-
Laatst bijgewerkt op

© Shutterstock
In het kort
Handel is een van de belangrijkste bronnen van de rijkdom en welvaart van ons land. Ter illustratie, de Belgische export bedraagt meer dan 90% van het equivalent van ons BBP en één op drie jobs in België is afhankelijk van export. Als kleine, open economie heeft België dus alle belang bij vlotte internationale handels- en investeringsstromen. Een dynamisch handelsbeleid dat handelsbarrières uit de weg ruimt, een gelijk speelveld voor onze bedrijven creëert, bijdraagt aan de groene en digitale omslag en universele waarden zoals mensenrechten uitdraagt is voor België onmisbaar. Enkele belangrijke doelstellingen van het handelsbeleid zijn:
- de externe markten openstellen om groei en werkgelegenheid te bevorderen, in België en elders;
- de invoering van globale handelsregels vergemakkelijken en deze regels doen naleven;
- bijdragen aan de groene en digitale omslag;
- ontwikkelingslanden integreren in het mondiale handelssysteem;
- duurzame groei bevorderen waarbij milieunormen en sociale normen worden nageleefd;
- competitiviteit en economische veiligheid.
Doelstellingen voor België
De totstandkoming van het EU Handelsbeleid
Het gemeenschappelijk handelsbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Alvorens te mogen onderhandelen over akkoorden met derde landen moet de Commissie toestemming hebben van de Raad van de EU op basis van richtlijnen (directives), meestal in de vorm van een mandaat. Het mandaat biedt de Commissie het kader voor het voeren van haar onderhandelingen. Het zijn dus de ministers van de lidstaten die beslissen om de onderhandelingen te openen en onder welke voorwaarden. De Europese Commissie voert deze onderhandelingen vervolgens in overleg met het zogenaamde Comité Handelsbeleid (Trade Policy Committee, TPC) waarin de 27 EU-lidstaten vertegenwoordigd zijn. De Commissie houdt het Europees Parlement, en dan specifiek de commissie voor Internationale handel, onmiddellijk en volledig op de hoogte, in de eerste plaats via de Commissie internationale handel van het Parlement.
Voor België is de Directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) belast met de voorbereiding, de bepaling, de coördinatie, de vertegenwoordiging, de behartiging en de monitoring van het Europese beleid. De DGE bereidt het Belgische besluitvormingsproces voor zodat ons land in de Raad van de EU met één stem kan spreken en zijn belangen kan verdedigen. Hiertoe vindt wekelijks overleg en coördinatie plaats tussen de bevoegde federale en gefedereerde instanties. Bovendien staat de DGE de bevoegde Minister bij om het gecoördineerde Belgische standpunt te verduidelijken via antwoorden op parlementaire vragen. De DGE is verder in contact met experten, verspreidt informatie naar de diplomatieke posten, onderhoudt bilaterale contacten met de Europese Commissie en vormt belangencoalities met andere Europese delegaties.
Werksporen
De EU-benadering inzake handelsbeleid kent meerdere facetten. Vooreerst streven de EU en België naar een multilaterale aanpak waar wereldwijde handelsregels worden onderhandeld en afgesproken. Deze aanpak verruimt maximaal de handelsmogelijkheden van onze bedrijven, zorgt voor een gelijk speelveld in de hele wereld en bevordert bovendien ook de integratie van de ontwikkelingslanden in de internationale handel, hetgeen een hoofdbekommernis blijft van zowel België als de EU.
De EU en België zijn sterk gehecht aan een goed werkend multilateraal handelssysteem dat op de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is geënt. Voor België blijft het van vitaal belang dat de WTO haar drie sleutelrollen kan vervullen door op te treden als forum voor handelsbesprekingen, als hoeder van internationale handelsregels en als arbiter voor handelsgeschillen.
Een hervorming van de Wereldhandelsorganisatie dringt zich echter op. Decennialang hebben multilaterale handelsregels, overzien door de WTO en afgedwongen via een onpartijdig systeem van geschillenbeslechting, geholpen om spanningen op het gebied van handel te verminderen en handelsoorlogen te voorkomen. De WTO slaagt er echter niet om zich aan te passen aan de (r)evoluties op het gebied van internationale handel aan. De WTO is onderhevig aan inflexibele procedures en tegenstrijdige belangen tussen haar leden, waardoor regels niet gemoderniseerd kunnen worden. De rol van de WTO als overzichtsorgaan wordt ook bedreigd door een gebrek aan transparantie van vele landen. Sinds december 2019 is de beroepsinstantie van het WTO-mechanisme voor geschillenbeslechting bevroren. Hoewel de Europese Unie ondertussen een sleutelrol heeft gespeeld in de totstandkoming van een tussentijdse meerpartijenregeling op basis van arbitrage om de rechten van de partijen bij lopende en toekomstige geschillen te vrijwaren, moet er nog een definitieve oplossing worden gevonden.
De situatie wordt nog bemoeilijkt door recente voorbeelden van WTO-incompatibele unilaterale maatregelen, die in sommige gevallen reeds tot tegenmaatregelen hebben geleid. Deze ontwikkelingen betekenen een groot risico voor de EU en België, met een economie waarvan zowel import als export sterk afhangen van een voorspelbare, eerlijke, op regels gebaseerde internationale handel. België steunt dan ook de EU-initiatieven voor de hervorming van de WTO om de WTO klaar te maken voor de uitdagingen van deze eeuw (digitalisering, vergroening, duurzame ontwikkeling, enz.). Ons land werkt samen met de Europese Commissie en de andere EU-lidstaten om tijdens de 14de Ministeriële Conferentie van de WTO een volgende stap te zetten in deze hervorming.
Aangezien de multilaterale onderhandelingen de laatste jaren moeilijk verlopen en met name deze in het kader van de WTO in het slop zijn geraakt, past de EU, in haar streven om de internationale handel verder te bevorderen, ondertussen een pragmatische aanpak toe als motor voor groei en werkgelegenheid. Zo voert ze onderhandelingen over plurilaterale akkoorden en wendt ze zich steeds meer tot regionale en bilaterale vrijhandelsovereenkomsten, een uitzondering op het principe van de meest begunstigde natie (Most Favoured Nation, MFN) die uitdrukkelijk wordt aanvaard in de WTO-regels.
Plurilaterale akkoorden in het kader van de WTO doelen op samenwerking van verschillende landen met gemeenschappelijke belangen en ambities. In de meeste gevallen komen deze akkoorden tot stand wanneer er geen multilateraal akkoord, met alle WTO-landen, kan worden gevonden. België verwelkomt het afronden van de onderhandelingen rond digitale handel (E-commerce Joint Statement Initiative) en rond investeringsfacilitering (Investment Facilitation for Development Joint Statement Initiative). België hoopt dat deze akkoorden ook snel in werking kunnen treden.
Naast onderhandelingen op het multilaterale niveau voert de Europese Unie verschillende regionale en bilaterale onderhandelingen. Zo heeft de EU de laatste 5 jaar verschillende onderhandelingen afgerond, die hebben geleid tot de inwerkingtreding van handelsovereenkomsten met belangrijke partners zoals Japan (2019), Singapore (2019), Vietnam (2020) en het Verenigd Koninkrijk (2021). Recent kwamen daar ook nog een akkoord met Nieuw-Zeeland (2024) en Kenia (2024) bij. Een akkoord met Chili bevindt zich in de laatst fase van goedkeuring door Chili.Daarnaast zijn er echter nog verscheidene onderhandelingen die lopende zijn met onder meer Australië, Filipijnen, Indië, Indonesië, Mercosur, Mexico, Tadzjikistan en Thailand. Door al deze afgesloten akkoorden in de laatste 5 jaar vindt bijna de helft van de EU-handel plaats in het kader van preferentiële handelsovereenkomsten.
Tijdens deze regionale en bilaterale onderhandelingen bepleit en verdedigt België actief haar economische en strategische belangen zoals significante tariefverlagingen, ambitieuze voorzieningen inzake duurzame ontwikkeling met sterke aandacht voor klimaat en arbeidsomstandigheden, alsook de naleving van Europese sanitaire en fytosanitaire standaarden (SPS) en de bescherming van gevoelige (landbouw)belangen.
Onderhandelingen op zich volstaan evenwel niet. De akkoorden moeten ook worden geïmplementeerd en gehandhaafd. Daarom beschikt de Europese Unie over de nodige handelsbeschermingsinstrumenten, zoals antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen. Ons land steunt ook de versterking van de autonome wetgevingsinstrumenten met het oog op de creatie van een gelijk speelveld (level-playing field).
In haar regionale en bilaterale onderhandelingen met ontwikkelingslanden hanteert de EU een asymmetrische aanpak, wat betekent dat de EU voordelen biedt die ze zelf niet van deze landen vraagt. Dit kan onder meer gebeuren binnen het kader van de onderhandeling van Economische partnerschapsovereenkomsten (EPA), of binnen het Stelsel van Algemene Tariefpreferenties (Generalised Scheme of Preferences, GSP), een centraal element van de ontwikkelingsdimensie van het Europese handelsbeleid waaronder de Europese Unie unilateraal preferentiële markttoegang biedt aan ontwikkelingslanden (en zelfs een quasi gehele tariefvrijstelling aan de minst ontwikkelde landen onder het “Everything But Arms”-initiatief).
Onderhandelingen op zich volstaan evenwel niet. De akkoorden moeten ook worden geïmplementeerd en gehandhaafd. Daarom beschikt de Europese Unie over de nodige handelsbeschermingsinstrumenten, zoals antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen. De Commissie rapporteert jaarlijks over het gebruik van deze instrumenten. Ons land steunt ook de versterking van de autonome wetgevingsinstrumenten met het oog op de creatie van een gelijk speelveld (level-playing field). Deze ‘klassieke’ instrumenten werden de afgelopen jaren verder aangevuld met nieuwe instrumenten zoals de handhavingsverordening, het instrument voor internationale overheidsopdrachten en het antidwanginstrument.
Ten slotte beoogt het handelsbeleid van België te beantwoorden aan de verschuiving in de onderhandelingen van vrijhandelsakkoorden, met steeds grotere economische veiligheidsnoden gezien de volatiele geopolitieke context. De verdere uitbreiding van het bilaterale handelsnetwerk moet m.a.w. aangevuld worden met een sterkere focus op economische veiligheid. België wil de EU-strategie voor economische veiligheid verder toepassen. Deze strategie focust op 3 pijlers – bevorderen, beschermen en partnerschappen vormen. De belangrijkste handelsgerelateerde maatregelen van de strategie zijn handelsbeschermend van aard, met name FDI screening, exportcontroles, handelssancties, anti-dumping instrumenten en instrumenten om technologielekken aan te pakken. Ook voor deze maatregelen pleit België voor een pragmatische aanpak. Er moet met name een duurzaam evenwicht gevonden worden tussen de noden van vrijhandel (openheid) en die van economische veiligheid (assertiviteit). Sectoren moeten worden ingedeeld in kritieke, strategische en gevoelige sectoren, met specifieke beleidsmaatregelen voor elk van de sectoren.
Horizontale, thematische prioriteiten van België
De Belgische handelsagenda ondersteunt een open, duurzaam en assertief beleid dat in lijn ligt met centrale beleidsontwikkelingen van de EU, waaronder de Green Deal.
De bevordering van duurzame ontwikkeling via het handelsbeleid staat voor België centraal. Ambitieuze, gebalanceerd en bindende hoofdstukken inzake duurzame ontwikkeling vormen voor ons land een essentieel onderdeel van handelsovereenkomsten. België streeft naar een verdere verbreding en versterking van deze hoofdstukken bij de onderhandeling van nieuwe akkoorden en vraagt bijzondere aandacht voor de doeltreffende implementatie van deze hoofdstukken. België pleit ook voor een grotere participatie van het maatschappelijk middenveld (via onder meer domestic advisory groups ) in de monitoringmechanismen voor de uitvoering van de verbintenissen. Het doel is niet louter verhinderen dat handel nadelige effecten heeft voor de duurzame ontwikkeling, maar ook dat handel bijdraagt aan positieve ontwikkelingen op het gebied van milieu en mensenrechten- en arbeidsbescherming.
België hecht niet alleen belang aan de onderhandeling van nieuwe handelsakkoorden maar ook aan een minutieuze monitoring van de handelsakkoorden die al in werking zijn getreden. De jaarlijkse rapporten van de Europese Commissie over de implementatie en handhaving van het Europese handelsbeleid illustreren de concrete verdiensten van akkoorden in werking. De Belgische export naar Canada is sinds CETA bijvoorbeeld met 55% gestegen, tot meer dan 4 miljard euro in 2023. In 2023 werd voor meer dan twee miljard euro aan importtarieven bespaard door onze partners bij de aankoop van Belgische producten dankzij de handelsakkoorden, wat getuigt van hun fundamenteel belang voor het concurrentievermogen van onze bedrijven. Daarnaast biedt een goede monitoring ook garantie dat afspraken in akkoorden correct worden opgevolgd, inclusief deze in handel en duurzame ontwikkeling zoals hoger besproken.
Verder zetten België en de EU het hervormingsproces voor het beheer van internationale investeringsbescherming voort. Zo heeft de EU een nieuwe aanpak ontwikkeld met betrekking tot de beslechting van investeringsgeschillen, genaamd het investeringsrechtbanksysteem (Investment Court System ICS). Dit systeem wordt opgenomen in bilaterale EU-handelsovereenkomsten (o.a. in CETA en de investeringsbeschermingsovereenkomsten met Singapore en Vietnam). ICS creëert de mogelijkheid om via handelsbeleid een mondiale coalitie te bouwen die op termijn een multilateraal investeringsgerecht kan opzetten. Om dit te bereiken lopen er momenteel onderhandelingen in de Commissie voor internationaal handelsrecht van de Verenigde Naties (UNCITRAL WG III). Het doel van de EU en haar lidstaten is om een permanent gerecht (het zogenaamde Multilateral Investment Court MIC) op te richten om investeringsgeschillen te beslechten, waarmee een radicale breuk wordt gemaakt met het huidige ad-hocarbitragesysteem. Aangezien België nog tot 2025 lid is van UNCITRAL, zal het zijn inspanningen voortzetten om dit multilaterale hervormingsproject te steunen.
Voortgangsrapporten inzake handelsverdragen

EU-AU-top: twee unies, één visie
De Europese en Afrikaanse Unie werkten in Brussel een hoopvol toekomstplan uit dat voorspoed en stabiliteit moet brengen op beid...

EU: meer democratie in de praktijk
Leraar aardrijkskunde Rafik Kiouah vertelt over zijn deelname aan een Belgisch burgerpanel rond een democratischer EU, en dat in...

De EU bundelt haar krachten voor externe actie
De Europese Unie bundelt diverse financieringskanalen tot één enkel instrument: Global Europe. De vereenvoudiging zal de EU meer...