onderwijsinstellingen, verhoogt de kwaliteit van het opleidingsaanbod door het beter af te stemmen op de noden van de economie, bevordert de doorstroming van afgestudeerden naar de arbeidsmarkt en verbetert de infrastructuur voor beroepsopleidingen.

© Shutterstock
Niet-gouvernementele samenwerking
De organisaties van de civiele maatschappij (OCM’s) spelen een sleutelrol in Burundi en worden erkend als partners van de staat.
De lokale organisaties kunnen een bijdrage leveren tot de ontwikkeling en uitvoering van hefbomen om de democratische participatie te versterken en helpen om het vertrouwen van de burgers in hun regering te herstellen, hun rechten te bevorderen en de integratie van kwetsbare groepen te stimuleren.
De 25 Belgische actoren van de niet-gouvernementele samenwerking in Burundi werken samen met de lokale civiele maatschappij.
De strategische doelstellingen die zijn opgenomen in de huidige programmering van de Belgische niet-gouvernementele actoren in Burundi hebben betrekking op:
- De organisaties van de civiele maatschappij (OCM's): bijdragen tot de ontwikkeling van een onafhankelijke, sterke, competente en rekenschap gevende civiele maatschappij
- De gezondheidszorg: bijdragen tot de gezondheid en het welzijn van de Burundese bevolking met bijzondere aandacht voor de kwetsbare personen
- De voedsel- en landbouwzekerheid : bijdragen tot de voedselzekerheid, de nutritionele toestand verbeteren en de duurzame landbouw en veeteelt bevorderen.
- De rechtsstaat en de mensenrechtensituatie : de ontwikkeling van een vreedzame maatschappij en de rechtsstaat bevorderen door bij te dragen tot het respecteren van de mensenrechten en de oplossing van conflicten door middel van de justitie die deze rechten respecteert.
- Gender en integratie (Leave no one behind): de sociale gelijkheid en de gendergelijkheid bevorderen in al de sectoren door middel van een participatieve benadering, die inclusief is en rekening houdt met de genderaspecten.
De academische samenwerking ondersteunt partnerschappen tussen instellingen van hoger onderwijs in België en Burundi met als doelstelling de versterking van de onderwijscapaciteiten, het wetenschappelijk onderzoek en de dienstverlening aan de bevolking, om beter te kunnen antwoorden op de globale uitdagingen van de agenda 2030.
Een overzicht van de projecten van de Belgische Organisaties van de Civiele Maatschappij in Burundi vindt u hier.
Multilaterale samenwerking
Om de ontwikkelingsdoelstellingen te bereiken werkt België, samen met andere donoren zoals de Europese Unie en de Wereldbank, mee aan multilaterale programma’s op het vlak van gezondheidszorg, onderwijs, leefmilieu, humanitaire hulp en bestuur.
België hanteert in de multilaterale samenwerking het principe van de “core funding” waarbij een bijdrage wordt geleverd tot de algemene middelen van de multilaterale partnerorganisaties.
Humanitaire hulp
In fragiele contexten duren verschillende humanitaire en politieke crisissen waar wordt ingezet op humanitaire hulp steeds langer. In zulke situaties is het belangrijk om levens te redden, maar ook zelfredzaamheid te bevorderen door in te zetten op projecten die de link maken tussen structurele hulp, humanitaire hulp en vredesopbouw.
Transitionele ontwikkeling en goed bestuur
In het kader van de transitionele ontwikkeling en goed bestuur werden verschillende projecten uitgevoerd op vlak van sociale cohesie en transitionele justitie.
België overlegt in Burundi ook regelmatig met andere actoren van de ontwikkelingssamenwerking (lokale organisaties, andere donoren, andere NGO’s) over de volgende thema’s:
- de versterking van het democratisch eigenaarschap van de partners
- de afstemming op hun beleid procedures en beheerssystemen
- de harmonisering met andere donoren
- de wederzijdse verantwoordelijkheid
- een betere voorspelbaarheid van de middelen